Terug naar school I

()

1. De zolder

Mijn middelbare schooltijd bracht ik door in een twee eeuwen oud klooster dat als schoolgebouw dienst deed. Sinds de laatste paters het pand in de zeventiger jaren hadden verlaten was het interieur weliswaar drastisch gerenoveerd en gemoderniseerd, maar de glimmende granieten vloeren, de gewelfde plafonds, de zware eikenhouten deuren en de brede vensterbanken onder de hoge ramen – onderverdeeld in vele kleinere ruitjes – waren gebleven.

Ook aan de buitenkant had het gebouw zijn rustieke uitstraling en architectuur behouden. Het verweerde metselwerk, de hoge daken en het opvallende kruis bovenop de monumentale kapel gaven het een onmiskenbaar religieus karakter. Maar bij donkere wolkenluchten en onweer kon het er behoorlijk spookachtig uitzien, zoals in een klassieke Dracula film. Mooi vonden de meeste scholieren het markante gebouw niet, maar na verloop van tijd wist je niet meer beter. Alles went.

Na mijn eindexamen verkeerde ik in de veronderstelling dat ik nooit meer een voet over de drempel van het oude schoolgebouw zou zetten, maar het lot bepaalde anders. Op zoek naar een extra bijbaantje naast mijn studie kwam ik in contact met één van de geschiedenisleraren van mijn oude school, Luc Meesters, die in de wandelgangen ook wel ‘Meester Meesters’ werd genoemd. De geruchten waaraan hij die bijnaam dankte, spraken elkaar tegen.

De orde van Jezuïeten die het gebouw vroeger had bewoond, had besloten een verzameling oeroude documenten, boeken en manuscripten terug te geven aan de school. Dit geschenk bleek van onschatbare historische waarde te zijn, maar bestond uit een onlogisch samengesteld geheel van in slechte staat verkerende stukken. Daarom werd een hulpje gevraagd om één en ander te inventariseren, te digitaliseren en te archiveren.

“Monnikenwerk dus”, grapte Luc door speaker van mijn mobieltje.

Daarmee lachte hij mijn laatste twijfels weg en ik beloofde voorlopig elke zaterdag met hem door te brengen om de Jezuïetenerfenis te documenteren. Ik kon me ergere baantjes voorstellen. Meester Meesters was in ieder geval prettig gezelschap. En het feit dat al mijn vriendinnen stinkend jaloers zouden zijn was een reden meer om zijn aanbod gretig aan te nemen. Het was gewoon te mooi om waar te zijn.

Ik had helaas nooit les van Luc Meesters gehad, maar zijn reputatie van hartenbreker was alom bekend. Hij was misschien wel de meest gewilde vrijgezel uit de wijde omgeving. Warrige donkere lokken, lichtblauwe ogen, sportief figuur, licht gebruind, goed gekleed en vooral erg charmant. Het was een onopgehelderd mysterie waarom deze aantrekkelijke dertiger nog steeds geen vaste relatie had, terwijl hij zich toch voortdurend omringd wist door vrouwelijk schoon. De meiden uit de bovenbouw vielen bij bosjes voor hem en ik was daarop geen uitzondering geweest. Maar in het uitgaansleven werd hij vooral gesignaleerd met lieftallige jonge vrouwen die de schoolbanken al waren ontgroeid. Ach ja… Types als Luc Meesters waren per definitie net zo onbereikbaar als Brad Pitt. Je kon alleen maar naar ze kijken en van ze dromen.

En dus betrad ik bijna een jaar na mijn eindexamen opnieuw dit pand dat – in tegenstelling tot mijn herinneringen – ditmaal volkomen verlaten was. Ik voelde me weer net een brugklasser die voor het eerst over de drempel stapte, bang en onzeker. Ik had aangenomen dat er op zaterdagochtend toch nog enige activiteit zou zijn; een poetsploeg om de gangen te dweilen, een conciërge die eenvoudige klusjes deed of een paar leerlingen met een straftaak. Maar niets van dit alles. Luc en ik waren moederziel alleen en die gedachte deed onwillekeurig een koude rilling langs mijn rug glijden.

Tot overmaat van ramp bleek het schoolarchief zich op de zolderverdieping te bevinden. Hier was ik nog nooit geweest en ik snapte nu ook waarom. Wat een janboel. Overal waar je keek stonden tientallen meters afgedankt materiaal en meubilair onder een dikke laag stof en spinnenrag. Waarschijnlijk was er niet genoeg financiële ruimte geweest om dit gedeelte op te knappen. Het hoge dak was amateuristisch geïsoleerd. Een grote gemetselde schouw met een antieke houtkachel was de enige verwarmingsbron. Ventilatie bestond uit een paar troebele klapraampjes en de krakende houten vloerplanken hadden hun beste tijd gehad. Alleen de elektrische bedrading zag er ietwat minder gedateerd uit.

“Ik heb al een hoekje voor ons vrijgemaakt”, vertelde Luc en troonde me mee naar het uiteinde van de zolder waar twee verouderde bureaus tegenover elkaar stonden met – tot mijn opluchting – goede verlichting, twee nieuw ogende laptops, een scanner, een printer en ander kantoormateriaal. In een hoekje stond een Senseo apparaat op een koelkastje en aan een andere wand een groot aantal dozen en kisten met onbestemde inhoud. Dat moest de nalatenschap van de paters zijn. Al met al geen ideale werkomgeving, maar ach… Ik zou hier maar enkele uren per week vertoeven.

Luc toonde zich vriendelijk en behulpzaam, maar ook uitermate afstandelijk. Als een echte leraar legde kort en krachtig uit wat er met de enorme hoeveelheid in slechte staat verkerend papier moest gebeuren en wat hij van mij verwachtte. Onmiddellijk daarna ging hij aan het werk zonder me nog een blik te gunnen. Van de nood een deugd makend ging ik ook aan de slag, maar een beetje teleurgesteld was ik wel. Ik had gehoopt dat Luc op zijn minst een béétje interesse zou tonen voor mijn persoontje. Zo afstotelijk was ik toch niet?

Ik had een goed stel hersens, daar kon het niet aan liggen. Maar voor de zoveelste keer vervloekte ik mijn muisgrijze imago. Ik was saaie Zara. Met mijn doorsnee figuur en lengte, onopvallend gezicht, kleine B-cup en lange donkerblonde haren paste ik met twaalf anderen in een dozijn. Ik was niet te dun of te dik, niet lelijk, maar ook alles behalve een beauty. Anderzijds betekende het echter ook wel een geruststelling dat Luc zich zakelijk opstelde. In deze bizarre entourage voelde ik me Roodkapje in gezelschap van de wolf. Ik hoopte maar dat hij geen honger kreeg.

Misschien lag het aan het mooie lenteweer, maar een week later was de sfeer al veel minder gespannen. Tijdens de koffiepauze informeerde Luc belangstellend naar mijn studie communicatiewetenschappen. Enthousiast vertelde ik over alle nieuwe ervaringen sinds mijn eindexamen, de gang van zaken op de faculteit en het pendelen tussen mijn studentenkamer in Nijmegen en mijn ouderlijk huis.

“Verliefd?” vroeg hij nieuwsgierig.

“Op dit moment niet. Geen vaste relatie in ieder geval”.

“Hoe komt dat?”

“Ach, ik weet het eigenlijk niet. Het ligt aan mij denk ik. Ik zoek iemand die ik misschien nooit vind”.

“Wie dan? De perfecte minnaar?”

Oeps! Direct was hij wel zeg. Hij bond er geen doekjes om. Ik wilde eigenlijk niet openhartig zijn, maar zijn alerte lichtblauwe ogen leken dwars door me heen te kijken.

“Jongens’, zuchtte ik dramatisch. “Ze willen allemaal hetzelfde. En het is ook steeds hetzelfde. In het gunstigste geval duurt het een uurtje. Dan is het voorbij en vergeten alsof het niets voorstelt. Ergens mis ik iets”.

“Maar je weet niet precies wat je mist?” vulde Luc aan. “Je komt wel klaar maar je voelt je niet echt bevredigd”.

Ik knikte verlegen. Pfff…! Stond het soms op mijn voorhoofd te lezen?

“Dat gevoel ken ik”, bekende hij.

“Heb jij daarom ook geen vaste relatie?”

Het was eruit voordat ik er erg in had. De vraag, die al zo lang op vele lippen brandde, had ik er zomaar uitgeflapt. Ik vreesde dat ik te brutaal was geweest. Ik zag Luc nog steeds als de leraar en ik voelde me een onnozele leerlinge, maar zijn reactie viel gelukkig mee.

“Dat ligt anders”, bekende hij met een geheimzinnig glimlachje om zijn mond. “Ik wil altijd erg graag de baas zijn, weet je. Niet alleen voor de klas, maar ook privé. Maar welke moderne jonge vrouw is tegenwoordig nog onderdanig en gehoorzaam?”

“O, maar ik ben heel gehoorzaam”, giechelde ik nerveus.

Het was een geintje, bedoeld als goedmakertje. Maar Luc lachte niet. Integendeel. Het bleef juist huiveringwekkend stil. Zijn ogen priemden zich vast op mijn gezicht alsof hij me probeerde te doorgronden.

“Oké”, verbrak hij bedachtzaam het stilzwijgen. “Oké Zara, laten we eens testen hoe gehoorzaam je bent. Je kunt bijvoorbeeld beginnen de knoopjes van je bloesje los te maken”.

“Wat?” verschoot ik van kleur. “Ik peins er niet over!”

Het was een impulsieve reactie. Impulsief en verontwaardigd, omdat ik zo’n opdracht niet had verwacht. Maar ik had er onmiddellijk spijt van. Ik had naar zijn aandacht verlangd en nu ik die had, verpestte ik het. Hoe blond kon ik zijn?

“Sorry”, mompelde Luc terwijl hij abrupt opstond van zijn stoel. “Het spijt me. Vergeet alsjeblieft wat ik heb gezegd. Ik dacht even… Ach, laat ook maar zitten. Zullen we weer aan het werk gaan?”

Ik greep naar de stapel mappen op mijn bureau met het gevoel dat ik had gefaald, en liep er mee naar de archiefkasten.

Woede borrelde op in mijn binnenste. Razend was ik. Niet op hem. Op mezelf. Sinds wanneer was ik zo preuts? De vier knoopjes aan mijn bloesje stelden niets voor. Eronder droeg ik een beha, dus wat was het probleem? Ik hoefde me niet te schamen, niet voor mezelf en evenmin voor mijn lingerie.

Terwijl ik mijn emoties onder controle probeerde te krijgen vroeg ik me af wat ik nu moest doen. Na een korte aarzeling besloot ik het risico te nemen. Resoluut knoopte ik mijn bloesje los en nam weer plaats achter mijn bureau.

“Waarom doe je dat?” vroeg Luc toen hij opkeek.

Ja hallo! Wie wilde die knoopjes los?

“Eh… ik heb me bedacht” stotterde ik.

Lekker overtuigend. Straks vond hij me nog labiel ook.

Om mijn antwoord kracht bij te zetten, liet ik het gewraakte kledingstuk van mijn schouders glijden en hing het over de stoelleuning. Schijnbaar onverstoorbaar ging ik door met mijn werk maar inwendig was ik het liefst door de houten vloer gezakt. Wat een afgang!

“Dan is het goed”, hoor ik hem zeggen. “Volgende week laat je die beha thuis”.

<> <> <>

Met die laatste opmerking veroorzaakte Luc zeven lange dagen onrust. Het ging ten koste van mijn eetlust en mijn studie. Die ene zin spookte voordurend door mijn hoofd. Ik kon er zelfs niet van slapen. Twijfels, twijfels, twijfels…

Was dit een flauwe grap of serieus? Testte hij slechts mijn gehoorzaamheid of zocht hij een ordinair avontuurtje? Zou ik wel of niet voldoen aan zijn eis? Zou ik er überhaupt nog wel heengaan? Kon ik niet veel beter een ander baantje zoeken?

Om hem te tonen dat ik niet met me liet sollen, zou ik komende zaterdag zoals gewoonlijk al mijn ondergoed dragen. Wat heet! Hooggesloten was de dresscode.

Of toch maar niet? Ik werd steevast botergeil bij het idee dat ik mijn beha juist wél achterwege zou laten en hem mijn bescheiden borstjes zou showen. Telkens als ik me verbeeldde dat mijn bloesje weer uit zou gaan kwam ik bijna spontaan klaar. Het aantal orgasmen dat ik met mezelf beleefde stond gelijk aan een eenpersoons orgie.

Hoewel ik letterlijk tot de allerlaatste minuut twijfelde, stapte ik uiteindelijk toch zonder beha onder mijn alledaagse kloffie op de fiets. Met het koude angstzweet in mijn handen en mijn hart zenuwachtig kloppend in mijn keel, beklom ik een kwartiertje later de krakende oude wenteltrap naar de zolder. Luc was al druk bezig. Zonder op te kijken mompelde hij een beleefd ‘goedemorgen’.

Nou ja, zeg! Ik hád het niet meer. Speelde hij één of ander psychologisch spelletje of maakte het hem in wezen niets uit of ik er wel of niet was? De moed zakte me in de schoenen. Wat deed ik mezelf toch aan?

Ik besefte dat de spanning ondraaglijk zou worden als ik het initiatief aan hem overliet. Want stel dat het onderwerp nog een paar uur liet rusten? Tegen die tijd kon hij me van pure ellende bij elkaar vegen. Nee, nú moest het gebeuren. Uitstel was niet wenselijk. En dus verzamelde ik wanhopig al mijn moed, hing mijn spijkerjasje aan een roestige spijker en mijn truitje er meteen bij. Met een geacteerde stoïcijnse houding passeerde ik Lucs bureau en nam tegenover hem plaats.

Ik hoefde niet eens op te kijken om zijn blik op me gericht te weten. Ik vóelde zijn ogen prikken in mijn vel. Het schaamrood steeg naar mijn kaken zoals de allereerste keer dat ik mijn tietjes toonde aan mijn toenmalige vriendje. Maar zelfs toen had ik me niet zó ontzettend bekeken gevoeld als nu. Nog beschamender was dat deze hoogst merkwaardige situatie me verschrikkelijk opwond. Mijn harde tepeltjes lieten daar geen twijfel over bestaan. Onzichtbaar was de natte plek in de duisternis van mijn slipje en ik was dankbaar dat dit aan zijn blik werd onttrokken. Alhoewel… In mijn stoutste fantasieën wilde ik dat misschien juist wel.

Waarom zei hij niets? Het stilzwijgen zwol aan tot orkaankracht. Zelfs de meegebrachte portable radio, die op dat moment een oud nummer van Guns & Roses uitbraakte, was niet in staat de onderlinge stilte te verbreken. Pas toen mijn handen begonnen te trillen en ik vreesde elk moment onder de stress te zullen bezwijken, durfde ik het aan mijn ogen naar hem op te slaan. Hij keek me ongegeneerd en zelfverzekerd aan. Een geamuseerd glimlachje speelde rond zijn mondhoeken.

“Je bent mooi”, fluisterde Luc bijna onhoorbaar.

Mooi? Ik? Hij stak de draak met me, de lul!

“Je lacht me uit!” schreeuwde ik gefrustreerd. “Klootzak!”

Geëmotioneerd sprong ik op. Waterlanders dreigden mijn ogen te overstromen. Mijn god, wat voelde ik me gebruikt en vernederd! Ik wist het nu zeker. Hij speelde een goedkoop spelletje met me en ik was zo naïef om me voor zijn karretje te laten spannen. Maar dat zou geen minuut langer duren. Genoeg geweest! Ik wilde hier weg. Weg uit zijn gezelschap. Weg van deze onheilspellende zolder. Weg uit dit macabere gebouw.

Maar ik had nog geen drie stappen gezet toen Luc me stevig bij mijn pols greep.

“Wacht even. Laat het me uitleggen”.

“Er valt niets uit te leggen”.

“Jawel. Je hebt gelijk. Ik ben een klootzak”.

Zelfkennis had hij in elk geval wel.

“Laat me los!”

“Natuurlijk”, zei hij en voegde de daad bij het woord. “Kom even zitten en luister naar me. Daarna kun je gaan en staan waar je wilt”.

Het klonk gemeend. Zijn stem was vriendelijk maar dwingend, zoals hij waarschijnlijk de orde in een schoolklas herstelde. Op de één of andere manier had zijn toegeeflijkheid een kalmerende uitwerking op me. Voordeel van de twijfel dan maar? Nou vooruit… Gelaten liet ik me weer op mijn stoel zakken.

“Zie het als een spel”, begon hij.

“Dus toch”, snauwde ik, gesterkt in mijn overtuiging.

“Laat me even uitpraten. Het is niet wat je denkt”.

Op zijn gemak liep Luc naar het Senseo apparaat, maakte twee koppen koffie, deed er melk en suiker in en overhandigde mij er eentje van. Half leunend en half zittend op de punt van mijn bureau nam hij een slok van de warme drank. Zou hij zelf wel weten hoe ongelooflijk aantrekkelijk hij er zo uitzag?

“Het is niet zomaar een spelletje”, vervolgde hij kalm. “Je denkt waarschijnlijk dat ik je zo snel mogelijk in mijn bed probeer te krijgen. Nou meid, als ik dat had gewild had je vorige week al naakt op dit bureau gelegen”.

O ja? Volgens mij waren daar toch echt twee partijen voor nodig. Ooit gehoord van wederzijdse toestemming?

“Dus je wilt geen… geen seks?”

“Nee. Nog niet in ieder geval. Misschien later, maar dat hangt vooral van jou af”.

Van mij? Dat snapte ik niet helemaal. Mocht het alsjeblieft een onsje begrijpelijker?

“De spelregels zijn in wezen eenvoudig; ik geef de opdrachten en jij voert ze uit. In het dagelijks leven doe je al weinig anders. Je ouders, je leraren, je werkgever, iedereen verlangt dat je iets voor ze doet. En meestal volg je die orders vanzelfsprekend op. Maar het voelt ineens heel anders als het persoonlijk wordt of seksueel getint. Dat kan soms best bedreigend zijn, zoals je zelf al hebt ervaren”.

Zeg dat wel, dacht ik. Ik had de hele week nauwelijks een oog dicht gedaan. Mijn kut voelde gewoon rauw van al die overuren.

“Het hoeft helemaal niet bedreigend te zijn”, vervolgde Luc. “Want jij bepaalt de grenzen. Ik dwing je tot niets. Alles wat je doet, doe je vrijwillig en je mag op elk gewenst moment stoppen. Als je vroeg of laat ineens niet meer komt opdagen op zaterdagmorgen zal ik je niet vragen waarom. Je maakt zelf de keuze hoe ver je meegaat in dit spel. Maar één ding moet je goed onthouden; als je stopt, is dat definitief. Er is geen weg terug”.

“Waarom vraag je dit eigenlijk van me?” vroeg ik.

Ja zeg, mocht ik wel even horen wat de plannen waren?

“Omdat het zo verschrikkelijk lekker is, schat. Wees eerlijk, ben je niet ontzettend geil geweest afgelopen week?”

Tjakka! Midden in de roos.

In verlegenheid gebracht sloeg ik mijn ogen neer. Alweer vloog er een blos naar mijn wangen. Ik hoefde al geen antwoord meer te geven. Mijn zwijgen vertelde hem genoeg.

“Je kunt me vertrouwen”, zei hij op zachte toon terwijl hij mijn ijskoude hand tussen die van hem nam. “Dit blijft tussen ons. Ik laat je niets doen waar je nog niet klaar voor bent en ik beloof je dat je er geen spijt van krijgt. Je gaat je je eigen grenzen verkennen en verleggen. Ik geef je de kans om iets in jezelf te ontdekken waar anderen soms hun halve leven over doen”.

“Zoals?”

“De reden waarom die knulletjes waar je het mee doet, niet in staan zijn je te bevredigen. Ik denk te weten wat je nodig hebt”.

Tja, dat had je met leraren. Ze dachten altijd alles beter te weten.

“En ga je die kennis ook met me delen?”

“Nee”, antwoordde Luc vastberaden. “Daar ga je helemaal zelf achter komen”.

Heel fijn. Nu wist ik nog evenveel.

Ik verloor ter plekke mijn gezonde verstand en zwichtte voor zijn overredingskracht, mijn nieuwsgierigheid en niet te vergeten: mijn libido. De mededeling dat ik kon en mocht stoppen wanneer ik wilde was doorslaggevend. Ik bleef de hele ochtend en middag om verder aan het archief te werken en al die tijd bleef mijn truitje ongedragen aan de spijker hangen. Ik vond het stiekem verdomd spannend om topless over de zolder te paraderen met Lucs ogen op mijn opstandige tepeltjes gericht, zeker toen bleek dat dit hem ook niet koud liet. Hij deed absoluut niets om de erectie in zijn broek te verhullen en dat was voor mij weer aanleiding om te proberen hem verder uit te dagen. Hij gaf helaas geen krimp en raakte me met geen vinger aan.

Zucht…

<> <> <>

Gaandeweg leerde ik de regels van het spel, wanneer ik mocht praten en wanneer ik moest zwijgen. Ik begreep dat gehoorzaamheid niet alleen betrekking had op seksuele opdrachten, maar dat ik letterlijk elk verzoek van Luc moest inwilligen, van koffie zetten tot het oprapen van de paperclips die hij opzettelijk over de vloer uitstrooide. Maar als hij me daarna een braaf meisje noemde was ik zo blij als een kleuter op haar verjaardagsfeestje. Jippie!

Al gauw had ik feilloos in de gaten wanneer hij het spel speelde en wanneer niet. Op die momenten noemde hij me Saartje. Het was een koosnaam die ik altijd had verafschuwd. Iedereen die het waagde me zo te aan te spreken kon rekenen op felle repliek, maar uit Lucs mond klonk het bijna als een compliment. Dus maakte ik voor hem een uitzondering.

Gelukkig werd er niet alleen maar gespeeld. Er was ook tijd voor het gewone werk en gezellig geklets over alledaagse dingen. We kwamen erachter dat we veel dingen met elkaar gemeen hadden, zoals onze smaak in muziek en films, voorliefde voor bepaalde vakantielanden en exotisch eten. Maar verschillen waren er natuurlijk ook. We deelden niet dezelfde mening over politiek, hielden van andere boeken en schrijvers, en terwijl Luc graag onderuitgezakt op de bank naar sport keek, vond ik een sportieve activiteit pas interessant als ik er zelf actief aan kon meedoen.

Met een gezond gevoel voor humor maakte hij me aan het lachen. Hij vertelde me tientallen anekdotes over zijn leven voor de klas, over zijn leerlingen en zijn collega’s die ik uiteraard ook allemaal kende. Al met al boterde het prima tussen ons.

In de weken die volgden verdwenen achtereenvolgens mijn spijkerbroek en mijn slipje zodat ik uiteindelijk volkomen naakt was. Mijn gemakkelijke gympen maakten plaats voor zwarte laarzen die halverwege mijn dijen reikten en met enorm hoge naaldhakken.

Elk kledingstuk dat ik uittrok veroorzaakte de nodige spanning. Telkens moest ik mezelf overwinnen, maar het verbaasde mezelf hoe snel ik me steeds weer aan de nieuwe situatie aanpaste. Luc had gelijk. Ik leerde mijn grenzen stap voor stap te verleggen en dat gaf me een gigantische kick. De sessies op zolder werden een wekelijks hoogtepunt waarop ik me steeds meer ging verheugen.

Het broeierige sfeertje dat tussen ons hing bleef trouwens niet alleen beperkt tot de zaterdagen. Ook doordeweeks voedde mijn fantasie en de gedachte aan Luc mijn verlangen naar ongeremde seks. Zijn afstandelijke gedrag betekende steeds meer een marteling voor me. Ondanks de bult die zich met grote regelmaat in zijn broek aftekende, bleef zijn gulp hermetisch gesloten. Ik masturbeerde me intussen gek, maar dat was allang niet meer voldoende om mijn seksuele honger te stillen. Ik hunkerde hevig naar handen die me vastpakten, een mond die me kuste, een natte tong die me likte en een staalharde pik die me te grazen nam. Maar Luc hield consequent zijn handen en lul thuis en dreef me daarmee tot waanzin.

<> <> <>

Bij de eerstvolgende keer vroeg Luc me na een ochtend hard werken om wijdbeens plaats te nemen op zijn bureau met mijn voeten op de armleuningen van zijn stoel. Op die manier werd hem een riant uitzicht geboden op mijn natte kruis en alleen dat was al genoeg om een nieuwe lading geile rillingen door mijn lijf te jagen.

“Vinger jezelf”, luidde het commando. “Maar blijf me aankijken”.

Met zijn armen over elkaar heen geslagen leunde Luc gemakkelijk achterover en keek toe hoe ik mezelf tot een orgasme probeerde te brengen. Dat mislukte jammerlijk, ook toen ik na een uur nog een tweede poging deed. Klaarkomen was geen enkel probleem geweest als ik me had mogen afsluiten voor zijn priemende blauwe ogen. Zijn schaamteloze blik in de mijne maakte me onzeker en geremd. Voor het eerst had ik een opdracht niet volbracht. Met het gevoel van een anticlimax en een pesthumeur van hier tot Tokyo ging ik naar huis.

“Volgende keer beter”, had Luc nog gezegd maar zelf had ik daar weinig vertrouwen in.

Thuis gekomen gooide ik op mijn slaapkamer meteen al mijn kleren weer uit. De laatste tijd had ik in toenemende mate behoefte om naakt te zijn. Zittend op mijn bed, met wijdopen ogen en Lucs gezicht in mijn gedachten geprent kwam ik binnen twee minuten alsnog klaar op mijn vingers. Godverdomme! Waarom lukte het nu wel?

Ik negeerde de vragen van mijn ouders, die het natuurlijk allemaal heel goed bedoelden en zich alleen maar zorgen maakten om mijn humeurige gedrag.

“Mama zegt dat je verliefd bent”, kwam mijn vier jaar jongere broertje Marijn me later ongevraagd vertellen.

“Uit mijn ogen!”, schold ik.

Het kleine puisterige onderkruipsel in de dop. Wat wist hij ervan? Verliefd… Was het maar waar. Dan kon ik Luc tenminste uit mijn gedachten bannen.

“Ik ga vanavond uit”, meldde ik kortaf tijdens het avondeten. “Met Mieke. Wacht maar niet op me. Het wordt laat”.

Mieke was al jarenlang mijn beste vriendin, maar sinds ik in Nijmegen op kamers woonde was de vriendschap verwaterd. Ik gebruikte haar naam om te verhullen dat ik vanavond alleen op stap wilde. In mijn eentje zou het makkelijker zijn om een man te versieren, want ik moest en zou een lul tussen mijn benen hebben vannacht. Ik kon het niet langer verdragen dat Luc alleen maar zijn ogen gebruikte om me op te geilen.

Gewoontegetrouw ging ik naar ‘the Rainbow’ waar ik voorheen ook altijd met mijn vrienden kwam. Ik was er al een tijdje niet meer geweest. En ik kwam tot de teleurstellende conclusie dat ik blijkbaar niet de enige was die hier niet meer uitging. Bekenden kwam ik er niet tegen. Alleen verliefde stelletjes en groepjes mensen die niet verlegen zaten om een praatje of een flirt met een gedeprimeerde studente. Mijn geestelijke gesteldheid raakte hierdoor nog verder in een dip en om mezelf te vermaken, deed ik een geslaagde poging me zo snel mogelijk te bezatten.

Toen mijn brein al behoorlijk beneveld was en ik net op het punt stond om een taxi naar huis te nemen, kwam er plots een niet onknappe knul naast me zitten die zich ogenschijnlijk met bezorgdheid over me ontfermde. Wat ik precies tegen hem heb gezegd weet ik niet meer, maar op een gegeven moment zat ik naast hem in zijn auto. Hij mompelde iets over een vriend omdat hij ook nog bij zijn ouders woonde, en voor ik het wist lag ik in mijn blootje tussen twee hitsige mannen die het helemaal niet bezwaarlijk vonden om mijn kut te bevolken.

Vaag herinner ik me dat ik hen heb aangemoedigd als een krolse kat. Ik had nog steeds niet genoeg gehad toen hun pikjes na gedane arbeid dienst weigerden. Mobieltjes kwamen eraan te pas. Er werden foto’s gemaakt en er werd fluisterend heen en weer gebeld. Met wie? Ongetwijfeld met de springlevende lullen die even later hun opwachting maakten. Het waren er zoveel dat ik de tel kwijtraakte. Zolang ik maar handen en monden aan mijn lijf voelde en een stijve in mijn mond of tussen mijn benen. Het zaad vloeide rijkelijk, maar het aantal orgasmen dat mij werd gegund viel tegen.

De ontnuchtering kwam pas toen mijn kleren en mijn tasje bij dageraad in mijn handen werden geduwd en ik zonder pardon op straat werd gezet. O lieve help, wat was er in me gevaren? Hoe had ik zo diep kunnen zinken? Ik had me gedragen als een goedkope slet. Voorlopig geen alcohol meer, nam ik me voor.

Ellendiger dan ik de vorige avond was weggegaan kwam ik nu weer thuis. Mijn mobieltje, dat ik gisteren in alle haast was vergeten, meldde dat ik enkele berichten en gemiste oproepen maar ik wiste ze zonder ze te lezen. Ik wilde niet eens weten wie me had willen spreken en waarom.

Onder een hete douche probeerde ik tevergeefs de schaamte van me af te wassen. Daarna kroop ik in bed en bleef daar de hele zondag, maar de slaap kon ik niet vatten. ’s Avonds vertrok ik gewoontegetrouw naar mijn studentenflatje in Nijmegen waar ik het gebeurde probeerde te verdringen en me richtte op mijn studie.

© Fanny

Graag uw sterrenwaardering en/of reactie onder het verhaal. Dank u. Liefs My

How useful was this post?

Click on a star to rate it!

Average rating / 5. Vote count:

No votes so far! Be the first to rate this post.

We are sorry that this post was not useful for you!

Let us improve this post!

Tell us how we can improve this post?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *