Mijn gezicht moet boekdelen hebben gesproken. “Gaat het wel met je?” Vroeg Tania, oprecht bezorgt. “Ken je hem?”
“Ken ik hem?” Zei ik schor. “Het is Johan. Johan van Esmeralda ’s huwelijk.” Tania keek verbaasd. “Mijnheer Van Achter De Feesttent?” Haar stem klonk ongelovig. “Hier? Wat is hij, een soort huwelijksgroupie?” Ik kon het zelf nauwelijks geloven. Hoewel ik nooit had gedacht hem nog eens te ontmoeten had ik wel over hem gedroomd. Die lichtbruine ogen hadden tijdens verscheidene nachtelijke avonturen in de mijn gekeken. Dromen waaruit ik bezweet en met wild kloppend hart was ontwaakt. En nu stond hij hier in levende lijve. Ik staarde hem aan, probeerde mezelf wijs te maken dat hij het niet was. Misschien had hij een broer? Uiteindelijk waren we er niet aan toe gekomen onze familie te bespreken. Begrijp me niet verkeerd. Het was niet dat ik hem niet weer wilde zien. Ik wou niets liever. Om de paar dagen had ik me erop betrapt dat ik fantastische scenario’s verzon, waarbij Esmeralda om een of andere reden al haar verre familieleden uitnodigde voor een gelegenheid waar ik Johan, als Rudi ’s beste vriend, ook aantrof. Maar hier?
Ik raakte in paniek. Stel dat hij net deed of hij me niet kende? Dat zou veel erger zijn dan hem nooit meer zien. Vooral nu Tania er bij was. Ik had Tania het hele verhaal verteld, blij dat ik haar nu eens uitroepen kon ontlokken als “Nee!” En. “Dat meen je niet!” (Zoals ik altijd deed bij het horen van haar avonturen.) Erger nog, stel dat hij hier was om iemand anders te begeleiden? Mijn eigen reactie verbaasde me. Ik had er geen idee van dat Johan een dergelijk diepe indruk op me had gemaakt tot ik met zijn aanwezigheid werd geconfronteerd. Gelukkig, dacht ik, heb ik hem het eerst gezien, voor hij wist dat ik hier was en heb ik de kans mijn tactiek te beramen.
Het beste dat ik kon doen, bedacht ik, was het Cool te spelen, niet vermijden hem tegen het lijf te lopen en hem de eerste zet te laten doen. Dat wil zeggen, dacht ik, laat de bal aan zijn kant; doe net of je hem niet hebt gezien tot hij jou ziet. En terwijl ik dat bedacht, keek hij op, zag mijn gezicht en begon breed te glimlachen.
0, mijn God! Jammerde ik vanbinnen toen hij de heuvel op kwam en in mijn richting liep. In zijn leren pak zag hij er nog geweldiger uit dan ik me hem herinnerde. Ik keek naar Tania voor morele steun, maar ze was verdwenen, had zich tactvol teruggetrokken naar het stelletje tafelopzetters en het blad met broodjes en eieren.
Het volgende moment stond hij pal voor me en keek met diezelfde schaamteloze glimlach op me neer die de afgelopen maanden ontelbare keren onverwacht in mijn herinnering was opgekomen. Al mijn plannen om Cool te blijven waren verdwenen: ik dacht er alleen aan mijn mond dicht te houden. We stonden elkaar in een akelige stilte aan te gapen. Ten slotte scheen hij zijn zelfvertrouwen terug te krijgen.
“Hallo, leuk je hier te zien,” zei hij. Vervolgens glimlachte hij weer en al mijn twijfels smolten weg. Het was duidelijk dat hij net zo blij was mij te zien als ik hem.
Toen kuste hij me. Ik dacht dat ik me had herinnerd hoe zalig zijn kussen voelde, maar ik had me slechts een flauwe afspiegeling herinnerd. Er was geen enkele terughouding, geen onhandigheid, maar ook geen enkele zelfbewuste techniek. Johan legde zijn hele zelve, al zijn verlangen naar mij, alle reactie die hij van me kreeg in deze kus. Het was alsof onze monden een nieuwe taal uitvonden, een taal van gevoelens, van energiestromen, waarbij alles wat we sinds onze eerste ontmoeting hadden gedacht en gedroomd werd gedeeld. Het voelde alsof mijn lichaam werd buitengesloten vanaf het punt waar onze monden elkaar raakten, alsof de kus het punt was waarom wij, en met ons het hele universum, draaide.
Na een paar uur, (oké,) seconden, hielden we op met kussen en keken elkaar weer aan. Ik weet zeker dat hij grijnsde als een gek; echt, zeker weten. “En,” vroeg hij alsof we elkaar bij de kassa van de supermarkt waren tegengekomen, “hoe is het met jou?”
“Prima,” brabbelde ik. “Hoe gaat het met jou?”
“Niet slecht, helemaal niet slecht.” En hij kuste me weer. Mijn hele lichaam werd gek, mijn huid tintelde, mijn poesje klopte van verwachting, mijn handen schoven om zijn middel, voelden de koele gladheid van het leren pak, hielden hem tegen me aan. Het enige waaraan ik kon denken, als je het denken kunt noemen, was me ergens met Johan terugtrekken, het liefst iets meer afgezonderd dan de vorige keer.
Hij moet ongeveer hetzelfde hebben gedacht, want hij liet me lang genoeg los om te vragen: “Heb je hier een kamer?”
“Ja,” fluisterde ik. “Maar ik kan er pas om twee uur terecht.”
“Jammer.” Hij sprak ons beider gedachten uit. We keken om ons heen naar een plekje dat niet zo in het zicht was, en toen we ons blik vingen, lachten we. “Jammer,” mompelde ik, “ook geen feesttent te bekennen.” Hoewel het nog meer dan een uur duurde voor de ceremonie zou beginnen, begonnen de gasten zich op het gazon voor het Gasthof te verzamelen. Ik ving een blik op van Dirk in zijn fraaie kostuum, die iemand begroette die eruitzag als een tante. Tania stond nog steeds met de jongens te praten, en ik zag dat Dirk nerveus in haar richting keek. Goed, dat zou hem leren net te doen of zij hem had verleid, terwijl het in werkelijkheid andersom was geweest. Het werd echter steeds drukker en er leek geen kans te bestaan om voor twee uur onze onafgemaakte zaken af te maken. Drie van onze oude studievrienden kwamen slenterend onze kant op de wal op en ik stelde mezelf in op uren wachten.
De pektorens waren onze redding.
Terwijl de naderende gasten achter een hoek uit het zicht verdwenen, pakte Johan mijn hand en trok me in een pektoren. Giechelend als kinderen slopen we weg alsof we in een doolhof waren en bleven uit het zicht van de anderen, tot ons pad bij een verborgen uitval deur ophield. “Het is een uitval deur” vertelde ik hem. Hij keek niet-begrijpend. “Een verborgen deur” legde ik hem uit, “om vanuit de vesting weg te sluipen en een uitval te doen zonder de hoofdpoort te gebruiken.” De deur kwam uit in een greppel. Hij was ongeveer drie meter diep, met steile grasranden en de bodem was droog maar stoffig. Johan keek me aan. “Geen denken aan,” zei ik vastberaden. “Heb je er enig idee van wat het me heeft gekost om dat roomkleurige pakje te laten stomen?” Tot mijn verbazing bloosde hij. “Sorry,” mompelde hij.
We keken om naar het Gasthof. We waren erin geslaagd enige afstand tussen ons en de gasten te scheppen, flarden van hun gesprekken zweefden op de wind naar ons toe, maar iemand die onze kant op keek zou ons duidelijk kunnen zien. Onze chaperonnes waren ver weg, maar onontkoombaar. We gingen, nog steeds hand in hand, op een stenen bank zitten, en staarden naar het uitzicht.
Mijn hand brandde in de zijn, een vuur dat verhit bloed door mijn aderen zond. Zijn vingertoppen trokken patronen op mijn dij, hun warmte drong door de dunne zijde heen en liet opwindende vlammetjes achter. Ik voelde dat ik tussen mijn benen nat werd, de dunne zijde van mijn slipje raakte doordrenkt. We keken nog steeds uit over de vallei, naar de weg die zich aan de overkant tegen de heuvel omlaag wond. Auto’s die meer huwelijksgasten aanvoerden, reden eroverheen, over de steile boogbrug voor ze beneden uit het zicht verdwenen waar we ze op het grind van de oprit tot stilstand hoorden komen. Johan trok zijn hand los van de mijne en schoof hem over mijn dij tot zijn vingertoppen verborgen lagen in de smalle opening tussen mijn benen. Langzaam begon hij ze in grote achten te strelen. Het materiaal van mijn pak was zo dun dat het bijna leek of hij mijn naakte huid streelde. De zijde verhevigde als het ware zijn aanraking, fungeerde als een glijmiddel, waardoor zijn vingers over me heen gleden en elke zenuw deden ontwaken. Ik greep de scherpe rand van de stenen bank tot ze in mijn handpalmen sneed, en probeerde mijn reactie te beheersen.
Terwijl ik mijn ogen op de groene heuvel tegenover me gefixeerd hield, voelde ik Johan ’s vingers steeds hoger over mijn dijen kruipen. Ze waren verkennend op weg naar mijn poesje, zonden elektrische schokjes van opwinding uit die mijn klit genotvolle rillingen bezorgden. Een deel van me, smeekte hem voort te maken, mijn kut was al vochtig en verlangde naar zijn aanraking; het andere deel hoopte dat dit eeuwig zou duren, dit trage proces dat elke vierkante centimeter tere huid tussen mijn benen in beslag nam. Johan zei niets toen zijn hand zich langzaam, langzaam naar mijn kern bewoog. De enige geluiden kwamen van de vogels, het geronk van de auto’s die het Gasthof naderden en de flarden van lachen en gesprekken die de wind in onze richting blies.
Johan ’s vingertoppen bereikten de rand van mijn slipje en behielden hun ritme, zijde wreef nu over zijde. De enige frictie werd veroorzaakt door mijn natte slipje dat door mijn sappen tegen mijn lichaam plakte. Ondanks de dubbele laag was het materiaal zo dun dat zijn vingers elke plooi en gleuf van mijn poesje natrokken, zijn streken waren licht maar zeker. Ik voelde me als een kunstwerk dat onder de handen van een meester handwerksman tot leven werd gebracht, een beeld misschien, een blok marmer dat vervormd werd tot een levende vorm.
Van achteren zou iedereen die onze kant op keek denken dat er twee mensen naast elkaar zaten, misschien nieuwtjes uitwisselden of gewoon van het uitzicht zaten te genieten. In feite vrijde Johan zo grondig met me alsof ik naakt op mijn rug lag, zijn zoekende hand was nu dwingender, duwde de zijde in de drijfnatte snee, trok de natte stof strak over mijn klit en drukte er met zijn duim tegenaan. Mijn benen trilden. Opwinding maakte mijn lichaam slap. Ik beet op mijn lip om niet met een schreeuw te verraden hoe heerlijk het voelde. Ik legde een hand op het koele leer van zijn dij.
Johan duwde twee vingers in de natte ingang van mijn kut, het losse slipje volgde zijn duwen, dun genoeg om naar binnen te worden geduwd. Iedere keer dat hij naar binnen stootte, werd de stof strak over de rest van me getrokken, drukte hard tegen mijn knopje en vormde een smal koord dat tegen mijn anus trok. De stof was nu drijfnat, droop bijna van mijn sappen. Maar zijn duim bleef over mijn klit strelen, het ritme zond golven van genot door mijn buik, steeds sneller. Iedere stoot van zijn hand veroorzaakte een samentrekken waardoor zijn vingers werden gegrepen terwijl mijn climax steeds naderbij kwam. Ik wist dat ik er bijna was; ik voelde mijn heupen instinctief op Johan ’s bewegingen reageren, wiegend tegen de druk van zijn hand. Toen mijn orgasme losbrak, draaide ik me naar hem toe, zag dat hij naar me keek, zijn goudbruine ogen waren op me gericht, een glimlach glansde erin terwijl hij mijn gezicht gadesloeg, genietend van mijn genot. Gelukkig, toen hij zag dat ik mijn controle verloor op het moment dat zijn vingers me vakkundig over de rand duwden, het diepe water van seksuele losbandigheid in. Ik beefde toen de naschokken me overspoelde, en hij bleef me strelen, langzamer nu, voerde me zachtjes terug aan land, tot hij ten slotte mijn hand weer pakte en er zacht in kneep.
“Goed?” Fluisterde hij, bijna verlegen. “Beter dan goed,” fluisterde ik terug. Hij kneep harder in mijn hand. “En” vroeg ik, “doe je dit alleen op huwelijken?”
“0, neen,” verzekerde hij me serieus.” Ook op bar mits a’s en op verjaardagsfeestjes van eenentwintigjarigen.” Hij kuste me weer, een snelle, stevige kus. “Hoe laat begint dit trouwens?” Vroeg hij. Ik keek op mijn horloge, zag dat mijn pols nog steeds een beetje beefde. “Over tien minuten,” antwoordde ik, plotseling paniekerig.
Ik keek naar beneden. Ja hoor, het kruis van mijn dunne lange broek vertoonde een donkere, natte vlek, glinsterend in de zon. “Shit!” Riep ik uit. Johan, mijn blik volgend, trok een schuldig gezicht. “Denk je dat het op tijd droog is?” Vroeg hij hoopvol. “Niet zonder een vlek achter te laten.”
Hij boog zich voorover, stak zijn hoofd in mijn schoot en zoog hard aan de stof.
“Hm…,” zei hij, terwijl hij zijn hoofd hief, “verrukkelijk.”
Nog een snelle kus en ik proefde een vage smaak van mijn geslacht op zijn lippen.
“Laat de wind erbij, en het zal ongeveer droog zijn voordat we naar binnen moeten.”
Ongeveer. Ik was nauwelijks droog toen we terugliepen naar het Gasthof, maar mijn opwinding was althans niet meer zichtbaar voor de wereld. Johan en ik slenterden naar de lange rij die voor de grote eiken deuren stond te wachten, die nu opengingen. Tania dook voor ons op. “Tania, dit is Johan,” stelde ik hen kalm aan elkaar voor. “Johan, mijn vriendin Tania.”
“Hallo,” zei Tania, en gaf Johan een hand. Ik voelde me weer nerveus worden. Wat dacht ze? Keurde ze hem goed? Ik herinnerde me nog een studentenvriendje dat ik met grote opwinding aan Tania had voorgesteld. Toen ik haar later apart had en vroeg: “Wel? Wat vind je van hem?” keek ze me oprecht verbaasd aan.
“Anja,” vroeg ze domweg, “waarom…?” De afschuwelijke waarheid was dat ik geen goed antwoord had. “Omdat hij er was,” leek op een of andere manier niet te voldoen.
Nu, terwijl ze Johan een hand gaf, was ze een en al vriendelijkheid. Ik keek naar hem op, en probeerde hem door haar ogen te zien. Dat donkere haar dat naar voren viel, bijna in zijn ogen. Een opvallend levendig gezicht, enigszins gebruind, opgevrolijkt door een glimlach. Lichtbruine ogen en lange, donkere wimpers. Een lichamelijke gratie die je zelden bij zo een grote man ziet, zonder een spoor van een kromme rug.
Toen ik hem plotseling zo duidelijk zag, hield ik mijn adem in toen zijn schoonheid me bij verrassing opviel. “Heel leuk je te ontmoeten, Johan,” zei Tania, met de nadruk voor mij op “heel leuk.”
“Leuk jou te ontmoeten,” antwoordde hij, “maar ik geloof dat we beter naar binnen kunnen gaan.” De meeste gasten waren al in de gelambriseerde hal beland. “Hm…” beaamde Tania terwijl ze naar binnen ging, “maar misschien wil je eerst iets gemakkelijker” aantrekken.” Toen de ceremoniemeester ons in het oog kreeg, keek Johan beschaamd naar zijn leren pak. “Shit.”
Het werd binnen in het vertrek al stil. Haastig worstelde Johan met zijn ritsen en hees zich uit het leren pak. Eronder was zijn kostuum zo verkreukeld als te verwachten was. “Ik had het willen strijken als ik de tijd had gehad,” mompelde hij verward. “Vast wel,” zei ik. Ondertussen hoorde ik de mensen naar hun plaats schuifelen voor de ceremonie en ik wilde niet verdacht laat binnenkomen. Ik duwde het leren pak in de handen van de ceremoniemeester. Te verbaasd om het niet aan te nemen, stond hij ermee in zijn armen. “We halen het later op,” fluisterde ik hem toe en trok Johan mee naar de rij zitplaatsen.