Fronsje

()

Hij staat met zijn handen in zijn zakken op de oude vestingmuren van het kasteel en neemt het prachtige panorama in zich op. Zijn gevoel is dubbel. Waarom lijkt de lucht nu minder blauw dan bij zijn vorige bezoek? Ook de geur is minder kruidig dan hij zich herinnert en de armoede in de straten van de stad is hem de vorige keer niet zo opgevallen. Zijn hand gaat naar zijn pijnlijke schouder. Loy schopt doelloos tegen een steen die steviger in de grond verankerd zit dan hij had verwacht. Hij kraakt zijn nek, draait zich om en laat zijn stemmingswisselingen voor wat ze zijn. Kom jongen, naar beneden, lekker eten in het hotel.

Op het dakterras van het hotel is een eet en drinkgelegenheid en vanaf hier heeft Loy een magnifiek uitzicht op de pastelkleurige huizen die om de rotsen van het middeleeuwse stadje gedrapeerd liggen. Het hoogtepunt is het daar bovenuit torenende kasteel waar hij enkele uren geleden nog stond. Zittend aan een tafel langs de balustrade geniet hij van een fles lokale wijn. Uit gewoonte staan er twee glazen op de tafel. Herinneringen heeft hij deze avond niet uitgenodigd. Er met niemand over kunnen praten is ook zoiets. Loy wrijft over een pijnlijk stekend en zichtbaar rood plekje op de buitenkant van zijn bovenarm. Met kleine donkere spikkels lijkt er een lijntje te worden gevormd. Een aantal weken terug is hij er mee naar de huisarts gegaan.

“Stress. Geen punt van maken”, had de dokter geconcludeerd. ‘Hij zou er niet dood van gaan’. Stress, alles is stress tegenwoordig. Maar wat het dan wel is? Hij baalt van het feit dat hij zich zo heeft laten afschepen.

Hij kijkt over de rand van het dakterras. Tegenover het hotel bevindt zich een lager flatgebouw met kleine balkons die in de avondzon fraai belicht worden. Hij neemt de tijd voor de details. Probeert ze te ontcijferen. Elk van hen heeft een verhaal. Loy glimlacht als hij de vrouw ziet zitten die hij vanuit zijn hotelkamer al enkele dagen gadeslaat. Het weelderige, rode kapsel staat haar buitengewoon aantrekkelijk. Rood haar is iets wat in deze omgeving niet vaak voorkomt. Waarschijnlijk is er ergens in de lijn der over-, over-, overgrootmoeders een moeder geweest, die niet hard genoeg heeft kunnen rennen. De Vikingen moeten haar uiteindelijk hebben ingehaald. Evolutionair gezien is er geen verschil of een kind nu geboren wordt uit een liefdevolle relatie of een verkrachting. De evolutie is amoreel, is Loy’s conclusie.

Navraag bij de ober van het hotel wijst uit dat Lucia gescheiden is. De bediende kent haar agressieve ex uit zijn jeugd. Gemakkelijk heeft ze het niet gehad. Met haar zoontje leeft ze nu een bescheiden bestaan in het kleine appartement. Een vrouw met een beschadigd verleden die de knopen in haar leven probeert te ontwarren. Zoveel is Loy duidelijk. De ober geeft voorzichtig aan dat ze nogal op zichzelf is. Met de knieën gebogen en haar blote voeten speels op het metalen hekwerk probeert Lucia met enige inspanning te lezen. Een geconcentreerd fronsje op haar voorhoofd is zichtbaar. Loy vraagt zich al dagen af wat de titel van het boek is. Maar hoe zeurbestendig het boek ook lijkt, haar aandacht wordt opgeëist door haar zoontje. Op dit moment een handenbindertje van de ergste soort.

Uit verveling knalt haar lieveling zijn driewieler tegen het hek van het balkon. Rijdt terug en in vertraagde herhaling wederom een bots. Dan een theatrale val, inclusief dito gil. Aandacht vragend kopieergedrag … Hij zal het van de televisie hebben. Het is de tijd van de tour de France. Hoppa, daar gaat weer zo’n wielrenner van een onbekend merk tegen de vlakte. Dit soort calamiteiten valt kennelijk onder de noemer ‘belangrijk wereldnieuws’ want ze worden als zodanig smeuïg internationaal uitgezonden. Kom mevrouw, naar bed met die koter.

Een bus met vermoeit ogende toeristen ontlaadt zich voor het hotel. Meewarig kijkt hij naar onder; ‘Je ‘sal mar’ in zo’n bus zitten!’ Sommigen dragen hoofddeksels die op een grimmig uitvloeisel van carnaval lijken. Waarschijnlijk medelanders. Gelaten hoort Loy een sfeer ondermijnende opmerking aan; ‘Tering wat is het hier heet’. De verkreukelde buschauffeur is uitgestapt om te helpen met het uitruimen van de bagage en tegelijkertijd een oogje in het zeil te houden om het snaaien van bijdehandse, aandoenlijke bengeltjes te voorkomen.

Ah, de wijn smaakt voortreffelijk. Loy werpt van bovenaf onwillekeurig nog een blik op Lucia en gaat onvast naar zijn kamer. Hij neemt nog even plaats op de krakende stoel achter een rond afgebladderd tafeltje op het balkon. Hij zoekt, “The Daily Terror” tussen de stapel tijdschriften en neemt hem vluchtig door. Loy mijmert nog even door over de tijd dat hij met zijn vrouw met de bus reisde en plukt een voorval uit zijn herinnering. De herinnering; ofschoon niet uitgenodigd, ongevraagd toch welkom. Emoties houden zich nooit aan strikte begin- of eindpunten.

***

Loy zat met zijn vrouw in de autobus op reis naar de vakantiebestemming. De reis duurde lang. De lage prijs van de ´last minute deal´ had hun over de streep getrokken. De bus was niet helemaal volgeboekt. Ze zaten naast elkaar achter in de bus. Toevallig de laatste stoelenrij, naast het gangpad en hiernaast twee zetels compleet vrij. Zijn vrouw was verzonken in haar boek en Loy keek gedachteloos uit het raam. Voelde zich geil. Vraag niet waarom. De nacht ervoor was hij toch meer dan voldoende aan zijn trekken gekomen. Misschien was hij daarom wel zo ontspannen dat hij nu zichzelf verloor in een dagdroom. Voordat hij er zich van bewust werd of er iets aan kon doen was hij opgewonden. Zijn hand zocht voorzichtig contact met haar zorgvuldig door scrubben zacht gemaakte bovenbeen. Ze ging verzitten en liet toe hoe hij zijn hand langzaam subtiel iets naar boven verplaatste. Totdat haar hand maande dat het ver genoeg was. Loy zuchtte, verveelde zich en trok zijn hand terug. Maar dat scheen toch ook niet helemaal de bedoeling te zijn. Verward keek hij haar aan. Ze ging tegen hem aan liggen en Loy sloeg zijn arm om haar schouder. Ze hield zijn hand vast en sabbelde op zijn vingers. Onverdroten las ze verder in haar boek. Haar blote voeten hingen losjes in het gangpad.

Maar Loy zat niet bepaald gemakkelijk, zijn arm begon te tintelen en hij moest een aantal keer gaan verzitten. Haar hoofd lag tegen zijn borst aan. Hij had genoeg van het gesabbel en gefrutsel aan zijn hand, legde ze op haar borst en kneep er zachtjes in. Ze legde haar boek neer, deed haar hoofd achterover en keek hem lachend aan. Ze liet zich met haar hoofd verder langs zijn borst naar onder glijden tot op zijn schoot. Haar ogen lichten op toen haar wang zijn opgewonden staat opmerkte en ze draaide haar mond gulzig en snel naar zijn kruis.

Loy veerde op en keek verschrikt over de stoelen en achterhoofden van de reizigers de bus in. Ze wreef haar gezicht tegen zijn kruis, ademde hoorbaar door haar mond, beet zachtjes in zijn broek en rook eraan. Ze trok haar knieën omhoog. Haar jurk viel ver over haar bovenbenen. Ze liet zijn hand over haar borst glijden en kneep over zijn hand in haar eigen tepel. Beide voelden hoe haar tepels harder werden, ze kreunde en wierp haar bekken omhoog. Loy keek alert naar voren. Ze genoot van haar geslaagde counter op Loy die hij zelf onbewust had ingeleid en over zichzelf had afgeroepen. Ze duwde haar gezicht wederom in zijn kruis. Met een natte tong en bewust overvloedig speeksel lekkend probeerde ze door zijn broek zijn eikel te traceren. Onrustig wipte hij ontwijkend op zijn stoel op en neer, totdat de mevrouw in de stoel ervoor, verontrust vragend achterom keek. Licht voorovergebogen, met beide handen het hoofd van zijn vrouw wanhopig onder controle houdend, knikte hij vriendelijk en geruststellend terug naar de statig grijzende buurvrouw. Hij probeerde nog wat smalltalk maar dat mislukte bij deze mevrouw faliekant. Loy had moeite de handen van zijn engel weg te houden die gretig zijn gulp probeerde te openen. Met een laatste rake beet, draaide ze zich veerkrachtig om, ging rechtop zitten, nam haar boek en vestje mee en ging rigoureus in de stoelen aan de andere kant van het gangpad liggen.

Loy was verbouwereerd door deze verrassende zet van haar. Bloedje geil was hij, maar nog niet klaar om zich hier ‘en plein public’ volledig te laten gaan. Kennelijk had ze dat begrepen en in haar snelwerkend brein een oplossing gevonden door in de stoelen ernaast te gaan zitten. Ze installeerde zich zodanig dat Loy volledig zicht had op haar blote benen. Ze ging met haar rug tegen het raam zitten, knieën licht opgetrokken, de positie van één heup met opzet supersexy gepositioneerd en nam nonchalant haar boek weer ter hand. Ze kon een vilein lachje niet onderdrukken en maakte hem monddood met een vinger. Ze strekte zich uit om over de stoelleuningen heen te kijken. Even poolshoogte nemen. Alles rustig. Dan kon er verder gespeeld worden. Hij zag de ondeugd in haar ogen. Wat was ze van plan?

Wie leidde wie? In het kleine theater der onderdanigheid, werden hier de rollen op een grappige manier uitgedeeld. Ze liet zich onderuit zakken en spreidde haar benen. Loy ging verzitten en draaide zich op alles voorbereid naar haar toe. Zijn verwarde oog gleed over haar heen. Met een ondeugend pruilmondje keek ze opzichtig naar zijn kruis, zag de vochtige plek op de plaats waar ze haar mondafdruk achtergelaten had. Ze wees ernaar, lachte besmuikt en maakte een aftrekgebaar in de lucht met haar licht geopende vuist. Ze vormde met haar mond geluidloos iets van, “kom nu, jij ook”. Met haar mobiele wenkbrauwen gaf ze als een seinvlag allerlei subtiele, geile signaaltjes.

Loy duwde zijn pijnlijk knellende pik door zijn broek heen in een prettiger positie, maar hij twijfelde. Hij bespeurde een vreemd verlangen om tot deze schande te worden aangespoord. Zij was volgzaam en bereid om hem tot het uiterste genot te laten komen. Hij was bloedgeil, het bloed was inmiddels aardig naar zijn hoofd gestegen en zijn ademhaling was snel en jachtig. Maar toch durfde hij de publieke ontbloting nog niet aan en keek schichtig de bus in.

Ze genoot van zijn onzekerheid en speelde vastberaden door. Ze wilde hem. Haar benen gingen verder uit elkaar. Haar jurk werd nog verder omhoog gehaald en hij zag haar hand vluchtig langs haar slipje wrijven. Het slipje werd ook even terloops opzij getrokken. Ze deed alsof ze onschuldig haar boek geconcentreerd aan het lezen was maar hield haar man strak in de gaten. Loy had zijn hand op zijn pik en kneep wat in zijn broek, maar maakte, tot ongenoegen van zijn vrouw, nog geen aanstalten om zich hier achter in de bus tussen het publiek te bevredigen.

Zijn lief probeerde hem met een obsceen uitnodigend handgebaar over te halen. Zij was in alle staten, trok nu haar slipje uit en speelde opzichtig met zichzelf. Haar ogen stonden troebel geil. Tikkeltje omfloerst met af en toe een felle twinkeling erin. Loy herkende haar opgewondenheid. Zijn hart bonkte in zijn keel en zijn mond werd gortdroog. Kennelijk vond ze dat er nog meer olie op het vuur geworpen moest worden. Baldadig wierp ze haar natte slipje in een propje naar hem toe. Ze sloot haar ogen en zakte nog verder onderuit. Met één hand vingerde ze en met de ander hand ging ze knijpend over haar borsten. Haar boek gleed op de grond. Af en toe keek ze hem tussen haar toegeknepen ogen aan. Haar bekken stootte ze omhoog bij elke schokgolf die in haar lichaam sensueel werd opgewekt. Met een verwrongen gezicht kneep ze haar benen tegen elkaar als een klemmende bankschroef, om zo met haar vingers het prachtig glibberende materiaal daaronder zo goed mogelijk te kunnen bewerken.

Met een dikke frons op het voorhoofd keek ze Loy vermanend aan. Waar hij bleef? Een fel hoofdknikje en een felle blik ondersteunden haar intieme wens. “Trek je af!” was haar duidelijke opdracht. Ze verhoogde de frequentie en druk van haar hand. Met open mond en het hoofd achterover kruiste ze haar benen, als wilde ze op deze manier nog meer tegendruk geven aan de enorme jeuk in haar kruis. Dan liet ze plots haar benen los, spreidde ze en gleed met haar vingers verder naar binnen. Toonde Loy met gespreide hand haar kletsnatte vingers en stak haar tong uit om te doen alsof ze haar vingers wilde aflikken. In een plotselinge paniekreactie wipte ze omhoog, snel terug zittend om schrikachtig controlerend de bus in te kijken toen een klotsend geluid net iets te hard doorkwam. Ze giechelde en vingerde zich met een nog hogere frequentie naar een onafwendbaar hoogtepunt.

Dat klotsende geluid was de druppel. Loy had dit ook gehoord en hield het niet meer. Onmenselijk om deze seksuele overgave van zijn vrouw te negeren. Zo dichtbij maar toch onbereikbaar.

Hij keek naar haar gezicht. Een gezicht in de branding. Het kwam in golven. Bij elke golf opende ze haar mond om seksuele spanning in haar lichaam op te vangen. Hij had nog snel een laatste keer in de bus gekeken en zijn broek los gerukt. Gebiologeerd had hij in trance naar het prachtige expressieve gezicht van zijn engel gekeken en zichzelf hartstochtelijk afgetrokken. Hij zag haar komen op de golven op een open, eerlijk en volledig eigen manier, haar bekken in een stuip, trillende benen, zich omhoog drukkend. Loy zat gekromd voorover. Hij kon het niet meer droog houden en verschuilend achter de rugleuning was hij schokkend en ingehouden kreunend, klaargekomen.

Hij zag zijn vrouw gelukzalig op adem komen. Haar benen ontspanden zich. Ze fatsoeneerde haar kleding en gaf hem een veelbetekenende knipoog. Ze trok haar wenkbrauwen vragend omhoog; ‘en jij?’ Scheen ze te vragen.

Loy zei niets en reikte haar een schone tissue om zichzelf proper te maken en één nat als bewijs van eigen kunnen. De laatste had ze niet verwacht. Ze trok even een vies gezicht bij het aannemen van de natte tissue, lachte hardop, rook er even aan en gaf hem een liefdevolle kushand.

De ontdekking van het op deze wijze willen delen van haar intimiteit was voor Loy een grote verrassing. Zijn vrouw als uitdagende vamp en als onberekenbare femme fatale op zoek naar ongerept genot. Hoeveel intimiteit was er nog te ontdekken? Het voorval maakte hem sindsdien bescheiden. Een fantastische herinnering waarmee zij voor altijd zijn respect en bewondering afgedwongen had.

***

Loy kijkt vanuit zijn balkon naar de overkant en ziet Lucia vermoeid gapen boven haar boek. Ze legt haar hoofd in haar nek en sluit haar ogen. Wat zou hij graag kennis met haar willen maken. Nee, dit is te zacht uitgedrukt. Loy fantaseert. Geil en opgewonden geraakt door zijn herinnering. Zou het mogen? Hij wrijft over zijn opspelende schouder.

Het liefst wil hij de woest aantrekkelijke Lucia van achter verrassen door stevig haar borsten vast te pakken en zachtjes in haar oor te blazen. Om dan met zijn natte tong vluchtig rond te cirkelen over de contouren van haar hals en te eindigen met een pittige beet in haar nekspieren. Kippenvel gegarandeerd.

Lucia rekt zich uit met gestrekte armen. Waarna de armen onder spierspanning worden gebogen en haar handen via haar borsten naar haar schoot worden gebracht. Een prachtig gracieuze beweging. Haast sereen. Hij kent inmiddels haar ritueel. Meestal het teken dat het niet lang duurt voordat ze haar bed op gaat zoeken.

Loy probeert wanhopig een opkomende hoestprikkel weg te slikken om geen storende factor te zijn in het decor. Helaas kan hij zijn bronstige bronchiën niet meer onder controle houden. Het komt met kuchjes, dan een hevige rochel die aanzwelt tot orkaansterkte om vervolgens bulderend afscheid te nemen van enig longvocht. “Terror” vliegt door de lucht. De onbetaalde stoel laat zich ook niet onbetuigd en kreunt en piept solidair mee. Al met al geen sterk voorbeeld van een eerste kennismaking. Verbaast en meewarig kijkt Lucia naar haar overbuurman. Als de bui over is kijkt Loy haar met betraande ogen, happend naar lucht aan. Met enige aarzeling gooit hij er een verkrampte glimlach tegenaan en steekt zijn hand op. Ze negeert hem. Niets aan de hand. Morgen nieuwe kansen.

In de ochtend dwaalt Loy door de straten, slentert door nauwe steegjes en bestijgt kuitenbijtende trappetjes. Deze stad moet periodes hebben gekend van ongekende religieuze botsingen, cultureel onbegrip en angst voor de ander. Hij verbaast zich over de smeltkroes van zigeunermuzikanten, jetset uit Istanbul, Joodse handelaars, Krimmige Russen, tweeverdieners uit Europa, filosofische babbelaars omzoomt door snelle hippe jonge mensen en ambachtslieden in hun kleine groezelige winkeltjes.

Als de ruwe aroma’s zwaarder worden en meer naar knoflook en specerijen begint te ruiken, komt Loy aan bij de markt. Een fors aantal tentdoeken doet dienst als zonneschermen en verbinden de kraampjes aan elkaar tussen de krakkemikkige vervallen huizen. Ooit meesterwerken. Een uniek decor voor een feest. Zijn brein opent zich voor de details en hij vergaart met plezier en bewondering de oogst van zijn zintuigen. Een geweldige manier om nieuwe schorsverbindingen in zijn hersenen te creëren. Mag eens tijd worden.

Hij besluit op geursafari te gaan. Loy struint een aantal kraampjes af en laat zich leiden door de geur van zongerijpte, sappig geurende… perziken? Ja, perziken zullen het worden. Met de handen vooruitgestoken betast hij twee perziken zoals je voorzichtig vrouwenborsten benadert. De huid voelt zacht aan. Het onderliggende vlees is soms krachtig en een andere keer weer iets elastischer van ondertoon. Een heerlijk gevoel.

“Nee meneer, niet overal in knijpen, geeft blauwe plekken, dit is nu al de zesde!” De marktkoopman staat heftig met zijn hand te gebaren. Ja, maar hoe moet hij dan weten of ze rijp genoeg zijn om nu te eten, vraagt Loy zich af en knijpt onverdroten in een ander slachtoffer. Een hoop onverstaanbare, vreemde woorden en nog fellere handgebaren van de andere kant van de kraam zijn het gevolg. Oprecht zuidelijk temperament.

Achter hem dringt een vrouw zich op en duwt irritant met haar boodschappentas tegen zijn been.

Loy besluit het er maar op te wagen en bestelt zijn perziken.

De man knikt begrijpend. “How much… kilo?”

Nou eh gewoon zes stuks, ehm,… “Six”

“Six kilo?”

“No, six perziks”

“Perziks?”, vraagt de marktkramer niet begrijpend. Deze? De marktkoopman wijst naar een kist met nectarines.

Nee, perziken. Niet de normale maar die perziken met de witte binnenkant. “No, I mean the white sissy of the perziks”, probeert hij in zijn inventief, creatief Engels en wijst zijn gewenste perziken aan.

“Sissy?” Vraagt de koopman verbaast zijn woorden bedachtzaam herkauwend.

Zuchtend probeert Loy het vervelende gefrutsel met die tas achter hem te ontwijken.

“Yes, the sissy of the perziks with the white inside”. En hij maakt snel met zijn handen een rond luchtgebaar van een soortement perzik en wijst naar de binnenkant ervan. Dan wijst Loy naar de koopman en naar de perziken met wit vruchtvlees die hij wil hebben.

Teveel informatie. De arme man kijkt Loy met steeds groter wordende ogen aan.

“Me white sissy?” vraagt hij verontwaardigt met een hand op zijn borst. Iets in Loy vertelt hem dat dit wel eens verkeerd kan gaan.

“No not you!” Loy maakt een wegwerpend gebaar. Laat die opmerking maar zitten. Door zijn knie snel te buigen en direct te strekken geeft hij die vervelende tas een enorme zwieper. De vrouw kijkt hem boos aan. Dit heeft ook geen zin. Hij besluit haar gelaten voor te laten en zet een stap naar achter. De marktkoopman denkt dat Loy de kraam gaat verlaten, is zichtbaar geïrriteerd en maakt een wegwerpgebaar naar Loy.

Maar Loy is niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Hij zal die perziken verdomme hebben, koste wat kost. Als die tasmevrouw klaar is dringt hij zich terug naar voor. Hij weigert demonstratief zijn gedrag aan te passen en knijpt wederom opzettelijk te hard in een andere perzik terwijl hij de koopman baldadig aankijkt.

“This one,…six!”

“Do not touch sir!” Dreigend.

“I want six of this fucking kind of perziks!” Met stemverheffing. Het inmiddels broeierige sfeertje dreigt faliekant uit de hand te lopen. De koopman komt woest achter zijn kraampje vandaan en beent op hem toe. Internationaal haantjesgedrag, niets aan de hand,… Doen er wel meer! Een plotse vrouwenhand op zijn borst maand Loy tot rust. Ze komt sussend tussen de twee kemphanen in te staan. Het is Lucia! Het medicijn. Ze schijnt er te werken. Wat een prachtige exotische verschijning. Die rode woede in d’r haar en de jurk die haar vrouwelijke rondingen accentueert. Een vrouw in de prachtige vorm van een gitaar, inclusief relativerend fronsje op het voorhoofd. Ze is zich nauwelijks bewust van de enorme seksuele kracht die ze uitstraalt.

Lucia praat wat met de marktkoopman, neemt resoluut een bruine papieren zak ter hand, maakt haar keuze en overhandigt Loy de zak met perziken met een knipoog. Ze haalt haar wenkbrauw in het midden omhoog als een universele uitdrukking van sympathie. Loy betaalt, geeft nog een sportieve fooi en de vrede is getekend. Met een overheerlijke perzik in de hand loopt hij voorover gebogen, het sap druipend langs zijn kin, terug naar het drie sterren hotel. Onderweg wordt hij aangesproken door een kind langs de weg dat zijn hand ophoudt. Loy geeft hem een perzik. Vriendje?… ook een perzik. Nog meer vriendjes? … Afijn, hou de hele zak maar. Bedelen is waarachtiger dan bidden. In zijn optiek hou je dan tenminste niemand voor de gek.

Die avond hetzelfde ritueel. Wederom iets teveel wijn op het dakterras en een laatste espresso voordat hij zijn kamer op gaat zoeken. Dubbel sterk. Gewoontegetrouw bestelt hij twee kopjes en gedachteloos tuurt hij geconcentreerd in zijn eigen kopje. In de oppervlaktespiegeling ziet hij een door zichzelf opgeroepen beeld, die vervolgens achter het tweede kopje plaatsneemt. Langzaam volgt hij met zijn ogen de warm kringelende koffiedamp naar boven. Wanneer Loy opkijkt, is het beeld verdwenen, maar het lepeltje dat op het tweede schoteltje tegenover hem lag, ligt nu op de tafel! Straffe koffie.

Tijd om naar zijn kamer te gaan. Nog een beetje lezen op zijn balkon. Kijken naar Lucia. Verdronken in haar boek. Haar zoontje ligt inmiddels al op bed. Ze heeft een waterflesje in haar hand. Lucia kijkt naar de man tegenover haar, draait tergend langzaam de dop van het flesje en neemt een slok, iets te gulzig, een druppel loopt langs haar gezicht, via haar hals naar haar boezem. Haar wenkbrauwen bewegen subtiel. Loy heeft iets met lenige wenkbrauwen. Een cruciaal smeermiddel in de sociale omgang. Ze draait het dopje weer op de fles, met duim en wijsvinger gaat ze langzaam en subtiel naar onderen, langs de hals van het flesje. Ze krast met haar nagel aan de ribbels van de dop en gaat wederom langs de hals naar onderen met een sierlijke polsbeweging. Je zou zomaar het idee krijgen dat ze het flesje aan het aftrekken is. Loy krijgt het er warm van en probeert, dit keer gelukkig met succes, een hardnekkige hoestimpuls te negeren. De uitdaging om toenadering te zoeken wordt steeds groter, maar Loy beseft dat hij dan wel snel iets moet ondernemen. De tijd begint te korten. Ze rekt zich uit. Tijd om naar bed te gaan. Lekkere dromen en morgen nieuwe kansen.

***

Een man doet een worm aan zijn haak en werpt deze met een stuk lood de 70 meter hoge klif af. De zee is prachtig met zulk helder, licht- en donkerblauw water. Een geweldig zeeschap. Loy zit op een rots en maakt enkele vakantiekiekjes met zijn fotocamera. Eigenlijk zit hij te wachten tot Lucia langs komt. Dit is de weg naar haar favoriete plekje op het strand. Zijn informatiebron van het hotel wist te vertellen dat zondag een vrije dag voor Lucia is. Haar zoontje is deze dag altijd bij haar moeder. Volgens de ober gaat Lucia dan regelmatig naar deze mooie plek. Loy gokt erop dat hij haar vandaag hier zal ontmoeten. Hij kijkt door de zware telelens en ziet Wanis vermoeid strompelen door het duinzand. Wanis is een grote, donkere Afrikaan die zijn spulletjes; handdoeken, petjes, horloges, en andere prullaria probeert te slijten aan de mensen op het strand. Loy heeft hem een week geleden ontmoet. Het indringende gesprek heeft grote indruk op hem gemaakt.

***

Wanis werd bedreigd in zijn eigen land. Hij nam deel aan demonstraties voor vrijheid en tegen religieus fundamentalisme. Bijna altijd draaide dat uit op gevechten met de politie. Littekens zijn zichtbaar op zijn lichaam en ziel. Hij heeft met eigen ogen gezien hoe zijn oudste broer werd gedood en zag geen andere optie dan te vluchten uit zijn geboorteland. Wanis vertelde langzaam met regelmatige stiltes zijn verhaal over de levensgevaarlijke boottocht. Nadat de motor van de gammele boot het begaf heeft hij een week lang machteloos rondgedobberd met nauwelijks eten en drinken aan boord. Turend over de oneindige horizon van alleen water, telde hij wanhopig de minuten en uren. De dood had hij in de ogen gekeken toen er weer een lotgenoot van uitputting bezweek. Wanis verhaalde over de onbeschrijfelijke blijdschap die hij ervoer bij het zien van een vrachtschip. Zijn ogen lichtten op toen hij hierover sprak. Hij is één van de gelukkigen die zijn opgepikt uit zee door dappere zeelui die het als hun zeemansplicht beschouwden schipbreukelingen te helpen.

Wat was Wanis opgelucht toen hij weer vaste grond onder zijn voeten voelde. Nu zou alles beter worden. Het tegendeel was echter waar. Er volgden teleurstellende confrontaties met de vele instanties. Hij werd als illegaal behandeld en kreeg te maken met verlammende bureaucratie en discriminatie. Altijd dat nutteloze wachten. Hij voelde zich een gevangene in een vrij land. Het vinden van werk bleek een groot probleem. Door sommige bevolkingsgroepen werden hij en zijn lotgenoten zacht gezegd ‘vies’ aangekeken. Er werd nog net niet ‘Minder, Minder’ gescandeerd. Hij is uitgebuit door bazen en verpauperd door het leven op straat. Nergens helemaal gekend en altijd op de vlucht naar elders in de hoop ergens een nieuwe toekomst op te bouwen. Een soort rafelige gelaatsuitdrukking was tijdens het gesprek zichtbaar. Wanis oogde vermoeid. Hij voelt zich nog steeds opgejaagd en heeft regelmatig terugkerende nachtmerries. Ondanks alle ellende probeert Wanis zijn eigenwaarde te behouden. De strijd voor een menswaardig bestaan blijft de moeite waard is zijn conclusie. Hij heeft niet voor niets de genen van zijn moeder gekregen, verklaarde hij trots. Zij was binnen de familie degene die bij problemen altijd raad wist. Loy zag zijn ogen fonkelen. De stiltes werden gaandeweg langer. Al bijna drie jaar heeft hij geen contact meer met zijn familie. Over hun lot tast hij nog steeds in het duister. Zijn moeder was altijd optimistisch en opgeruimd, probeerde hij Loy te overtuigen met een lichte ruis op zijn stem. Wanis stond op en betrapte zich erop dat hij zijn emoties teveel had laten gaan. Hij wil geen medelijden. Het gesprek eindigde abrupt met een relativerende opmerking dat het hem nu goed gaat. De laatste tijd heeft hij hier zijn draai gevonden, zo probeerde hij zijn relaas met een laatste zin geforceerd lachend, positief af te sluiten.

***

Een koude rilling liep Loy tijdens het verhaal over zijn rug. Hij had gaandeweg het gesprek een enorme bewondering gekregen voor deze imposante krachtige man. Die ondanks dat zijn wonden nog verder moesten helen, ontembaar positief in het leven leek te staan. Voor Wanis was er überhaupt geen sociaal, economisch of psychisch vangnet aanwezig. Nog geen ‘uit-de-put-trek-tablet’ was beschikbaar. Hij ziet het schrille contrast met het karakter van het zorgsysteem in zijn geboorteland met al zijn patiëntenverenigingen. Het besef van de waanzinnig oneerlijke internationale verdeling van de rijkdom sijpelde dreunend bij hem binnen. Loy restte bescheiden stil zijn. Zouden er meer moeten doen! Uit medeleven en om zijn eigen gevoelens te compenseren, had hij nog snel drie onnodige petjes en twee zonnebrillen van Wanis gekocht.

Loy kijkt naar enkele rondcirkelende meeuwen en herkent in het golvend duinlandschap een rommelig opgemaakt bed. Zou hij de enige zijn die deze associatie heeft? De warmte zindert en de insecten zoemen. Hij kraakt zijn nek uit gewoonte en is zich plots weer bewust van zijn stekende schouder. Hij maakt zich zorgen. De kronkelende zwarte lijntjes vermenigvuldigen zich evenwijdig aan elkaar en het lijkt erop dat ze zich vooral de laatste dagen verder uitbreiden. Hij schopt in gedachten verzonken een steen over de rand van de klif. Ah, daar komt Lucia aan. Zijn hartslag slaat over. Ze loopt voor Loy langs, maar negeert hem volledig. Het is dus wel écht zo wat ze zeggen over rood haar en temperament!

Terwijl Lucia hem heupwiegend passeert, zie je Loy denken; ‘mijn hemel, waar is de rest van de rok? Wat een billen. Om rauw in te bijten’. Met lichte tred daalt ze de ruw uitgesneden trap van de rots af. Genietend van haar ranke schouderpartij volgt Loy haar op gepaste afstand met bonkend hart. Hij verbijt zijn hoogtevrees. Beneden aangekomen is er een enorm zandstrand. Het aantal aanwezige zonaanbidders is er gering. Kennelijk neemt niet iedereen de moeite om het klif af te lopen. De zilte zeelucht is verkoelend en het zuivere duinzand brandt en slokt de voeten op, maar van zo’n prachtig strand accepteer je dat gewoon. Heerlijk.

Ver uit de buurt van andere strandbezoekers rolt Lucia haar enorme badlaken uit tussen enkele verspreid liggende rotsblokken. Ze installeert haar spullen om dan roterend op te staan. Haar vingers plukken aan het transpirerend stukje hemd op haar buik. Vermoeid ploft Loy op een strategisch veilige afstand op het zand. Zijn fotoapparatuur weegt zwaar. Lucia loopt bevallig naar de zee en haakt subtiel langzaam haar vinger achter haar bikinibroekje, om het elastiek dan in een snelle beweging op haar welgevormde bil terug te laten springen. Ze heeft gelijk, het zag er ook overdreven pikant uit. Het broekje was iets te amicaal naar haar bilspleet toe gekropen. Daar moet je direct korte metten mee maken. Alleen gaat het op zo’n sensuele wijze dat het Loy aardig opwindt. Doet ze alsof of speelt ze een spel? Zou ze dan echt niet weten wat ze aanricht? Misschien is het ritme van de actie de oorzaak van de kriebels en de rilling in zijn lijf. Of is het haar vluchtige blik naar hem, toen ze direct na haar actie enigszins angstvallig omkeek. Loy duikt in zijn tijdschrift en doet voorkomen niets gezien te hebben.

Als Lucia bij de vloedlijn is om haar voeten en handen in het zeewater af te koelen, neemt Loy zijn fototoestel uit zijn fototas. Verdekt opgesteld onder zijn inmiddels uitgetrokken kleding, plaatst Loy de camera zo dat hij een goed beeld heeft van wat er schuin voor hem gebeurt. Als ze weer op haar badhanddoek heeft plaatsgenomen neemt ze haar boek ter hand. Loy maakt stiekem enkele foto’s en probeert de lens scherp te stellen om de titel van het boek te achterhalen. Regelmatig gaat Lucia verzitten. Haar hemdje verhult ternauwernood haar borsten. Ze legt haar lectuur neer en smeert haar benen in met zonnebrandcrème. Haar ogen blijven gefixeerd op het proza naast haar. Dan kijkt ze om zich heen. Ze lijkt op haar hoede. Waarschijnlijk bevat het boek nogal wat pikante passages, want Loy ziet haar handen iets te vaak over haar lichaam strelen. Onopvallend wrijft Lucia af en toe schielijk over haar bikinibroekje. Wippend op de ene en de andere bil trekt ze het broekje langzaam stukje bij beetje minimaal naar onderen. Mijn hemel wat is dat sexy. Loy wil ook zo’n boek.

Daar heb je Wanis. Met een grote glimlach komt hij aanlopen met het professioneel sjokkerig tempo van een echte zandkoopman. “Hey mister”. Vermoeid als hij is van het lopen door het zand in deze hitte, is hij verheugd iemand te zien bij wie hij even uit kan rusten. Wanis gooit de zware tassen van zijn schouder en begint onverstoorbaar zijn spullen uit te stallen, de vriendelijk afwijzende reactie van Loy negerend. Er wordt een praatje gemaakt en Loy probeert hem te overtuigen dat hij dit keer geen interesse heeft in zijn koopwaar. Hij wijst naar de pet op zijn hoofd. Wanis toont een kartonnen bordje met ‘massage’ er op geschreven. Nou nee, ook niet echt een goed idee. De gunfactor van Wanis is echter enorm. Loy heeft moeite hem voor het hoofd te stoten. Dan krijgt hij een spontane ingeving en maakt Wanis duidelijk dat hij geen behoefte heeft aan een massage maar dat die mevrouw daar, er zeker ontvankelijk voor is. Loy wijst naar Lucia. Wanis grijnst en legt een rij prachtige witte tanden bloot. Zijn ogen glinsteren als hij zijn gage cash uitbetaald krijgt. Na een ‘high five’ raapt hij zijn zojuist getoonde handelswaar bij elkaar en torst deze naar Lucia.

Waarom gaat Loy er eigenlijk zelf niet op af? Wat heeft hij te verliezen? Is het faalangst? Schuldgevoel misschien? Waarschijnlijk begint het leven pas als hij uit zijn comfortzone wordt getrokken. Maar dan moet hij er wel klaar voor zijn. Mogelijk had hij zich nog onvoldoende losgemaakt. Met het klimmen der jaren wordt in de relatie, trouw of loyaliteit wellicht, een steeds grotere routine. Zijn hand gaat automatisch naar zijn schouder. Weer die irritante, brandende pijn. Die angel moet er toch een keer uit! De laatste keer dat hij voor de spiegel stond had het zwarte stippel- en lijnenpatroon wel iets weg van hoogtelijnen. Op topografische kaarten lopen hoogtelijnen kris kras over de kaart en verbinden punten van gelijke hoogte boven zeeniveau met elkaar. Vreemd!

Als de schaduw van Wanis zich tegen haar aan schurkt, gebaart Lucia enigszins geïrriteerd dat ze geen interesse heeft in zijn koopwaar. Maar Wanis laat zich niet wegsturen. Hij blijft correct en vriendelijk, laat zijn bordje zien en wijst naar de man achter hem. Loy steekt voorzichtig een hand omhoog en glimlacht goedkeurend.

Ach, wat een onhandig gestuntel met die massageolie. Meneer krijgt het dopje niet van het nieuwe flesje af. Kracht genoeg, maar coördinatie vraagt iets meer. Waarschijnlijk te zenuwachtig. Lucia biedt hem nog haar zonnebrand olie aan, maar nee, trotse Wanis wil per se zijn eigen massageolie gebruiken. Kracht zettend draait hij het flesje de nek om. De olie spat eruit, over haar dijen, billen en rug. Jawel, bikinibroekje onder. Duizend maal excuses, maar gelukkig kan Lucia er de humor wel van inzien. Half gedraaid bekijkt ze de schade op haar broekje. Ze fronst haar wenkbrauwen; als dat er nog maar uit gaat in de was. De gedachte op haar gezicht wordt geregistreerd door de fotocamera van Loy.

Lucia ligt op haar buik. De donkere man geknield naast haar. Wanis wrijft wat olie in zijn grote handen en begint met zachte grote bewegingen haar rug te masseren. Bewust of onbewust krijgt hij ruzie met haar bikinibandje. Lucia geeft goedkeuring aan de beleefde vraag van Wanis om de strik op haar rug los te mogen maken. Zijn lange strijkbewegingen komen nu beter uit de verf. Ze ontspant onder zijn handen. Om meer kracht te kunnen zetten op haar bovenrug schuift Wanis iets naar boven. De hand van Lucia zit hierbij in de weg. Bedachtzaam neemt Wanis haar hand en legt haar gestrekte arm voorzichtig tussen zijn knieën op het zand. Als Lucia deze rustig laat liggen is er niets aan de hand. Maar vrijwel onzichtbaar voor haar omgeving streelt ze stiekem met haar vingertoppen subtiel de binnenkant van zijn bovenbeen. Dit gaat een kant op die niet voorzien was. De hand heeft eigenzinnig de wijde beenopening van de gebloemde driekwart zwemboxer van Wanis gevonden. Wanis blijft onverdroten, ritmisch op en neer wiegen met af en toe een kleine verstoring wanneer de cremasterreflex te hardnekkig doorkomt. Loy is gespitst rechtop gaan zitten en voelt dat er iets staat te gebeuren. Zijn hartslag echoot door zijn borstkas.

Wanis neemt nog wat massageolie en wrikt een knie tussen haar licht gespreide benen om voor zichzelf een betere behandelpositie te creëren. Een niet te missen bolling is in zijn zwemboxer zichtbaar. Haar onderrug lonkt en is aan de beurt. Lucia strekt haar armen uit naar voren en grijpt in het zand voor haar. Haar ogen knijpen samen. Grimas op het gelaat. Ze maakt golvende bewegingen met haar lichaam. Hoofd stil. Haren naar één kant en haar billen lichtjes uitdagend omhoog. Ze lijkt de massageolie op haar rug als het ware te ontwijken. De ritmisch golvende beweging eindigt in een subtiele push naar achter met haar billen. Elke keer weer iets verder naar boven. Haar kruis plagend duwend tegen één van de machtige schuin omhoog staande dijbenen van de breedgeschouderde man achter haar. Anticiperend op zijn handen kruipt ze geleidelijk, dreigend met haar billen omhoog. Bij elke vloeiende beweging stukje bij beetje naar haar doel. Haar heuvel wil aarden. Lucia opent haar donkere ogen. Haar pupillen verwijden zich als ze met haar volle billen vluchtig contact maakt met zijn machtig omhoog staande paal. Ze bijt op haar onderlip. Kijkt naar achter en werpt Wanis een vluchtige lach toe.

De vingers van Wanis liggen gespreid op haar billen. Zijn duimen wijzen naar het midden en omcirkelen haar gevarendriehoek. Zijn concentratie is prachtig om te zien. Loy drukt snel op de ontspanknop van de camera. Ritmisch knedend doen zijn donkere, grote handen hun werk. Dan duwt Lucia wederom haar billen speels zachtjes tegen zijn geslacht en komt met haar bovenlichaam omhoog. De volle borsten in de zon. De tepels kijken Loy priemend aan. Lucia neemt de hand van Wanis, drukt ze op haar borst, leidt de hand. Zijn hand wordt haar hand. Omzichtig neemt Lucia de tijd om met moeite haar been verkrampt tussen zijn benen vandaan te halen. Zand heeft namelijk de neiging om werkelijk overal tussen te gaan zitten. Schielijk trekt ze aan de strik van haar bikinibroekje. In kruiphouding spreidt ze haar benen en duwt zich naar achter. Wanis zit nu tussen haar benen achter haar, nog steeds op zijn knieën. Haar billen zoeken hem op. De weg is vrij. Hij kijkt snel om zich heen, maakt het koord van zijn zwemboxer los, trekt de voorzijde van de boxer over zijn machtige pik en voelt de zachte binnenzijde van haar dijen over de buitenkant van zijn harige bovenbenen glijden.

Het past. Het klikt. Dit was van tevoren niet te voorspellen. Loy ziet wilde, gepassioneerde seks met een voor Lucia onbekende, imposante man in het bezit van een ondefinieerbare, keel snoerende aantrekkingskracht die haar het gevoel geeft dat ze onweerstaanbaar aantrekkelijk is. Kennelijk heeft ze gehunkerd naar deze aandacht, dit gevoel, die begeerte. Een golf van herkenning vloeit door Loy’s lijf. Lichtelijk jaloers, met enig ontzag en zeer nieuwsgierig naar de afloop legt hij het gebeuren vast op zijn fotocamera. Loy vermoedt dat haar hartstocht een gevolg is van een bij Lucia jaren opgekropte eenzaamheid die er nu plots uitgeperst wordt. Het waar en waarom doet er niet toe. Huidhonger heerst. Ze kan zich volledig laten gaan want ze ziet hem daarna toch nooit meer. Al valt dat laatste natuurlijk nog te bezien.

Ze omklemt zijn heupen met haar gespierde dijen. Haar billen zoeken ritmisch wippend zijn pik. Transpirerend beseft Wanis dat hij een tijgerin heeft wakker gemaakt. Een haast dierlijk oergevoel dringt zich bij hem op. Wanis staat op het punt een krachtig eigenzinnige invulling te geven aan het begrip ‘rugdekking’. Lucia herhaalt het ritueel. Naar achter duwende billen. Gestrekte armen. Hoofd stil. Dan plotseling kijkt Lucia de blanke man schuin voor haar, geil vanonder haar loshangende haren aan. Knijpt verleidelijk met haar ogen. Tuit haar lippen. Fronst de wenkbrauwen en duwt haar machtige achterwerk nu plots woest naar achter. Ze ziet de onrust bij Loy. Hij hoest en heeft zijn schouder vast. Haar ogen dwingen oogcontact af. Prangende, donkere ogen waar de lust vanaf spat. Lucia verlegt haar zwaartepunt naar achter en leunt zwaar op één gestrekte arm. Met haar vrije hand wijst ze naar Loy met een uitgestoken wijsvinger. Snel daarop maakt ze een cirkel met duim en wijsvinger om daarna met de pols ritmische, op en neer gaande bewegingen te maken. Obsceen uitnodigend gebaart ze hem zichzelf af te trekken.

Een schok van de ‘deja vu’ schiet door het lichaam van Loy. Hij denkt aan de reisbus en zijn ogen kijken even schielijk ontwijkend naar boven.

Lucia wrijft haar tong langs haar bovenlip. Elke keer als ze met haar heuvel contact maakt met de harde paal van Wanis flitsen haar wenkbrauwen subtiel iets omhoog. Haar ogen lichten op. Lucia blijft Loy aankijken terwijl ze de druk naar achter, ritmisch stotend opvoert. Haar bloed stroomt sneller. Het instinct neemt het over. Al zou ze willen, ze heeft geen verweer meer tegen de orkaan die zich aankondigt. “Bab al jana”; de deur naar het paradijs, opent zich… met een fronsje.

Loy pluist in een milliseconde zijn zelfbewustzijn na. Enig trots gevoel komt bij hem boven, hij is gewend zijn eigen seks te beheren. Maar de remming is van korte duur. De situatie is dan ook verdomd overweldigend. Liever inconsistent dan chronisch ontevreden. Hij negeert de immens brandende pijn aan zijn schouder en spiedt om zich heen, kijkt snel naar het wolkje boven hem om dan met volle hand en met een schokkende gretigheid in zijn zwembroek te grijpen.

Lucia druipt, overstroomt, schuimt, dijt uit. Ze kreunt en huivert van geile spanning. De ogen van Wanis zijn stijf dichtgeknepen, hij snuift en stoot diep en dieper in haar schoot. Heerlijk en afschuwelijk, pijn vloeit over in genot, haar lichaam duwt hem naar buiten en haalt hem weer binnen. Lucia zoekt de juiste houding om zoveel mogelijk genot in ontvangst te nemen. Wanis negeert de licht opkomende kramp rond zijn knieën en stopt niet. ‘Zero Tolerance’. Pijnkreetjes volgen zijn beukende ritme. Haar kut zuigt aan zijn pik. Steeds sneller. Wanis hijgt woest en dampt en zweet. Met een vertrokken grimas op zijn gezicht gooit hij zijn hoofd achterover. Ze lijkt verloren. Het liefst wil Wanis zijn zaad op haar billen spuiten. Maar Lucia wenst het genot nog even rekken. Ze duwt haar billen ver naar achter. Wanis schokt maar wenst zich nog niet over te geven en weigert haar opdringerige billen tegendruk te geven. Hij buigt zijn forse torso voorover en deint, zwaar leunend op haar rug, mee op haar ritme. Met zijn vrije hand gaat hij als een razende tekeer tussen haar schaamlippen. Wanis voelt dat hij over de grens is en heeft geen verweer meer. Een muur van golven overspoelt hem. Onontkoombaar. Met een uiterste, ultieme krachtsinspanning komt hij met zijn bovenlichaam overeind om krachtig stotend zijn geil uit zijn lichaam te spuiten. Vrijwel tegelijkertijd komt het explosief orgasme.

Loy laat zich zachtjes achterover vallen. In een totaal ontspannen roes sluit hij zijn ogen en geeft zich over aan het hemels loom gevoel dat zijn lichaam doorstroomt. Hij geniet van de zachte windvlaag over zijn lichaam. Met de voeten gespreid in het zand en het hoofd in de wolken kijkt hij zoekend naar boven. Zijn vrouw moet daar ergens zijn. Glimlachend steekt hij met gestrekte arm een duim omhoog. Hij weet zeker dat als zijn engel van boven dat wolkje zou meekijken, zij zeker ook heeft genoten van dit onverwacht erotisch schouwspel. Het is goed zo.

Die avond geniet Loy voor de laatste keer van de heerlijke wijn op het dakterras. Dan nog even naar zijn kamer op het balkon genieten van de lezende Lucia. Welk boek zou ze lezen? Even komt het idee op om zijn fotocamera erbij te halen en de foto’s na te kijken. Waarschijnlijk zitten er enkele spannende, pikante vakantiefoto’s tussen, om privacy redenen ‘not for public use’.  Maar hij drukt de westerse gedachtegang weg. Dat is voor als hij thuis is. Het zou afbreuk doen aan de sfeer. Als ze zich uitrekt probeert hij contact met haar te maken door haar bewegingen te kopiëren. Een snelle wenkbrauwbeweging is door de culturen heen een teken van herkenning en openstelling voor sociaal contact. Het lukt. Contact! Bij wijze van dank voor de mooie tijd en als afscheid heft Loy glimlachend zijn hand op. Lucia ‘schijnt’ en zwaait lachend terug. Ah, de hoofdprijs; een stralende Lucia. Prachtige overwinning. Voor zo meteen lekker slapen.

***

De volgende dag maakt Loy zich op voor zijn vertrek naar het vliegveld. Zijn vakantie zit erop. Vorig jaar waren ze hier nog met zijn tweeën. Loy is zichzelf hier aardig tegengekomen, maar een prachtig dankbaar gevoel blijft over. Hij realiseert zich dat hij weer een stap heeft gemaakt. De angel is eruit. Hij voelt dat de turbulentie in zijn hoofd duidelijk verminderd is. De medische technologie had gecapituleerd en alle apparatuur was losgekoppeld. De worsteling met zijn wisselende emoties was nodig om het plotse overlijden van zijn vrouw op zijn eigen wijze en tempo te verwerken. Een hobbel die hij van zichzelf moest nemen. Acceptatie blijft een moeizaam proces.

Hij staat na het douchen voor de spiegel. Hij onderzoek in de spiegel zijn knalrode schouderpartij. Het lijkt echt wel een tattoo geworden! De grillige lijnen vormen duidelijk een persoonlijke vingerafdruk. Onder deze vingerafdruk trekken de lijntjes door en vormen sierlijke meanderende letters. De letters vormen een naam van een lieve engel. De naam van zijn onlangs overleden vrouw; Angel

Kom jongen, lekker naar huis. Loy zucht, pakt zijn koffer en fototas en kijkt in zijn hotelkamer nog eenmaal om of hij niets vergeten is. Als hij de voordeur opent ziet hij een bruine papieren zak in de deuropening staan. Hij opent verbaast de zak en de geur van perziken prikkelt zijn neus. Lucia! Een hoestprikkel komt spontaan op. Loy zoekt een mooie uit en neem een forse hap. Sap druipt van zijn kin. Heerlijk leven.

***

Terugvlucht: Loy zit in het vliegtuig. Het is rustig. Naast hem zit niemand. Aan de overkant van het gangpad zit een vrouw alleen. Trots recht hij zijn rug. Een tikkeltje zelfingenomen rolt hij zijn hemdsmouwen tot op de schouders op, wat een fraaie blik op zijn tattoo biedt.

Loy maakt oogcontact met zijn overbuurvrouw. Hij haalt zijn wenkbrauw in het midden omhoog. Vriendelijk knikt zij terug.

“Perzik?”

© Mikes

How useful was this post?

Click on a star to rate it!

Average rating / 5. Vote count:

No votes so far! Be the first to rate this post.

We are sorry that this post was not useful for you!

Let us improve this post!

Tell us how we can improve this post?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *