Wanneer ik de voorafgaande episodes nog eens lees, lijkt het wel een aaneenschakeling van orgastische belevenissen. Uitgesmeerd over een jaar of vijftien valt het wel mee, hoewel veel van die gebeurtenissen zich uiteraard vaker hebben voorgedaan.
Zo zit ik al die jaren – zowel ’s nachts als overdag – vrijwel altijd naakt in de auto; heb ik in menig winkelcentrum lopen flashen; zijn bezoekjes aan het naaktstrand altijd reden voor een openlijke vrijpartij; hebben veel obers naar mijn borsten en tepels kunnen staren en draag ik binnen, op mijn hoge hakken na, geen of nauwelijks bedekkende kleding terwijl de gordijnen bijna altijd open zijn; etc., etc..
Hoe dan ook: verleiding en seks zijn wel een bijna dagelijkse bezigheid met als gevolg dat ik, zoals een Belgische vriendin dat zo leuk uitdrukt: voortdurend “loops sta”.
‘Ben ik nu een exhibitionist?’ vraag ik me wel eens af. Niet in de gebruikelijke betekenis van het woord, denk ik. Ik heb nooit de neiging gehad om in mijn eentje naakt de straat op te gaan of een voorbijganger te shockeren door mijn jas open te trekken. Als er iets gebeurde was dat altijd in aanwezigheid van mijn geliefde; om hem te verleiden, wetende dat hij ervan geniet. Wanneer omstanders dat (per ongeluk?) hebben meegekregen, was dat een leuke bijkomstigheid.
Ik kan me maar twee situaties herinneren dat hij er niet bij was. De eerste is als er op een dag wordt aangebeld. Het is al wat kouder; ik draag enkel een sweater met rits die mijn kritieke zones deze keer netjes bedekt. Ik ben er zo aan gewend dat ik, zonder er verder bij na te denken, de deur opendoe voor de pakketbezorger.
‘Ik heb een paar pakjes voor de buren. Er hangt een briefje dat ik die hier mag afgeven.’
‘Ja, dat is waar ook, zet ze daar maar neer,’ en wijs naar de hoek van de hal.
Het eerste is een grote zware doos die hij met veel gekreun en gesteun neerzet. Omhoogkomend zie ik wel dat hij naar mijn nog half zichtbare borsten en blote benen staart; hoge hakken hebben een onmiskenbare magische aantrekkingskracht op mannen.
‘Momentje,’ zegt hij als ik de deur wil sluiten, ‘er komen nog een paar pakjes bij. Gelukkig niet van die zware.’ Met zijn armen vol komt hij terug en wil mij het bovenste pakje aangeven met de vraag: ‘Kunt u die er alvast bovenop leggen?’
Bijna had ik het aangepakt als ik me realiseer dat, wanneer ik buk, hij van achteren naar mijn kut hoopt te kunnen kijken. Ik glimlach en wijs naar de hoek in de hal. ‘Mooi pech gehad boefje,’ denk ik bij mijzelf.
Ter afronding geeft hij mij de vrachtbrief en een pen. ‘Wilt u even tekenen voor ontvangst?’
Om te kunnen tekenen op dat losse blaadje houd ik het op ooghoogte tegen de muur. Zodra mijn arm met de pen omhoog gaat, schiet zijn blik schielijk naar beneden omdat mijn kale poes nu volledig in zicht is gekomen.
‘Shit, het is hem toch gelukt,’ denk ik. ‘Bevalt het wat je ziet?’ vraag ik hem terwijl ik teken. Met een vuurrode kop pakt hij de vrachtbrief aan en verdwijnt.
Die keer dat ik echt voor het eerst “solo” ga, is op verzoek en met aanwijzingen van Peter, mijn lief. Gisteren is hij met het management van hun onderneming voor een aantal dagen opgehokt in een hotel. Het belooft een spannende bijeenkomst te worden want ook de internationale directie is aanwezig.
Al vanaf het eerste moment dat die bijeenkomst bekend werd is de verwachting dat er een stevige reorganisatie zal worden aangekondigd. Wekenlang heeft hij thuis allerlei mogelijk scenario’s uitgewerkt. Wanneer tijdens een sessie de internationale controller met cijfers goochelt, meent Peter dat hij toch andere uitkomsten heeft berekend. Hij zoekt ze, maar kan ze niet vinden.
‘Stik, dan zijn die toch in een doos beland,’ realiseert hij zich. Twee weken terug hebben wij tientallen dozen met archief uit zijn werkkamer naar zo’n commerciële opslagruimte gebracht.
Tijdens de lunchpauze belt hij mij dat hij die stukken zo snel mogelijk nodig heeft. ‘Stuur ze maar per koerier.’ Met de aanduiding wat hij zoekt en in welke doos dat zou kunnen zitten, sluit hij af met de cryptische mededeling dat vandaag Marc dienst heeft. Marc is een werkstudent wiskunde die daar altijd op de maandag en nog een aantal avonden zit. We hebben hem een aantal keren gesproken. Een aardige knul, niet bepaald het type macho. Integendeel, eerder een verlegen nerd.
Met: ‘Doe ook maar iets leuks voor hem,’ wil hij afsluiten. ‘Iets leuks, wat bedoel je?’ vraag ik verbaasd.
‘Geef hem maar een beetje van het plezier dat ik zou hebben als we samen zouden zijn gegaan.’
‘Bedoel je dat ik dat arme jong moet gaan lopen opgeilen?’ ‘Nou ja, zoiets. Kijk maar.’ ‘Als je thuis bent stuur me dan wel een mailtje met een gedetailleerd verslag hoe het is gegaan; dan heb ik er ook nog plezier aan voor het slapen gaan.’
Verstomd sta ik nog even na te denken over wat hij gezegd heeft. ‘Dat meent ie niet, dat heeft hij nog nooit gezegd.’ Even later weifelend: ‘Nou ja, laten we maar kijken waar het schip strandt.’
Ik stap in mijn autootje en sjees naar de opslag. Om aan Peters verzoek te voldoen heb ik een van mijn geliefde doorknoopjurken aangetrokken. Van boven en onder maak ik genoeg knoopjes los om de aandacht te trekken. Marc ziet mij al uitstappen en zwaait. Net als ik terug wil zwaaien plotseling een harde windvlaag; de jurk vliegt omhoog en ik sta tot aan mijn borsten naakt. ‘Nou, die heeft niets meer te raden,’ denk ik terwijl ik de jurk van mijn hoofd afstroop.
Binnengekomen zeg ik zo nonchalant mogelijk: ’Ik moet even iets ophalen voor Peter,’. ‘Is goed,’ stamelt hij terug.
De gangen naar onze opslag zijn verlaten. Gelukkig vind ik vrij snel de documenten waar Peter om gevraagd heeft. Op het moment dat ik de doos terugzet vraag ik me af of Marc mij via de monitoren heeft gevolgd, want overal hangen camera’s. Het verzoek, of eigenlijk meer: de opdracht, van Peter tolt door mijn hoofd. ‘Zou ik nog meer durven?’ Met bonkend hart neem ik een wild besluit: ik knoop de jurk helemaal los en laat hem half over mijn schouders zakken. Zo posteer ik mij tegen de deuropening in de richting van de dichtstbijzijnde camera.
‘Nu maar hopen dat hij oplet,’ denk ik bij mijzelf. Hevig vingerend en mijn borsten knedend jaag ik mij naar vele hoogtepunten. Tot slot kijk ik, langzaam mijn vingers aflikkend, geil de camera in.
Ik neem even de tijd om tot rust te komen en ga dan langzaam terug naar de ingang. Marc zit met gebogen hoofd aan zijn rits te morrelen. Het bewijs van zijn ontplofte zaakje is nog zichtbaar op zijn handen.
‘Was het lekker?’ vraag ik. ‘Ik hoop dat je ervan genoten hebt want dit was een speciaal cadeautje voor jou.’ Mij aankijken durft hij nog steeds niet en stamelt wat onverstaanbaars.
Om het ijs te breken vraag ik hem: ‘Jullie hebben toch ook zo’n snelle koerier service?’ Heb je een grote envelop? Peter heeft deze stukken vandaag nog nodig.’ Langzaam komt Marc weer bij zijn positieven, veegt zijn handen af en onderneemt actie.
Met een handkus neem ik afscheid en rij terug naar huis. In de auto realiseer ik me ineens dat ik een gigantisch risico heb genomen. Wat als er intussen nog anderen waren binnengekomen en mijn actie op de monitoren hebben kunnen volgen? Thuisgekomen val ik uitgeput in een diepe slaap.
De volgende dag, vroeg in de morgen, belt Peter. ‘Ik heb de stukken gisteren ontvangen, perfect.’
‘Maar … hoe is het eigenlijk met jou vergaan? Je zou me toch nog een mailtje sturen?’ ‘Lieve schat, ik was compleet gesloopt. Je belt me net wakker.’
Nadat ik hem het relaas van mijn expeditie heb verteld, weet ik zeker dat hij vandaag niet zo oplettend zal zijn.
Kus,
Loïs.
Graag uw sterrenwaardering bovenaan en/of reactie onder het verhaal. En/of eventueel rechtstreekse mail met schrijver. Dank u.
Liefs My