Rotweer

()

Hoe is het toch mogelijk dat je binnen tien tellen drijfnat kan zijn? En dat terwijl er voor vandaag helemaal geen regen voorspeld was. Mijn sokken soppen en het eerste water wringt zich al door het denim van mijn strakke jeans. Ook mijn spijkerjas kan ik uitwringen. Bah, en dat op vrijdagmiddag wanneer je naar het bushokje loopt na een saaie stagedag. Tot overmaat van ramp staat hij er ook. Gekleed in een gevoerde oversized trenchcoat: de spetter die altijd op dezelfde tijd als ik de bus naar huis neemt. Lang, dun en lekker. Ik weet dat hij Dave heet. Met die naam nam hij tenminste weleens een telefoontje aan. Als ik bij het bushokje aankom, groet hij me altijd lief met een “hoi meisje” waarbij hij een bliksemsnel knipoogje geeft. Het laat mijn buik keer op keer bruisen. Wat zal hij nu wel niet van me denken? Daar komt een verzopen rode poes aangelopen?

De laatste meters moet ik rennen, want de bus draait net de hoek om en heeft er flink de vaart in. Waterplassen spatten op wanneer hij vlak langs de trottoirrand rijdt. Tot overmaat van ramp worden mijn broek, jas en gezicht getrakteerd op een spetterregen van modder. Dave staat al klaar om in te stappen, maar laat me met een lieve lach en een handgebaar voorgaan. De ramen zijn beslagen waardoor ik pas zie dat de bus stampvol zit wanneer ik instap. Alles plakt aan me, sijpelt langs me en sopt tegen me. “Doorlopen naar achteren, er kunnen er nog veel meer bij,” zegt de chauffeur nors met een Antwerps accent wanneer ik ben ingecheckt. Ik wurm me tussen de mensenmuren door en blik om. Ook Dave is ingecheckt en volgt me naar achteren. Dan trekt de bus plots op en ik schiet naar voren. Ik weet me nipt aan een spijl aan de zijkant vast te houden, maar Dave valt half tegen mijn rug aan. Zijn handen landen op mijn lendenen en zijn gezicht schiet rakelings langs het mijne. De lichaamswarme geur van zijn aftershave waait met hem mee. Ik herken er iets in van komkommer en drop. Vlug sluit ik mijn ogen en snuif mijn longen heimelijk vol om zijn geur in me vast te leggen.

“Sorry, meisje. Ik heb je toch geen pijn gedaan, hoop ik?” De woorden föhnen langs mijn oor. Ik spiek langs mijn ooghoek en zie zijn lieve lach. Een lavastroompje kabbelt door mijn aderen. “N-Nee hoor. I-Integendeel.” Shit. Zei ik dat nu echt? Mijn kaken gloeien. “Gelukkig maar,” zegt hij en hij wrijft amicaal met zijn handen over mijn zij waarbij hij me weer trakteert op zijn speelse knipoogje. Mijn lijf vat vlam. De drukte in de bus, het hete lijf van Dave, met wie ik ten minste vijfendertig minuten opeengepakt mag doorbrengen en de luchtstroom van de bus verwarming: ik weet dat ik nu zo ongeveer zo warm en rood ben als een bord tomatensoep. Maar ach, wat kan het me schelen. Alle passagiers zijn met hun mobieltjes bezig. Sommigen slapen zelfs.

Mijn jas plakt vies tegen mijn blouse en om te voorkomen dat de spetters erop ook op Dave ‘s jas komen, besluit ik hem uit te trekken en over de reling naast me te leggen. Dat dat toch iets frisser is dan ik had gehoopt, bewijst de ril die meteen bij me opkomt. “Heb je het koud, meisje?” Nog voor ik hem kan antwoorden, zet Dave een stap naar voren waardoor hij tegen mijn rug staat. Hij heeft zijn jas geopend en zijn armen uit de mouwen gehaald. Hij trekt de jas op waardoor die als een cape ook mijn schouders bedekt. Een heerlijke zwijmeling doezelt door mijn hoofd. “Als je het liever niet wil, moet je het zeggen, hoor,” fluistert hij met zijn liefste stem. Niet willen? Mijn tong is een klont warme boter die weg glipt bij elk woord dat ik probeer uit te brengen. In plaats van spreken, kruis ik de warme mouwen voor me en vlij me genoeglijk hummend in het warme bedje dat hij voor me heeft gecreëerd. Ik blik over mijn schouder en kijk hem dankbaar aan.

“Jouw lach is mijn lente. Alles in me komt tot bloei,” zegt hij. Zijn menthol frisse adem prikkelt in mijn neus. Schalks bijt ik op mijn onderlip. “Alles?” Ik duw mijn kontje iets naar achteren en moet meteen toegeven dat Dave niet liegt. De contouren van zijn harde opwinding tekenen zich warm af tegen mijn bilnaad. Hij duwt zijn onderlijf iets krachtiger tegen me aan en ik besluit hem met een steels schootdansje te verwennen. Dave ‘s ademhaling zet krachtig en schokkerig aan. De aansterkende briesen uit zijn neus maken me compleet gek. Zijn vingers glijden van mijn zij naar mijn buik. Hij trekt mijn blouse uit mijn broek en duikt met zijn handen eronder. “Lekker meisje, ik heb mega zin in je.”

Voorzichtig laat hij zijn vingers naar mijn borsten opmarcheren. Wat lief dat hij steeds mijn bevestiging vraagt met een subtiel hoofdknikje, denk ik. Behendig klikt hij de voorsluiting van mijn beha los. “Stoute jongen,” zeg ik quasi-ernstig. Hij smoort mijn nep woede met een heerlijke kus in mijn nek die hij meer dan een minuut laat gelden. Mijn hoofd is een warme, zoete suikerspin. Miljoenen mieren dansen er kriebelend vanaf mijn onderbuik naartoe. Ondertussen verkennen Dave ‘s vingertoppen mijn tepelhoven en ik pers mijn lippen stijf opeen om mijn kreunen te onderdrukken. Aanmoedigend wrijf ik me tegen zijn stijve op terwijl hij aan mijn oorlelletje sabbelt. “Je smaakt naar vanille. Dat is mijn lievelingskostje,” fluistert hij. “Ik zou je eigenlijk wel willen eten. Niet als toetje, maar vooraf.” Een nerveus lachje ontsnapt aan mijn lippen. Het idee alleen al dat zijn tongpunt honderd keer het alfabet langs mijn clitje schrijft, laat mijn oren suizen van opwinding.

Wanneer hij zijn vingertoppen plagerig langs mijn tepels laat glijden, kijkt een joch voor me plots met zijn suffe hoofd op. Dave ‘s bewegingen bevriezen. Zijn we betrapt? Ik geef de knul een gespeelde glimlach die Oscar- waardig is, al vind ik dat zelf. Alsof we gered worden door een wonder haalt de jongen zijn overgaande mobiel uit zijn jaszak en hij draait zich van ons weg om een ellenlang gesprek te beginnen met zijn “Mattie”.

Dave vervolgt zijn hitsige spel. Elke kneep van zijn magische vingers wakkert het vuur in mijn schoot aan. Ik wil hem in me. Hier. Nu! Zacht knijp ik in zijn billen die zich bij elke stoot aanspannen tot twee heerlijk warme schijven van staal. Nu ben ik degene die hém een knikje geeft, wanneer ik mijn hand op zijn gulp leg. De twijfel flakkert in zijn irissen. Die schreeuwen “ja!”, maar het laatste beetje verstand wint het van zijn lusten. Of… lijkt dat maar zo? “Mag jij dat zomaar?” plaagt hij. De twinkeling die zijn ogen vult, stemt gretig toe. Ik pulk zijn broeksknoop los. In een uiterst trage beweging zip ik zijn rits open.

Hij drukt zijn mond tegen mijn regen- natte kruin en houdt zijn adem in. Op de tast bevrijd ik zijn knoertharde vlees dat ik meteen door mijn hand laat glijden. Het zachte smakken van het voorvocht in mijn handpalm is alleen voor mij hoorbaar. Wat is hij warm en hard. Zijn hartslag klopt onstuimig in mijn hand. Zacht kringel ik met mijn duim langs zijn eikel. Hij kermt, gedempt door mijn kapsel, in een engelengeluid dat een octaaf hoger klinkt dan zijn normale stem. Zijn geluid trilt door mijn lijf. Ik pers mijn dijen tegen elkaar en schiet met mijn vrije hand naar mijn kruis, maar Dave is mij voor.

“Dat dacht ik dus niet, juffie. Ik wil ook iets hebben om mee te spelen,” fluistert hij en hij frunnikte mijn broekknopen los. Gretig glippen zijn ranke vingers onder het elastiek en ontmoeten daar mijn spleetje dat onmogelijk nog natter kan zijn. Zijn vinger glijdt moeiteloos bij me naar binnen en met een kom eens hier beweging laat hij me scheelkijken van genot. Hij is meedogenloos. Als hij zo doorgaat, kreun en schreeuw ik de hele bus bij elkaar. Ter vergelding trek ik hem steeds feller af, maar wat heeft deze knul een stamijn. Iets in mijn buik begint langzaam maar zeker op te gloeien. Deze sensatie heb ik nog nooit beleefd. Hij zit precies op een plekje waar ik nooit kom. Mijn liezen tintelen lekker, vooral als ik mijn billen erbij aanspan. Dan friemelt het heerlijk alsof er elfjes in mijn kontje liggen te rollebollen.

Dave deint met zijn heupen mee op het ritme van zijn vinger. “Kijk naar me,” gebiedt hij me wanneer de eerste schok door mijn lijf heen raast. “Blijf me aankijken. Ik wil zien hoe je klaarkomt.” Het is meer een zucht dan een zin. Hij klemt zijn kaken op elkaar. Zijn blik is dwingend, smachtend, eisend. Het vuur in mijn kutje smeult golvend naar mijn buik. Alles wat het aansteekt, verliest beheersing en begint te trillen. Mijn buik, mijn borsten, mijn hoofd. Mijn mond valt open en ik klappertand brommend. Zonder dat ik er controle over heb, begin ik te murmelen. Wat doet hij met me? In godsnaam: wat?!

Dave spiegelt mijn gelaatsuitdrukkingen. Zijn gezicht is dat van een engel die de hoogste macht om genade aanroept, terwijl hij de kleine dood sterft. Rimpels verschijnen op zijn voorhoofd. Een schreeuw onder water. De toppen van zijn wangen zijn haast paarsrood. De aanblik van zijn lust maakt me hoorndol. “Zo mooi,” playbackt hij. “Je bent zo mooi.” Het is alles wat ik nog nodig heb om de laatste tree naar de hemel te bestijgen. Ik laat hem los en sta zwalkend op mijn benen terwijl een woeste vuurzee me verteert. De duivel heeft bezit van me genomen en schudt me door elkaar alsof ik een willoze marionet ben.

Dave draait me met een krachtige beweging om en drukt mijn lijf tegen het zijne. Met zijn jas bakert hij me soort van in. Wat is dit ongekend lekker. Een spikkelmist vertroebelt mijn blik. Zijn pik, die ik nog steeds vast heb, lekt over mijn vingers als een warme ijsco. Ik druk zijn eikel tegen mijn buik terwijl ik hem smachtend in zijn ogen aankijk. “Toe maar,” zeg ik toonloos, gretig knikkend. “Kom je klaar voor me?” Ik schenk hem mijn liefste lach. “Alsjeblieft?” Ik trek er een pruillip bij en knipper zo aandoenlijk mogelijk met mijn ogen. Ik geniet wanneer hij zwicht voor mijn girlpower. Warm ontlaadt hij tegen mijn buik en ik smeer zijn gladde, zeep- zachte geil uit tot over mijn borsten. Hij kijkt me aan alsof ik een wereldwonder heb verricht. Hijgend drukt hij me tegen zich aan.

Minutenlang genieten we van elkaars warmte. Langs ons komt de mensenstroom op gang wanneer we het Stationsplein opdraaien. Hij haalt me nog één keer heerlijk aan voordat we als laatsten met flinke tegenzin, open ritsen en nog zweverig van ons avontuurtje de bus uitstappen. Midden op het Stationsplein blijven we staan. De regen plenst als wijwater op onze liefdesdronken hoofden. “Ik weet niet eens je naam,” zegt hij ietwat bleu. “Misschien is dat beter zo.” Een moment kijkt hij me niet-begrijpend aan. “Dan noem ik je Rosalie.” Hij knoopt zijn jas dicht. “Want dat vind ik de mooiste naam.” Ik gniffel en trek ook mijn jas aan. “Dan noem ik jou Dave, de man met wie ik wonderen beleef. Heb een fijn weekeinde, Dave. Voor maandag is er weer veel regen voorspeld.”

Hij geeft mij het knipoogje dat me laat soppen en loopt weg. Weer of geen weer, maandag is hij de mijne weer.

Libel

Graag uw waardering en/of reactie onder het verhaal, dank u.

Liefs

My

How useful was this post?

Click on a star to rate it!

Average rating / 5. Vote count:

No votes so far! Be the first to rate this post.

We are sorry that this post was not useful for you!

Let us improve this post!

Tell us how we can improve this post?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *