26) Vierde huwelijk

()

“Wakker worden, Anja.” Het grauwe ochtendlicht vulde de kamer toen ik onwillig op het vriendelijke, maar dringende schudden reageerde. “Wakker worden, je moet nu opstaan.”
“Waarom?” klaagde ik, verward en onzeker over waar ik was en waarom ik moest opstaan. Mijn lichaam vertelde me heel duidelijk dat ik warm en ontspannen was en dat ik nog zeker een uur moest slapen. “Omdat je gaat trouwen.” Ik was ogenblikkelijk wakker, ging rechtop zitten en keek de vreemde kamer rond. Guido lag naast me, bracht me geduldig bij bewustzijn. Heel even dacht ik dat ik droomde, dat dit mijn onderbewuste brein was, in paniek over op tijd op het huwelijk komen of dat ik een of andere krankzinnige fantasie verzon waarbij ik met Guido op een vreemde plaats was terwijl ik bij Johan zou moeten zijn en op het punt in het huwelijk te treden. Toen herinnerde ik me de afgelopen avond, het feest en de ontvoering door de piraten.

“Geen paniek,” zei Guido, kijkend naar mijn verbaasde gezicht, “je hebt genoeg tijd. Het is nog niet eens zeven uur.” Het waterige licht dat door de patrijspoorten kwam, bevestigde het vroege uur, maar hij had gelijk. Als ik me na de uitspatting van gisteravond wilde verfrissen, me in mijn trouwjurk kleden en naar de plaats van samenkomst gaan… vanwaar ik nu was, dan moest ik voortmaken. Ik zwaaide mijn benen op de vloer en Guido gooide me een handdoek toe. “Douche is achter die deur,” zei hij, en wees me de weg. Douche? Mijn gezicht moest mijn twijfel uitdrukken, want hij vervolgde grinnikend. “Zelfs piraten hebben tegenwoordig badkamers, weet je.” Onder de stralen heet water werd ik wakker en dacht aan vandaag. Dit was de dag dat Johan en ik ons aan elkaar zouden verbinden, onze verzamelde vrienden en verwanten in het openbaar zouden zeggen dat we bij elkaar wilden blijven. En hier begon ik de dag, spermakleverig en met een schrijnend heuveltje, in Guido ’s bed.

Ik glimlachte voor me heen toen ik mijn nog steeds gevoelige lichaam afdroogde. Misschien was het wel heel goed om op deze manier afscheid te nemen van Guido. Het was zeker eerlijker ten opzichte van onze vriendschap dan het afscheid in de rokerige bar was geweest. Het was ook passend om de plaats van het huwelijk vanaf de rivier te naderen. Johan en ik hadden, zoekend naar romantiek en traditie, maar niet hypocriet genoeg om in een kerk te trouwen, voor een historisch schip gekozen dat in de Schelde lag afgemeerd. Guido had, op aandrang van Tania, natuurlijk, precies uitgerekend hoelang het zou duren om daar te komen, rekening houdend met het getij en het feit dat we stroomafwaarts zouden gaan, geholpen door de stroom van de rivier.

De gasten waren al aan dek van het prachtige schip verzameld toen wij in zicht kwamen. We moeten een schitterende aanblik hebben geboden. Guido aan het roer, zijn zes stoere vrienden aan de roeiriemen, allemaal, misschien wel voor het eerst in hun leven in een schoon wit overhemd, en bij de boeg, mijn witte trouwjurk glanzend in de ochtendzon, de stralende bruid. Johan ’s nicht, Miranda, zag me toevallig het eerst, en terwijl zij wees en schreeuwde, kwamen de gasten langs de reling van het schip staan en juichten ons toe terwijl we langszij kwamen.
Iemand vond een touwladder om naar ons toe te gooien en Guido stond op om me omhoog te helpen. Toen hij me met mijn sleep zag worstelen, tilde hij me op en beklom de ladder met mij in zijn armen, waarbij de lange sleep als een vlag achter ons aan wapperde. Meer gejuich volgde toen we aan dek stapten, waar hij me neerzette, mijn sluier opzij duwde, me een snelle, vriendschappelijke kus gaf en met een laatste zwaai naar het gezelschap en een speciale groet naar Johan over de reling verdween.

Ik draaide me niet om. Ik wilde hem niet zien weg roeien. Ik wist dat dit de laatste keer was dat ik hem had gezien, en ik wilde het niet rekken tot hij nog maar een stipje in de verte op het water was. We hadden onze laatste wilde nacht gedeeld, een laatste ochtend in vriendschap. Dat moest genoeg zijn. Zo vroeg als het was, waren er toch al veel toeristen op de kade, wijzend naar de masten en zeilen boven ons hoofd. Nieuwsgierig kijkend naar de onmiskenbare huwelijksgasten op het dek. Het schip was prachtig. Koperen onderdelen en blank hout glansden in de zachte ochtendzon. Wij zagen er hier ongepast uit, op een schip dat ontworpen scheen voor functionele elegantie, elk touw en iedere klamp had een speciaal doel, en het enige doel van het schip zelf was weggaan, de wereld over, de scherpe boeg snijdend door de golven van de zee. Misschien was het bij nader inzien toch een goede plaats om een huwelijk te starten, peinsde ik.

We waren gezegend met schitterend weer en konden aan dek blijven tot de ceremonie zou beginnen. Mijn familieleden waren verrukt dat ik de dingen op de juiste manier deed, een traditionele jurk en een ouderwetse ceremonie. Mijn vrienden waren geamuseerd, maar niet echt verbaasd. “Jij hebt het altijd leuk gevonden jezelf ergens voor de volle honderd procent in te storten, is het niet?” mompelde Dirk, toen hij en Andrea van de smalle loopplank stapten. Bruno schoot van zijn plaats naast Tania naar voren om zijn broer te begroeten, en ik zag tot mijn vreugde dat alle narigheid op dat moment achter hen lag. Mistflarden dreven vlak boven het wateroppervlak, krulden om elkaar heen toen ze door de eerste warme zonnestralen werden gevangen. Alsof het zo was gepland gleed een flottielje zwanen voorbij, en we bleven allemaal staan kijken toen ze vaart minderden en hoopvol opkeken voor lekkere hapjes. “Te vroeg, het buffet is pas om twee uur,” riep Bruno. Ze dreven verder na een verachtelijk blik op hem. Cassandra begroette me met een kus op de wang. Ze zag er zoals altijd oogverblindend uit, maar was gekleed in een keurig lichtgrijs pak.

“Maak je niet druk,” zei ze, “ik verkleed me later.” Ze zou natuurlijk gaan zingen, maar als Johan ’s oudste vriendin was ze ook eregast. “Johan heeft dit aan mij te danken, weet je,” mompelde ze, terwijl ze als een jaren –vijftig filmster stond te roken en haar blik over het water liet dwalen. “Wat bedoel je?” vroeg ik. Ze keek lichtelijk geamuseerd. “Wist je het dan niet? Ik moest jou voor hem opsporen. Het enige dat hij had was je naam. Ik was degene die aan een gastenlijst moest zien te komen van ieder huwelijk waarop ik deze zomer had opgetreden, en die doorkijken op zoek naar een Anja Boogaerts.” Ze wierp me een snelle, scherpe blik toe. “Gelukkig dat er geen twee van bestaan, toch?” Ik liep naar Esmeralda, die stralend en hoogzwanger naast de mast zat. Johan had Rudy als bruidsjonker gekozen, dus was hij druk bezig met dingen te organiseren en hij had haar op een rustig plekje neergezet. Ze drukte mijn hand en zei hoe verrukt ze was dat we elkaar op haar huwelijk hadden ontmoet en de liefde hadden gevonden. Ze was de gebeurtenissen rond die eerste ontmoeting kennelijk vergeten, of ze koos ervoor ze te negeren.
Rudy en zijn helpers kwamen om ons benedendeks te leiden voor de ceremonie.
De kapiteinshut was verrassend ruim, met overal verguld hout en dubbele ramen, maar was desondanks toch krap voor al onze gasten. Aangezien ik geen ouders had om me weg te geven, had ik besloten geen grootse entree te maken.

Mijn zwager had aangeboden de rol van vader op zich te nemen, een gebaar dat ik erg vriendelijk maar ook lachwekkend ongepast vond. De laatste keer dat we elkaar op een huwelijk hadden ontmoet, had hij geprobeerd me bij Johan vandaan te houden in plaats van me aan hem te geven. Ik stond, net als Johan, vooraan te wachten. Terwijl de gasten binnendruppelden, besefte ik dat hier hoe dan ook geen ruimte was om waardig door het middenpad te lopen. Mijn sleep zou hopeloos verstrikt raken. Ten slotte was iedereen binnen en de ceremonie kon beginnen. De gasten werden stil, ik keek naar Johan en voelde mijn hart zwellen. We waren hier echt om ons in het openbaar voor altijd aan elkaar te verbinden. Ongeacht de vele huwelijken waar ik bij aanwezig was geweest, was het nooit tot me doorgedrongen wat de huwelijksgeloften van hoop en moed precies betekenden.

“Neem jij, Anja Boogaerts, deze man…”
“Ja,” zei ik met krachtige, heldere stem. Ja, ik wil – ik wil het, ik wil hem. Ik wil deze man, die delen in mij heeft opengelegd waarvan ik het bestaan niet wist, en die nooit op de vlucht sloeg, wat hij ook aantrof. Ik ben van plan bij hem te blijven zoals hij bij mij is gebleven. Ik wil. Toen Johan mijn hand pakte om de ring aan mijn vinger te schuiven, trilde ik onder zijn aanraking. De Romeinen geloofden dat er een rechtstreekse verbinding tussen de vinger en het hart was, maar mijn vinger leek verbonden met mijn hele lichaam, hart, borsten en geslacht. Ik pakte zijn hand om hem de ring te geven die Tania me had aangereikt, en hij bood zich aan zoals hij me in die hotelkamer zijn hele lichaam had aangeboden, met volledig vertrouwen en openheid. Johan hief teder de witte sluier van mijn gezicht, boog zijn hoofd en kuste mijn opgeheven lippen. Ik voelde een golf van opwinding door me heen slaan. Nu ben ik van jou, dacht ik, ik geef je mezelf om me voor jezelf te houden of te delen, als je dat wilt. Ik behoor aan mijn echtgenoot.

Ik was een beetje duizelig toen we hand in hand weer aan dek kwamen. Een groep toeristen op de kade begon te applaudisseren toen ze ons zagen verschijnen, ik zwaaide terug, en bedacht hoe vreemd het was dat ze klapten omdat wij ons zelf gelukkig hadden gemaakt. Terwijl iedereen om ons heen kwam staan en ons feliciteerde, kon ik alleen maar als een idioot staan grijnzen en steeds herhalen.
“Dank je, dank je,” op wat de mensen ook maar zeiden. Johan scheen er niet beter aan toe. Hij greep mijn hand alsof hij me nooit meer zou loslaten en knikte met een gelukzalige glimlach om zijn mond. Gelukkig had Rudy de touwtjes in handen, en hij zorgde er op Tania ’s geschreeuwde aanwijzingen voor dat we ons opstelden om de foto’s te laten maken. De wind blies mijn sluier uiteen, maar ze zei dat ik me geen zorgen moest maken. “Dat maakt de foto’s alleen maar interessanter,” riep ze.
Op dat moment kreeg de wind een hoed van een van de tantes in zijn greep, en het ding zeilde omhoog, miste op wonderbaarlijke wijze alle touwen, en belandde op het water. De zwanen zwommen erheen om hem te onderzoeken, vreesden met een indringer te maken te hebben, maar wendden zich af toen hij geen tekenen van leven vertoonde. Ze nam het luchtig op. “Ik hoop alleen dat ze niet proberen de plastic kersen op te eten,” verzuchtte ze. “Een zwaan verstikken geldt als verraad, is het niet?”

Johan ’s moeder, die ik slechts kort tijdens Miranda ’s huwelijk had ontmoet, kwam naar me toe en gaf me een stevige, warme hand. “Gefeliciteerd, liefje,” zei ze met diezelfde luide stem, “ik weet zeker dat jullie erg gelukkig worden. Begin alleen niet overhaast aan baby ‘s.” Ik verzekerde haar dat we dat niet van plan waren. “Daar ben ik blij om,” zei ze, “want anders zouden deze dingen volkomen verspild zijn.” Met deze woorden duwde ze twee zware pakjes in onze handen. “Dank je,” zei ik, toen we het papier eraf haalden. Ik voelde iets scherps in de mijne en ik hoorde iets tinkelen toen Johan het zijne op de vloer liet vallen. Sleutels, twee sleutelsets voor motorfietsen. Toen ik stomverbaasd opkeek, knikte Johan ’s moeder naar de wal. Daar, glanzend rood en zilver tegen de grijze stoeptegels, stonden twee dezelfde Ducati ‘s. Ik was sprakeloos. Net als Johan, die alleen “Moeder! Ik…” kon uitbrengen. We staarden verbijsterd naar de wal. “Ach,” zei ze luchtig, “ik vond een eetservies niet echt bij ons passen.” “Dank je,” zei ik, met een prop in mijn keel. Zelfs Johan ’s moeder wist dat we ons leven in vrijheid niet zouden opgeven om een conventioneel paar te worden. De twee glanzende motoren waren een symbool voor wat ons huwelijk kon zijn.

Er was geen ruimte voor een zittend diner, dus had Alex een buffet in de kapiteinshut klaargezet. Tania had hem natuurlijk in de gaten gekregen en maakte een opmerking. “Verrukkelijke catering.” Ik bloosde en ze haalde haar wenkbrauwen op. “Aha, je hebt het dus al eerder geproefd?” mompelde ze, waarna ze wegwandelde. Hij zag er nog aantrekkelijker uit dan tijdens Miranda ’s bruiloft, nu hij geen uniform hoefde te dragen en alleen een zwartzijden hemd met een strakke broek aanhad. Het voedsel was verrukkelijk, daar had ze gelijk in, en de feestelijke sfeer vulde de prachtige kapiteinshut. Na het eten belde Rudy met de koperen scheepsbel die aan de wand hing, en alle ogen keerden zich naar het eind van de ruimte, de gasten vielen stil. Tania stond op.
“In afwezigheid van de vader van de bruid,” begon ze, “is de eer aan mij om de eerste toespraak te houden. Voordat ik echter begin, wil ik graag duidelijk maken dat ik geen verantwoording neem voor Anja’s opvoeding of morele rechtschapenheid.”
Er werd gelachen, enkelen lachten veelbetekenend. Als Tania echt verantwoordelijk voor mijn morele eigenschappen was geweest, zou ik er nog minder hebben gehad dan nu het geval was.

Ze sprak prachtig, ontroerend en geestig, bespeelde het hele publiek, niet alleen de intieme vrienden die me goed kenden. Ze zag er ook vreemd gepast uit, gekleed in een goed gesneden mannenkostuum met een wit overhemd en das, alsof ze er als mijn bruidsjonker net zo goed wilde uitzien als Rudy voor Johan. “Omdat ik Anja zo goed ken,” concludeerde ze, “weet ik dat er een heel bijzondere persoon nodig is om haar gelukkig te maken, en ik twijfel er niet aan dat Johan die persoon is. En daarop wil ik toosten. Op Anja en Johan.”
“Anja en Johan,” riepen de gasten, waarbij ze hun glas hieven. Tania ging zitten en ik kneep in haar hand.

Johan hield zijn toespraak, voor een keer verrassend serieus, en toostte op de bruidsmeisjes, twee nichtjes die zich onberispelijk hadden gedragen. Rudy stond op voor zijn toespraak, en Johan en ik wisselden een bezorgde blik. Het was traditie om een amusant verhaal te vertellen over hoe de bruid en bruidegom elkaar voor het eerst hadden ontmoet, maar dat verhaal zou voor de gasten behoorlijk moeten worden aangepast. “Het is goed,” fluisterde Johan. “Rudy zou nooit iets doen waarmee hij Esmeralda in verlegenheid brengt.” En hij had gelijk. Rudy slaagde erin een verhaal te vertellen zonder de aard van onze eerste ontmoeting uit de doeken te doen. Ik kreeg Cassandra in het oog die achteraan stond, nu omgekleed in een oogverblindende jurk met zebraprint en ze trok een gezicht naar me.

“Het zal voor Anja geen verrassing zijn,” zei Rudy, “te horen dat Johan ’s reputatie voor hij haar ontmoette…” De pauze was lang genoeg om een lach te veroorzaken voor hij klaar was, “kleurrijk was. Als mij op mijn eigen huwelijk was gevraagd iemand aan te wijzen die als volgende in het huwelijksbootje zou stappen, zou Johan ’s naam niet over mijn lippen zijn gekomen. Ik zou eerder honderd Euro hebben verwed dat voor ik als bruidsjonker een toespraak voor Johan zou maken. Ik er een als vader voor de bruid zou maken.” Hij verwees trots naar Esmeralda ’s zichtbare bolle buik, en ze bloosde. “Maar,” vervolgde Rudy, “niemand is gelukkiger dan ik dat ik het bij het verkeerde eind had. Johan, je hebt met Anja je gelijke ontmoet. Alsjeblieft, voeg je bij mijn nogal ongebruikelijke toost. Op het vermogen ons allemaal te verrassen!”

Johan en ik vonden de overbrugging tussen het diner en het feest een vervelend gat, en we hadden Cassandra gevraagd of ze vroeger wilde beginnen, een soort thee dansant. Dus toen de laatste toost opging in opgewekt geroezemoes, begonnen ze aan een levendige uitvoering van het nummer “Elevator Boogie” en Johan en ik leidde de gasten naar de dansvloer. Ik wist dat ik in deze jurk niet vrijuit kon dansen, maar het kon me niet schelen; ik drapeerde de sleep over mijn arm en liet me door Johan over de vloer leiden, zoals hij tijdens onze eerste ontmoeting had gedaan. Ik deed mijn plicht als bruid en danste met iedereen die me vroeg, genietend van de bewondering die mijn jurk wekte. Johan deed ook zijn best en danste met iedereen die dat wilde, en ik genoot ervan hem gade te slaan terwijl hij zich zo elegant op de muziek bewoog. “Het volgende nummer heeft een zeer speciale betekenis voor de bruid en bruidegom,” kondigde Cassandra aan, “dus laat hen om sentimentele redenen alstublieft deze dans samen dansen.”

De menigte week uiteen om ons bij elkaar te laten komen, en toen Johan me in zijn armen nam op het moment dat de muziek begon, bloosde ik. “Summertime” zong Cassandra, met een veelbetekenende blik op ons, “and the living is easy…”
Ik verborg mijn gezicht tegen Johan ’s borst, in de hoop dat niemand mijn rode gezicht zou zien. Hij besefte precies wat ik dacht en voelde, hield hij zijn armen stevig om me heen en kuste mijn haar waar het onder de sluier uit piepte. Ik voelde zijn opwinding tegen mijn buik en wist dat hij, net als ik, aan de hartstocht tijdens onze eerste ontmoeting dacht. Ik genoot van alles, de kleine formaliteiten en het warme gevoel van omringd te zijn door degenen die van ons hielden. Ik verheugde me op het moment dat Johan en ik uiteindelijk alleen zouden zijn, maar ik had geen haast. Dit was onze dag, en ik zou er alles uit halen en van elk moment genieten. De band nam pauze en Tania trok Johan en mij mee naar het dek.

“Ik wil een paar foto ’s van jullie maken op jullie nieuwe motoren,” zei ze. “In deze jurk?” vroeg ik ongelovig. “Juist in deze jurk,” zei ze, terwijl ze ons over de loopplank duwde, “dat maakt het tot zo’n prachtig plaatje.” Gehoorzaam klommen Johan en ik ieder op een motor en grijnsden naar de camera. Ik kon nog steeds niet helemaal geloven dat ze van ons waren, ook al kende ik de reputatie van zijn moeder als benzinehoofd. “Geweldig,” zei Tania terwijl ze kiekjes maakte, “al die witte kant en glanzend rood staal.” Johan glimlachte naar me. “Een Ducati, nietwaar?” mompelde hij. “Wil je dat ik bij jou achterop kom?” Zijn ogen spraken boekdelen. Hij herinnerde zich ook de parkeerplaats bij de zee. Ik kreeg plotseling een beeld van Johan die mijn sleep over mijn hoofd gooide en me ter plekke op deze motor neukte, en er liep een huivering door me heen. “Later,” fluisterde hij.

We keerden terug naar onze gasten, maar nu stond ik in brand van verwachting. Iedere keer dat Johan naar me keek las ik de belofte van onze huwelijksnacht op zijn gezicht. Geen enkele maagd die de eerste aanraking van haar bruidegom verwachtte kon meer met verwachting vervuld zijn dan ik. Daarom wist ik zo zeker dat het goed was dat ik met Johan was getrouwd. Iedere keer dat we hadden gevrijd was het nieuw geweest, een gevoel van openheid voor het onbekende. Hoewel we elkaar beter kenden dan vele paren die hun gouden bruiloft vierden, wist ik dat er vanavond weer iets nieuws zou opbloeien.

How useful was this post?

Click on a star to rate it!

Average rating / 5. Vote count:

No votes so far! Be the first to rate this post.

We are sorry that this post was not useful for you!

Let us improve this post!

Tell us how we can improve this post?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *