Freddy Krueger aan de Maas

()

Ik heb enkele jaren alleen gewoond en dat laat zijn sporen na. Daarom wou ik nog eens een dag op mijzelf zijn. Zelfs zonder Arn. Zo maar. Ik ben Veronique, hij is Arnulf en samen zijn we de wereld. Maar af en toe verduistert zelfs de maan eens. Zondag. Een waterzonnetje deed zijn best om een illusie van lente aan te houden. Even na het middageten. Ik had de kano op de auto gebonden en Arn had mij een flink stuk stroomafwaarts aan een steiger op de Maas afgezet. De beloofde een flinke kanotrip te worden. Arn had zo zijn bedenkingen. Maar, desnoods kon ik hem altijd bellen om mij ergens anders op te halen.

Op het water probeer ik tegen de stroom, tegen mijn gezond verstand in de golven te verslaan. Sport, de uitdaging van de mens aan de natuur. Bij voorbaat een verloren strijd waarbij de mens slechts af en toe een veldslag wint. Heerlijk! De lucht is gelukkig redelijk helder. Moeizaam peddel ik meter voor meter richting onze woonboot. Maar het is koud op het water. Eigenlijk te koud en mijn handen worden gevoelloos. Ik krijg het helemaal te koud en ga oncontroleerbaar beven. Tijd om te rusten en op te warmen Vero. Ik kijk op de kaart en zie dat ik nog een flink stuk stroomopwaarts moet. Neen, zo lang gaat niet meer. Ofwel draai ik om en peddel ontspannen met de stroom mee. Dat kan, maar dat voelt niet prettig voor mijn ego. En Arn zal lief maar onmiskenbaar… Mannen! Neen. Ik ga gewoon even aan wal. Daar! Bij een of andere zandwinning kan ik de kano vastmaken en de zacht oplopende oever gebruiken.

Alleen al de beweging om aan land te gaan en daar wat rond te huppelen laat mijn bloed terug stromen en ik warm een beetje op. De bevingen houden op en mijn handen gaan tintelen. Ik trek mijn parka en trui uit, draag nu alleen nog een T shirt en merk dat mijn tepels stijf staan van de kou. Nou ja, er is toch niemand die het ziet. Voorlopig vind ik het hier wel even prima. Mijn armen zijn nog te moe maar mijn benen willen er graag eventjes op uit. Goed zo. Het is windstil, en eens ik de waterkant verlaat geniet ik van de stille verlatenheid van de plek. Ik stap honderd meter of zo en hoor onverwacht, achter een loods, iemand kreunen. Denk ik… Het zal wel niets zijn.

Een beetje rebels probeer ik het terrein van de groeve op te komen, blijkbaar hebben ze dat lage hek niet echt slim gemaakt, maar goed, wie komt er dan ook vanaf het water? Weer denk ik iemand te horen en word ik toch nieuwsgierig. Er lijkt verder niemand te zijn. Of toch? Ik hoor weer iemand zacht jammeren, vrij zwaar zelfs… Eventjes schieten de wildste fantasieën over verkrachting en moord door mijn hoofd. Toch denk ik dat ik even ga kijken. Freddy Krueger is de laatste keer voor de bijl gegaan in 2010, dus…

En ja. Iets verder zie ik opeens een witte sportschoen. Ik gok op het gevoel dat het een damessportschoen is. Schoenen hebben een eigenaar, of een eigenares in dit geval. Het is in ieder geval eigenaardig. Ik loop zacht verder, want je weet maar nooit of er wel een moord gepleegd is en dat ‘de Freddy’ nog aanwezig is… Of… je weet maar nooit… Ik kom aan de hoek van de loods, kijk voorzichtig om de hoek. Ik zie nu de sportschoen aan een naakt been liggen, gelukkig beweegt het en zit er een levend lichaam aan vast. Heel voorzichtig kijk ik en zie een meisje in de zon dat halfnaakt zichzelf zit te strelen. Vreemd, ze lijkt helemaal niet wild. Het ziet er eerder romantisch uit. Wat verder staat een zware, fel rode moto met slechts één helm op de zitting. Zacht, voorzichtig en rustig streelt ze haar eigen lichaam. Durf ik naar haar toe te lopen? Nee, ik wil haar niet laten schrikken.

Heel zacht zie ik één van haar handen naar haar vagina gaan en vlinderend over haar lipjes strelen. Ik leun iets naar voren en val bijna doordat de grindsteentjes onder mijn voeten weg beginnen te glijden. Ik kijk even snel naar mijn voeten, bijna kwaad op ze. Als ik weer omhoog kijk zie ik dat ze het tempo heeft opgevoerd, ze beweegt met haar hand ritmisch tussen haar benen. Als ik dat zelf zo zou doen… tja… dan zou ik mezelf aan het vingeren zijn. Ik merk trouwens dat ik zelf ook wel zin begin te krijgen. Maar ik vind het nog steeds jammer haar te storen en besluit weg te lopen, dus ik draai me voorzichtig om en zet mijn eerste stap…

Op dat moment besluit het grind om onder mijn voeten weg te vallen en mij mee te nemen. Ik val dan ook heel lelijk met mijn neus in het grove zand en probeer mezelf op te vangen met mijn handen. Ik haal mijn handen open, schreeuw zo zacht mogelijk. Dit gaat mis. Ik hoor nu niets meer. Ze heeft mij zeker gehoord. Versteend blijf ik liggen. Als ze niets meer hoort… Zacht schuifelen boven mij. Een zwarte haardos is het eerste dat ik zie, dan kijkt ze heel schuchter over de berg grind en ziet mij liggen. Wat nu? Mijn handen doen nog pijn, ik kijk naar de kleine schaafwondjes die, niet bloedend maar wel schrijnend, mijn handpalmen tekenen. Voor ik het doorheb staat ze naast me.

“Euh… Sorry. Ik wilde je niet st…”

Ze legt haar vinger zacht op mijn lippen. Zonder een woord te zeggen pakt ze mijn handen en kust ze. Het voelt zo teder dat ik niets meer durf zeggen. Ze kijkt me aan met zachte blauwe ogen en geeft me een kusje op mijn voorhoofd. Ik moet bijna lachen. Dit is het gedroomde moment voor Freddy Krueger. Ik stoor haar gigantisch, tenminste dat gevoel heb ik, en zij troost me omdat ik gevallen ben. Ik wil haar schuchter omhelzen om haar te bedanken, ook omdat ik nog steeds niets durf zeggen. Ze wijst de knuffel af maar pakt mijn handen wel. Behoedzaam en verlegen legt ze mijn linker hand op haar hart, onder haar trui. Ik verstijf van angst. Niet dat ik nog nooit iemand anders heb aangeraakt. Maar een meisje, op die manier. Het voelt zo intiem dat ik mijn hand wil weghalen. Maar ik durf niet, ik durf zo niet bewegen. Daarna legt ze mijn andere hand op haar buik. Voorzichtig durf ik mijn handen te bewegen. Het voelt fantastisch. Ik beweeg slechts een beetje. Maar ik voel zo veel.

Ik weet niet wat zeggen. Wat rustiger nu, leg ik allebei de handen op haar borsten. Ik wil kost wat kost teder zijn en ze laat het duidelijk genietend toe dat ik haar tepels kneed. Ik krijg romantische gevoelens, voel me zelfs opgewonden en ik weet niet zo goed hoe ik ermee om moet gaan. Zo heb ik me nog nooit gevoeld bij een vrouw. Ik voel hoe ze bijna onopgemerkt onze kleren uittrekt. Niet zoals puberjongens die als wildemannen in mijn slipje willen. Niet hartstochtelijk en doelgericht zoals Arn. Maar als een tedere vogel die over mij heen vliegt. Zo sta ik even later naast haar, beiden naakt. We staan uit de wind in de warme avondzon. De onderhuidse vlinders houden ons warm. Ze heeft mijn huid nauwelijks aangeraakt.

Heel voorzichtig legt ze nu ook haar hand op mijn hart. Ik voel hoe haar hand een warme gloed door me heen laat stromen. Ik kan het bijna niet meer verdragen hoe ze mijn tepel streelt en sluit mijn ogen. Ze kust. Zacht zonder haar lippen te openen. Ik kus terug en open mijn lippen een heel klein beetje. Zij ook. Nu opent zij ze bij de volgende zoen weer ietsje meer. Eventjes laat ik mijn tong over haar lippen spelen. Ze kust me nu voluit en streelt mijn tong met die van haar. Ik voel mezelf ontzettend mooi, zacht en lief alsof niets me kan verstoren. Nu snap ik waarom ze zo lief deed toen ik haar stoorde.

Behoedzaam gaan we naast elkaar op de stenen liggen die opeens helemaal niet meer voelbaar zijn. Ik, neen, ‘wij’ zweven boven de aarde. Alle aandacht is nu op elkaar gericht. Ze blijft mij zacht, doelgericht strelen en ik haar ook. Net als bij haar daarstraks vlinderen we behoedzaam naar elkaars vagina, misschien zelfs nog zachter dan daarnet. Voorzichtig voel ik haar. Voel ik hoe haar lippen zich openen voor mijn hand en dat terwijl ik helemaal geen druk uitoefen. Zij doet hetzelfde. Ik verbaas mij hoe ik haar helemaal toelaat en bijna naar binnen zuig. Hoe ik me totaal laat gaan in haar omhelzing. Heel zacht landen mijn vlindervingers over haar kittelaar en mijn middelvinger wordt vanzelf bij haar naar binnen gezogen. Ik voel hoe het gelijktijdig met mij gebeurt, alsof ik met een spiegelbeeld vrij. Maar haar ogen zijn anders, haar handen net iets slanker en veel zachter. Bijna ben ik bang dat ik haar pijn doe. Maar haar ogen gaan dicht van verrukking. Mijn ogen sluiten zich ook, ik zie nog net door de spleet tussen mijn oogleden hoe een diepe blos haar borst en gezicht tekent. Geen blos van schaamte, maar van genot. Voorzichtig gaan we dieper en dieper in elkaar op en vormen een eenheid.

Voor ik het besef voel ik hoe een wervelend orgasme aan komt stromen. Niet plotseling zoals wanneer ik het zelf doe, maar geleidelijk, steeds warmer en fijner. Ik voel hoe haar hand zich opeens ook samen begint te trekken. Ze komt gelijk met mij klaar. Een wervelende maalstroom van zoet genot glijdt door ons lichaam en ebt zacht weg. Voorzichtig doe ik mijn ogen open. Het eerste dat ik zie zijn haar ogen. Daarna haar glimlach. Ze lacht lief en zacht naar mij. Ik wil wat zeggen, ik wil haar naam vragen, waar ze woont, wie ze is. Maar de woorden sterven op mijn lippen en komen er niet voorbij omdat ze me kust. Ik droom vast. De tijd staat stil. Ze geeft nog een laatste zoen en gaat staan. We kleden ons woordeloos aan. Ze lijkt me geen Belgische. Eerder een Spaans of Italiaans type. Maar die zijn er wel meer aan de Maaskant.

“Wie ben je?” Vraag ik tenslotte.

“Sorry, ik woon hier nog niet zo lang. En spreek nog moeilijk Nederlands.” Vertelt ze in verhakkeld Vlaams. Ik antwoord opgelucht.

“Och, ik wil gewoon weten wie je bent, lukt dat?” Ze glimlacht.

“Mijn naam is Natalia.” Ik glimlach ook.

“Mijn naam is Veronique.” Ze pakt mijn hand en legt de wijsvinger van haar andere hand weer op mijn lippen. Ze draait mij naar de zon die net ondergaat. Even vergeet ik de tijd en rustend in haar warme omhelzing genieten we samen van het begin van…

Zonsondergang!

“Sorry, maar ik moet nu echt weg. Mijn v… hm… er is nu waarschijnlijk iemand heel ongerust.”

“Kun je een telefoonnummer onthouden?” Vraagt ze lief. Vergeten doe ik het zeker, maar ik sla het nummer op in het geheugen van mijn Nokia. Arn heeft mij al twee keer proberen te bellen. Maar ik wil hem nog niet in haar gezelschap terug bellen. En ik betrap mezelf. Nog niet? “Ga nu maar” zegt ze. “Het is inderdaad al laat.”

“Goed. En bedankt hoor. Goed thuis!” Een snelle laatste zoen. Ik maak de kano los en peddel zo snel als ik kan, met nog steeds de stroom tegen, naar huis. Maar de ontmoeting heeft mij vleugels gegeven.

Morgen, denk ik, morgen bel ik Natalia Krueger op.

Veronique

How useful was this post?

Click on a star to rate it!

Average rating / 5. Vote count:

No votes so far! Be the first to rate this post.

We are sorry that this post was not useful for you!

Let us improve this post!

Tell us how we can improve this post?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *