Ze sliep niet echt toen ze voelde hoe zijn vingers voorzichtig en uiterst licht een weg zochten naar haar geslacht, onder de smalle rand van haar tanga door. Dat was iets wat hij vroeger wel vaker deed, haar heel behoedzaam, terwijl ze sliep of deed alsof, beginnen te strelen in haar intiemste plooien.
Dit was nu echt een aards paradijs. Vlak voor het einde van hun zomervakantie hadden ze de plek ontdekt op een van hun dagtochten die ze te voet maakten. Soms trokken ze dwars door de natuur, als dat mogelijk was, zo niet, dan volgden ze de gemarkeerde wandelpaden. Peter droeg een rugzak van dun, stevig nylon. Erin zaten twee anderhalve literflessen van plastic. Eén met bronwater gevuld, de andere met wijn, allebei ter bescherming in een handdoek gewikkeld. Ook in de rugzak zaten een in tweeën gesneden stokbrood en een homp geitenkaas in folie. Al stappend aten ze een appel. Tania en Peter waren geoefende trekkers. Doelbewust en met plezier beoefenden ze het wandelen. Niet alleen omwille van hun gezondheid, maar ook om intenser landschappen te leren kennen dan alleen maar vanuit de auto. Dit was nu al hun derde vakantie van twee weken in deze ruige, bloeiende streek. De eerste week hadden ze vooral gerust en gezond. Op het heetst van de dag zaten ze gewoonlijk in een landelijk restaurantje onder een luchtige pergola. Het leven was zon, bruinen, de mediterrane sfeer. Tania hield niet van koude en sneeuw. Ze was geen wintertype en dus namen ze meestal vakanties in de warmere maanden en in het zuiden dat hun aan het hart lag.
Op de twaalfde dag deden ze een ongelooflijke ontdekking. Op aanraden van de waardin van het onaanzienlijke, maar goedkope dorpsrestaurantje waren ze op zoek gegaan naar het kleine bergriviertje. Midden in een ruig gebied, zonder wegen of huizen, ontvouwde zich, net op de middag en dus tijd voor een siësta, een adembenemend mooie plek. Het bergstroompje, dat ze al gedurende twee uren stroomopwaarts hadden gevolgd over door erosie omgevallen of door onweer gevelde boomstammen heen, gaf ineens uit op een klein poeltje. Dat lag aan de voet van drie kleine watervalletjes. Het ene was een veertigtal centimeters boven de andere gelegen. De kleine klaterende stroomversnellingen waren glashelder. Tussen de rotsen langs de oevers, torenden enorme dennen. Sommige scheefgezakt en kennelijk het lot beschoren van hun voorgangers die dwars over en in het riviertje waren gevallen. Op het kabbelen van het water na was het er doodstil. Tania wees met een uitroep op twee turquoisekleurige vlinders die vlak achter elkaar grillig boven het glinsterende water fladderden. Dergelijke vlinders hadden ze nog nooit gezien.
“Dit hier is het helemaal!” zei Peter. “Wat een mooie plek, haast onwezenlijk. Hier blijven we. Er is schaduw en de kleine poel is net groot genoeg voor twee. Kijk, het water komt maar tot je knieën.” Hij gooide zijn kaki zonnehoed op een rotsblok en wiste met de voorarm het zweet van zijn voorhoofd. Tania stond al in het water.
“Kijk, kijk!” Fluisterde Peter, als om ze niet af te schrikken, wijzend naar vier reuzenlibellen die als vliegende juwelen achter elkaar aan dansten. “Wat een prachtig miniatuurballet!”
Hij was al verderop, voorzichtig zijn voeten zettend om niet uit te glijden op de talloze keien van de meest bizarre vormen en kleuren. Dit was een echt paradijs, dacht Tania. Ze kon zich niet herinneren dat ze tijdens een andere vakantie ooit al zo’n intiem, afgelegen en schilderachtig plekje hadden gezien. Ze keek om zich heen en zocht schaduw op waar ze de rugzak in legde, half onder een overhellende rots. Toen trok ze haar perzikkleurige T-shirtje uit. Haar blote borsten bobbelden onder de opgetrokken onderrand uit. Ze legde het hemdje naast de rugzak. Vervolgens deed ze haar witte shorts uit. Eronder had ze een zwarte tanga- badslip aan. Ze speurde naar een vlakke plek om te zonnen. Een beetje van het waterloopje weg, zag ze een lichtelijk afhellend glad, effen rotsblok, half verscholen achter een fijn-gebladerde struik. Ze keek op haar polshorloge. Eerst picknicken.
“Peter?” Hij was al uit het zicht verdwenen, maar ze hoorde hem antwoorden.
“Ik kom!” Na de picknick legde Peter de plastic waterfles tussen twee stenen gekneld in het water, zodat de tuit er bovenuit stak. De wijn miste zijn weldadige uitwerking niet en allebei strekten ze zich uit voor de siësta. Een beetje soezen.
Peter lag in de volle schaduw van de rotswand die aan één kant van de grillige bedding oprees. Tania lag in de zon, behalve haar hoofd, dat overschaduwd werd door het gebladerte van een haar onbekende boom. Ze lag op haar buik, met het hoofd op haar rechtervoorarm. Even richtte ze zich op om te zien hoe Peter lag. Hij lag op een kleine tien meter van haar op zijn rug en staarde naar de lucht. Zaligheid en voldaanheid namen bezit van haar. Ze glimlachte. Ze sliep niet echt toen ze een poosje nadien voelde hoe zijn vingers voorzichtig en uiterst licht een weg zochten naar haar geslacht, onder de smalle rand van haar tanga door. Dat was iets wat hij vroeger wel vaker deed, haar heel behoedzaam, terwijl ze sliep of net deed alsof, beginnen te strelen in haar intiemste plooien. Nooit zou ze de eerste keer vergeten dat haar dat overkwam.
Ze kenden elkaar twee weken. Zijn ouders waren voor het weekend naar de Ardennen. Eerst had hij haar zijn kamer getoond. Nadien lag ze in de woonkamer op de canapé, de knieën zedig opgetrokken onder haar wijde zomer-rok, terwijl hij het late avondnieuws op de radio beluisterde. Ze had de ogen gesloten en rustte in halfslaap. Natuurlijk hadden ze al wel eerder gevrijd. In de auto. Een tweede keer gevogeld op haar kamer, die ze huurde in een akelige buitenwijk. Ze werkte er in de buurt als typiste bij een klein verzekeringskantoor.
Maar wat er toen op de divan gebeurde, was iets nieuws, dat kende ze niet. Dit heimelijke friemelen wond haar hoe langer hoe meer op, terwijl ze zich slapend hield. Wellicht vermoedde hij dat ze deed alsof. Het maakte deel uit van dit ragfijne en intieme spel. Een oeroud spel van instincten. Ze spande zich in om haar ademhaling te beheersen, iets wat zij had geleerd van de sport die zij in haar jeugd had beoefend: grond-turnen. Hoe langer zijn twee middelste vingers traag heen en weer gingen in haar plooien tussen haar grote en kleine schaamlippen, hoe heviger zij geprikkeld werd. Toen, net als nu.
Het verliep identiek, alsof ze het pas voor het eerst meemaakte. Ook later had hij dit geregeld gedaan, het was iets pervers dat hem boeide en dat zij wellustig onderging, dat haar ongewoon opwond door de stille heimelijkheid ervan. Krampachtig hield ze de oogleden gesloten terwijl ze intussen vermoedde hoe hij gretig haar gezicht in het oog hield, wachtend op kleine tekens die onthulden wat er bij haar gaande was. Hij had nu haar geslacht vanonder haar tanga vrijgemaakt. Hij keek ernaar. Ze wist het. Ze hoorde zijn ademhaling nerveuzer en zwaarder worden. Haar achterwerk kwam instinctief omhoog als om tegemoet te komen aan wat er gebeurde. In haar ‘droom’ werkt ze nu mee, dacht hij.
Ook hij was nu verschrikkelijk opgewonden. Maar, hij negeerde zijn erectie en hij concentreerde zich alleen op haar. Behoedzaam vermeed hij bruuske bewegingen. Traag en ritmisch wreef hij verder op en neer, en masseerde haar clitoris die nu dik en uitgesproken was. Hij verslikte zich en vreesde dat zij het half-bedwongen klokken in zijn keel had gehoord. Maar ze bleef stil. Toen zag hij de eerste tekenen. Haar voorhoofd en oren liepen rood aan. Haast onmerkbaar bewoog haar kin en haar keel leek op te zetten. Toen hoorde hij een lange, onderdrukte zucht ontsnappen.
Zij hoopte dat ze zich genoeg had kunnen beheersen om hem in de waan te laten dat zij echt sliep en in haar droom was klaargekomen. Hitsig speelde zij dit mee, dit vertrouwde spelletje. Hoewel haar halsslagaders nog heftig klopten, was het nu al eenvoudiger om zich slapend te houden. Een zoete rust van voldaanheid had zich van haar meester gemaakt.
Zijn vingers trokken nu voorzichtig de onderrand van haar slipje over haar glimmende geslacht. Een takje kraakte onder zijn voet en een keitje of een steentje rolde weg, terwijl hij zich kennelijk onopvallend terugtrok op zijn schaduwplek. Diezelfde avond zou hij haar benaderen om te vrijen en te neuken. Dan zou hij haar een tweede keer doen klaarkomen. En dit wond hem veel meer op dan de directe voldoening nu meteen. Vanavond zal ik een tweede keer klaarkomen, dacht zij.
Toen de romige wolk uit haar was weggeëbd en haar ademhaling kalmer was dan ooit, werd haar geest opnieuw helder. Glashelder, als het kabbelende bergstroompje. Ze rustte met een sterk gevoel van positivisme verder uit en sliep alweer bijna in. Als dit geen vakantie was. Een glimlach gleed over haar nu geheel ontspannen gezicht. Even later hoorde ze hem lichtjes snurken. Hoewel hij het liever tot nadien uitstelde, had hij misschien zelf een orgasme niet kunnen tegenhouden. Van minder dan van zijn zware ademhaling zou haar aandacht ook wel gewekt zijn, zeker zoals ze daar nu lag, midden in de wilde natuur van het zomerse zuiden. De zon priemde nu in haar rug. Een beetje stram ging ze op haar zij liggen. Wat was dat? Er lag een klein papiertje. Zij fronste de wenkbrauwen en las de stuntelige drukletters.
-demain meme heure-.
Beduusd ging ze rechtop zitten en keek wild om zich heen. Er viel niets ongewoons te bespeuren. Peter sliep. De plastic wijnfles lag wat verder. Ineens herinnerde ze zich het kraken van een twijgje. Of was het een tak geweest? Nu pas gaf ze zich er echt rekenschap van dat ze vlakbij het struikgewas lag. Die ene licht-gebladerde struik bij haar platte rots was nog geen anderhalve meter verwijderd en vormde een soort camouflerend scherm tussen haar ligplaats en die van Peter verderop. De turquoise-kleurige vlinders fladderden opnieuw dansend voorbij en eentje raakte haar voorhoofd waar nu zweet op parelde.
Ze trok het papiertje naar zich toe en bestudeerde het alsof het een maansteen was die uit het niets daar vlak bij haar was ingeslagen. Het was een afgescheurd vodje en de letters waren er met een vlekkerige balpen opgekrabbeld. Ze draaide het om, maar de achterkant was leeg. Ze staarde naar Peter die zachtjes lag te snurken met halfopen mond. Terwijl ze het stukje papier verfrommelde tot een minuscuul balletje dat ze onder het grind stopte, tuurde ze scherp maar zo onopvallend mogelijk de omgeving af. Zou…? Ze verdrong de stuitende gedachte. Het was natuurlijk een Freudiaans grapje van Peter geweest. Ze kon een glimlach niet tegenhouden. Ze kende hem al te goed. Zoiets was typisch voor Peter. Van die kleine perversiteiten, daar was-ie sterk in. En die vormen, nu juist de saus waarmee hun intense liefdesleven gekruid was. Al van toen ze nog vrijden, had hij altijd een bizarre verbeelding en ongewone geraffineerdheid aan de dag gelegd. Saai was het met hem nooit geweest. En hoewel ze vaak dacht dat ze niet echt aan een vrij-beurt toe was, was ze telkens verrast dat ze weer eens door een diepe niet te stuiten hartstocht werd meegesleurd en door een onverbiddelijk, krachtig orgasme overweldigd. Niet klaarkomen was er met Peter niet bij.
De zon was intussen opgeschoven, zodat er geen schaduw meer op haar viel. Gehurkt kroop ze een meter verder tot bij de rots die nu haar bovenlichaam schaduw bood, terwijl ze daar zo zittend haar gestrekte benen verder kon laten bruinen. Oppervlakkig peinzend bekeek ze intussen de rijke verscheidenheid van de struiken in haar omgeving. Vaag vroeg ze zich af, hoe ze vanavond in bed, of misschien al meteen in het gehuurde landhuisje, Peter kon afwijzen, want dan zou hij op zijn beurt aan zijn trekken willen komen. Tijd brengt raad, dacht ze. Straks zou ze er misschien al opnieuw zin in krijgen, als hij eenmaal met haar bezig was. Onwillekeurig begon ze te soezen. Haar hoofd zakte stilaan dieper en dieper naar voren.
Moeizaam opende ze de ogen toen ze Peter hoorde vragen.
“Ook een slokje wijn?”
“O nee, ik kan mijn ogen zo al niet open houden.”
Peter grinnikte: “Er is nog één derde in de fles, dus we hebben daarstraks bij de lunch ieder een halve liter gedronken.” “Zullen we nog eens naar het idyllische plekje van gisteren gaan?” had hij de andere ochtend voorgesteld. “Het was daar paradijselijk en bovendien lekker fris en rustig.”
“Tot nu toe hebben we geen geschiktere en mooiere plek gevonden”, beaamde zij. “Aan zee heb je wel zwemgelegenheid, maar haast geen schaduw en altijd mensen om je heen. Klierende, zand-stuivende kinderen en dollende of je badgoed pissende honden, en lawaai en drukte. Waar zouden we beter de laatste dag van onze vakantie kunnen doorbrengen, nu we dat hebben ontdekt?”
Eerder dan ze dachten, waren ze bij het bergstroompje aangekomen.
“Vreemd he, we hebben precies dezelfde weg gevolgd,” zei Tania, terwijl ze net als Peter de joggingschoenen en dikke witkatoenen sokken uitdeed en bij het rugzakje legde. In zijn rode mini-slip waadde hij in het ondiepe riviertje. Zijn rug glom van het van het zweet. Tania verkende eerst nauwlettend de omgeving en trok toen haar Lacoste- tennishemd uit, waar ze, zoals altijd als ze met vakantie was, geen beha onder droeg. Zich bukkend om haar short uit te trekken, voelde ze een heel zachte bries het zweet onder haar vrij-hangende borsten afkoelen. Ze rechtte de romp en duwde haar borsten een paar maal op om ze te luchten. Vervolgens trok ze haar zwarte zwemtanga wat hoger. Ze boog zich over het rugzakje en haalde er de handdoek uit waar ze op zou liggen. Terwijl ze zo stond, kwam Peter naar haar toe en neuriede veelbetekenend.
“Kijk niet zo, je kent ze nu toch al wel, ‘t is toch niet de eerste keer dat je mijn borsten ziet?”
“Ze blijven mij boeien, je moet er blij om zijn. De meeste mannen gunnen hun vrouw zoveel aandacht niet meer, raken ze nog nauwelijks aan.”
“Daar heb ik met jou geen gebrek aan,” mompelde ze. Hij grinnikte, knielde voor haar en sloeg zijn armen om haar warme heupen. Voorzichtig kuste hij haar dijen en sterk gewelfde buik, terwijl hij van onder tegen haar borsten opkeek. Haar tepels, die van het zonnen donkerder waren dan voor de vakantie, staken uit en hij zag ze afgetekend tegen het felle blauw van de lucht. Tania krauwde hem op de schedel in zijn dunner geworden haar en zei plagend.
“Braaf, braaf, ja braaf. Kom, zei ze dan, “genoeg geweest!” En duwde zijn armen weg. “Ik weet een leuk spelletje!” fluisterde hij. Zij schudde haar hoofd van nee en zocht al kuierend een schaduwrijk plekje dat mogelijk lekkerder lag dan dat van de vorige dag. Maar ze vond niets beters. Ze spreidde de grote handdoek uit en ging er ruggelings op liggen, half opgericht, steunend op de ellebogen. Ze staarde dromerig naar de zacht stromende minibeekjes, die wat verderop samenvloeiden in de kniediepe plas. Peter was bezig met een fototoestelletje dat hij instelde en voor zijn spiedend oog bracht. Hij kwam dichterbij en kiekte haar. Haar borsten bolden opzij van haar borstkas uit, zoals ze daar steunend op de ellebogen lag. Dat zou op de foto goed te zien zijn terwijl de omkaderende natuur er niettemin duidelijk mee opstond. Daarna borg hij het cameraatje weer op en haalde de wijnfles en de twee plastic bekertjes naar boven. Tania zag dat hij halvelings een erectie had. Toen ze hun lunchpakket hadden verorberd, sloeg de loomheid door de dikke landwijn toe. Nu was het weliswaar bijzonder heet. Veel drukkender dan de dag ervoor. Tania probeerde tegen de slaap te vechten, maar gaf het op. Het was immers hun laatste vakantiedag en ook de laatste siësta. Eenmaal terug thuis was een middagdutje nog slechte een abstract begrip. De middagpauze op het werk duurde maar een half uur. De lucht was nu zwoel en Tania sufte. Ze was niet meer in staat te denken en het leek of haar benen honderd kilo wogen. Misschien hing er onweer in de lucht.
Ze werd onscherp wakker en heel geleidelijk, alsof ze nog half in haar wulpse droom bleef hangen. Maar de droom bleek verder te gaan dan de realiteit. Of hadden de vederlichte vingers die behoedzaam bewogen in haar kruis, de droom veroorzaakt? Dit keer was het echt in haar slaap dat hij… en niet in een slaap die zij voorwendde. Ze merkte verrast dat zij flink gestimuleerd was. Ze was al nat, voelde ze verwonderd. Hij was erin geslaagd haar zonder dat ze het wist heet te maken. Haar lippen waren gezwollen. Een verschrikkelijke hitsigheid was bezig haar mee te slepen naar meer. Ze hield zich doodstil. Maar de wellust die haar onderbewustzijn al een poosje in zijn greep hield, was nu zo sterk dat ze met moeite het stuwende hijgen en zuchten kon terugdringen. Toen ging er ineens een lichte schok door haar: het beeld van het briefje. Ze liep warm en rood aan tot achter de oren, wist ze. Wat een heet-zak, haar Peter. Hij ensceneerde het voor haar. Een eerste hittewolk trok door haar hoofd, vervolgens door haar lijf recht naar beneden, waar het spel zich afspeelde. Daar leek de wolk zich te verspreiden. Nieuwe hittekracht echter begon nu vandaar opnieuw uit te zwermen. Ze voelde de wolk al komen, maar die was nog heel ver.
En achter de hitte in haar hoofd zag ze ineens een visioen van een gebeuren toen ze zestien was; ze lag op haar rug, bloot, in een laag sheltertje van het Amerikaanse leger en haar even oude vriendje lag op haar maar durfde haast niet in haar te bewegen, uit angst meteen klaar te komen en daarom durfde zij evenmin te bewegen, hoewel ze zich van de drift nauwelijks kon bedwingen.
Ze opende heel even haar ogen, tuurde door haar wimpers over zijn rug heen en zag toen de vingers die twee van de drukknopen van de tentsluiting hadden losgemaakt. En dat ene opengesperde oog. Ze was als verlamd en fluisterde in zijn oor: “er staat een vent te loeren.”
Nee, dat was zij niet, dat was het verhaal van haar beste vriendin Marianne, die had het haar zo gespannen verteld dat ze dit toen gek genoeg had ervaren als had zij het zelf meegemaakt. Bij een geschikt liefdesplekje in de vrije natuur zit er altijd wel een boer verborgen. Die kerels deinzen voor niets terug; ze kennen de omgeving als hun broekzak.
Krampachtig onderdrukte zij de kreten die van diep onderhuids opwelden, terwijl de hittewolk nu van onderen naar boven trok en onder haar schedel een uitweg zocht. Het leek of haar hersenen zouden openspatten. Met haast bovenmenselijk e beheersing spande ze zich in om niet te laten merkte dat ze haar gezicht, verwrongen als het was, in het grofkorrelige zand perste, zo diep… zo diep.
Haar kut leek opengesperd en het fijne en snelle trillen verwekte er een verschrikkelijke schokgolf van het hevigste genot, die zich meedogenloos stuwend door haar verspreidde, eindeloos en oeverloos. Toen het ergste was weggetrokken, besefte ze dat ze deze keer een reeks schokjes niet had kunnen onderdrukken. En ze kon zich nu al voorstellen hoe hij met een van drift en perverse spanning verkrampte glimlach om zijn mond en haar intiemste eigenheden gulzig gadesloeg, scherp wetend wat er met haar gebeurde.
Haar hersens waren nog deels verdoofd toen ze merkte dat hij zijn hand voorzichtig tussen haar dijen terugtrok. Ze hoorde hem nu achteruit sluipen. In de loden verlamming waarin ze nog gevangen zat, bleven haar ogen weerloos dicht. Ze werd één met het bonzen van het bloed in haar slagaders. Een poosje later pas was ze in staat de ogen op te slaan. Vanuit haar liggende houding loerde ze naar Peter. Hij lag ook op zijn buik en scheen te slapen. Voorzichtig krabbelde ze overeind en stak een vinger onder het zoompje van haar tanga. Daar was het wak en glibberig. Toen zag ze aan haar voeten het papiertje. Het was kleiner dan het vorige en onregelmatig afgescheurd. Met een nog half vertroebelde blik keek ze ernaar.
-Demain meme heure- , stond er weer opgekrabbeld. Ze pakte het op, rolde er een balletje van en gooide het naar Peter. Maar het bereikte hem niet en viel in een miniwatervalletje. De stroming voerde het buiten gezichtsbereik. In het poeltje hurkte ze voorzichtig en waste haar geslacht. Vervolgens ging ze languit in het ondiepe water liggen, steunend op de ellebogen en met de kin in net boven het water uit. Ze dompelde het hoofd achterwaarts onder. Stilaan werd ze weer fris en helder.
Het was vijf uur toen ze hun spullen pakten. Zo zouden ze tegen zeven uur terug in de bungalow zijn, en mooi op tijd om in het enige dorpsrestaurantje het “Menu du jour” te bestellen. Op het smalle en kronkelige paadje liep Peter voorop.
“Bonjour!” Hoorde ze hem ineens zeggen. Ze keek langs Peter maar zag niemand. Toen pas bemerkte ze de boer die een beetje van de weg af op een rots stond, en tiental meter hoger dan het pad. Hij knikte groetend en glimlachte.
In het restaurantje streelde Peter haar vingers en drukte er een kus op.
“Weet je dat ik ongelooflijk gek op je ben?” Vroeg hij. “Hier met vakantie is het of ik opnieuw twintig ben. Je windt mij op. Ik wil straks met je vrijen, ik ben zo opgeladen als wat.”
Na het restaurantje was het al wat minder heet in hun lage slaapkamertje. Onder het vrijen hoorden ze eentonige kikkers in de verte. Ik zal moeten simuleren, dacht ze. Na een orgasme zoals ik vanmiddag heb gehad kan ik. Maar niet veel later werd ze voor de tweede keer die dag, nu haast grof, meegesleurd door withete draaikolken die haar verscheurden en bijna letterlijk buiten westen brachten. Opnieuw kwam ze klaar, onverbiddelijk en daverend over heel haar lichaam en ledematen.
“Is dat wel gezond, zo hard klaarkomen?” Vroeg ze zwakjes. “Soms is het net alsof ik erin zal blijven.”
“Daarom”, grinnikte hij, “noemen de Fransen het ook “La petite mort, de kleine dood.” Ze hielden elkaars hand vast, de vingers verstrengeld. Terwijl ze tot rust kwamen en door het raam naar de volle maan en de sterren lagen te kijken, dacht ze: ‘Nog steeds heeft hij niets insinuerend gezegd. Zelfs niet in het heetst van het vrijen, wanneer soms dingen gezegd worden, die alleen in ultieme wellust opwellen. Die perverse lieverd geniet ervan mij in onzekerheid te laten en te zien hoe ik er niet over durf te beginnen. Hij zal denken: die geile trut liet zich ondanks het briefje blindelings bevredigen. In gedachten door een vreemde. Of door mij. En ze rept er met geen woord over. Maar aan de andere kant, zal hij misschien denken, kent zij onze vertrouwde spelletjes. Stel dat ik het hem toch vraag en de briefjes waren echt niet van hem. Ik durf er niet aan te denken. En evengoed heeft hij ze wel geschreven, maar blijft dit ontkennen en speelt welbewust het perverse spelletje dat hij op het oog had. Ineens zei ze zacht: “Peter.” Toen zweeg ze.
“Ja?” vroeg hij, “wat?” Zij kon geen woorden vinden. Toen, gedempt, alsof er anderen in de buurt waren die het niet mochten horen: “Je bent een deugniet.” Ze wachtte hoopvol. Er kwam geen antwoord. “Echt pervers.” Weer wachtte ze gespannen.
“Ik hou van je,” zei ze ten einde raad.
Hij knikte zelfbewust, terwijl zij zich gekweld afvroeg hoe ze het ooit te weten kon komen.
Prachtig, prachtig!
Wederom bedankt Anja.
Je zet het op bijzondere wijze neer, de enscenering, omschrijving van de omgeving, het totaalplaatje.
Ik ga er helemaal in op, ik zie het voor me.
Voor mijn gevoel, ben ik de boer.
En ook bijzonder, je laat in het midden wie wat gedaan heeft.
Toptalent.
Groet