Eva had die nacht geen oog dicht gedaan. Niet zozeer om het avontuur dat haar te wachten stond; verkenningssondes hadden wel plantengroei op Trappist 1p aangetroffen, maar verder geen enkel teken van buitenaardse intelligentie. Anders had ze deze planeet nooit op haar eentje mogen verkennen, nadat een eerste poging in het gezelschap van de rest van de bemanning vroegtijdig moest worden afgebroken. De drie mannen aan boord hadden bij het naderen van Trappist 1p’s dampkring een scherpe pijn in hun kruis gevoeld die al maar erger werd, alsof een sterke hand hun ballen fijnkneep. Eva had als enige geen enkel fysiek ongemak ondervonden. Het eerste landingsschip moest dus noodgedwongen halverwege rechtsomkeer maken en Eva werd er bij de tweede poging alleen op uitgestuurd.
Het vooruitzicht van een kennismaking met de flora van Trappist 1p was niet van aard om haar van haar slaap te beroven. Nee, de oorzaak van haar slapeloze nacht lag in een onverklaarbaar heftige honger naar seks. In de tien uur die ze volgens het boekje had gewacht alvorens de landingscapsule te verlaten had ze zich wel drie keer gevingerd, zonder dat het haar verlichting gaf. Ze begreep er niets van. Op het moederschip kwam ze wat seks betreft nochtans niets te kort. Mogelijk zat de planeet er voor iets tussen; één van zijn vele raadsels, samen met de elektromagnetische stormen die elke communicatie met het moederschip onmogelijk maakten en het feit dat de temperatuur op Trappist 1p overal egaal 36 °C bedroeg, op de naar de rode dwergster gekeerde zijde evengoed als op zijn donkere kant.
Eva nam een douche en ging naakt voor de spiegel staan, die een harmonisch samenspel van verleidelijke welvingen weerkaatste; lang zwart haar in krullen op haar schouders, een volle boezem, brede heupen en stevige dijen. Ze mocht er nog best wezen op haar 35ste – eigenlijk 85ste, als je er de 50 jaar in het vriesvak van het ruimteschip bij telde -, zo stelde ze tevreden bij zichzelf vast. Geen wonder dat kapitein Boot zijn handen niet van haar af kon houden, telkens ze met hem samen was. Maar nu was ze alleen, en ze dacht verlangend terug aan het kloppen van zijn harde paal tegen haar billen telkens ze beiden voor de spiegel van zijn kajuit hadden gestaan.
Ze kroop opnieuw in de douchecel en activeerde het sterilisatieproces, waarbij een millimeter dunne maar ondoordringbare film over haar lichaam werd gespoten. Een van de aarde meegebrachte bacterie, verscholen in de plooien van een ruimtepak, had in minder dan een generatie een ecologische ramp op Venusivia ontketend en sindsdien waren ruimtepakken vervangen door een steriele isoleerfolie die nauw op het lichaam aansloot. Ze zou moederziel alleen de nieuwe planeet verkennen, dus de laatste bewerking, het ondoorzichtig maken van de transparante film, liet ze dit keer achterwege. Bij een verkenning samen met de mannen was die laatste bewerking een must, want de film mocht dan wel elastisch zijn, een erectie in een isoleer-pak was bepaald onaangenaam, zo hadden haar mannelijke collega’s haar verzekerd. De elektronische synapsen in de folie hadden zich ondertussen aangesloten op de zenuwen van haar huid en het filtersysteem voor haar neusgaten en mond stond aan. Ze was dus klaar om het landingsschip te verlaten.
In enkele stappen stond ze onderaan de ladder. Doodse stilte. Voor de rest een lauwe, naar vanille en gember geurend briesje en onder haar voeten een zachte meeverende, ribbelige bodem. Tegen de paarsrode hemel staken metershoge zwarte grasstengels af die in een wijde boog de lucht in schoten om met een grote krul weer naar de bodem te buigen. De naald van haar kompas sloeg wild alle kanten uit en bleek dus onbruikbaar. Op goed geluk volgde ze een blauwige ader die onder het bruin-roze bodemoppervlak zichtbaar was en die haar verder het bos van grasstengels in voerde. Ondanks een zwaartekracht die maar half zo groot was als op de aarde, had ze de grootste moeite om vooruit te komen, zelfs met behulp van haar laser-mes. ‘Ik lijk wel een luis die door een bos schaamhaar klauter’, dacht ze, verwonderd over de kracht waarmee dat beeld zich aan haar opdrong.
Na uren strompelen en kruipen onder en over het zwarte stugge gras stond ze op het punt er de brui aan te geven en naar de landingscapsule terug te keren. Maar plots werd het stengel-bos dunner en voor haar voeten spreidde zich, zover het oog reikte, een vallei bedekt met rozige poliepen uit. Eva voelde zich er bevreemdend sterk door aangetrokken en liep half zwevend, half huppelend op de poliepen toe. Ze raakte er één aan die warm aanvoelde en zienderogen begon op te zwellen tot dubbel zijn oorspronkelijke lengte. ‘Dit is een penis!’, wist ze opeens met zekerheid. Elke poliep bleek inderdaad over een voorhuid te beschikken die over een blauw-paarse eikel was geschoven. Ze kon duidelijk het spleetje van de pisbuis onderscheiden. Ook de poliepen in haar onmiddellijke omgeving richtten zich nu op en ze begonnen zich tegen haar benen aan te vleien. Ze snuffelden aan het exemplaar dat ze in haar handen hield; hetzelfde mengsel van vanille en gember dat al de hele tijd in de lucht hing, maar nu veel sterker. Ze likte er eens aan; een licht zilte smaaksensatie met achter op de tong een vleugje pepernoot.
Ze voelde het vreemde lid kloppen in haar hand en had zin om het nog wat meer te prikkelen. Ze drukte het zacht in de gleuf van haar boezem, perste haar volle borsten om de schacht en wreef langzaam op en neer. Telkens de eikel tussen haar memmen zichtbaar werd gaf ze er een likje aan. Het duurde niet lang voor de penis haar strelingen beantwoordde met een overvloedige vochtafscheiding die in haar navel en behaarde venusheuvel drupte. Ondertussen had een andere poliep zich tussen haar benen gewrongen. Die wreef nu zacht over haar schaamlippen en deed dat zo bekwaam dat ze wijdbeens ging staan en zacht begon te kreunen van genot. Verbaasd en bezorgd merkte ze hoe de isoleerfilm van haar lijf los begon te komen; blijkbaar bevatte het voorvocht van deze buitenaardse penissen een chemische stof die het isolatievlies aantastte. Zo ook in de streek rond haar vulva. ‘Daar gaat mijn maagdenvlies’, dacht ze toen de poliep met een zacht knalletje in haar schede drong.
Haar schede werd traag maar zeker door de poliep gevuld. Er was geen twijfel aan; op dit eigenste ogenblik werd ze vakkundig door een buitenaardse roede in haar spleetje geneukt terwijl haar mond zich om een tweede buitenaardse piemel sloot. Het leek wel of de penis in haar schoot haar gedachten kon lezen, want keer op keer deed hij precies wat ze verlangde; nu eens stootte hij traag en diep, dan weer wreef hij driftig heen en weer langs haar g-plekje. Het lid wist honderden manieren om haar gek te maken; plaagstootjes tegen haar clitoris werden afgewisseld door lichte aanrakingen van haar schaamlipjes of door trillingen als van een levende warme vibrator diep in haar schede. Tezelfdertijd had een andere poliep haar sterretje gevonden, maakte zich dun en drong ook daar bij haar naar binnen.
Kapitein Boot kon haar snel en hevig klaar doen komen, door bij het vrijen haar kontgaatje te vingeren. Deze poliepen deden precies hetzelfde en al gauw met hetzelfde effect. Haar orgasmekreet werd gesmoord doordat op hetzelfde ogenblik haar mond vol liep met het zaad van de poliep die ze tussen haar borsten hield geklemd. De smaaksensatie, iets dat vaag leek op Griekse yoghurt aangelengd met amandelmelk en een vleugje steranijs, voerde haar terug naar haar kindertijd en de herinnering aan de drankjes van haar grootmoeder. Gelijktijdig ontving ze diep in haar schede een krachtige spermastraal en daarbij ook nog een sperma lavement in haar dikke darm. De drie poliepen waren precies gelijktijdig en samen met haar klaar gekomen. Als ze al niet over een sterk IQ beschikten, dan zeker over een bewonderenswaardige seksuele intelligentie.
Zodra ze zich hadden leeggespoten verschrompelden de poliepen, maar anderen er om heen stonden nog fier rechtop.
Eva liet zich ruggelings op het bed van penissen neervallen, haar benen nog natrillend van het heftige orgasme. Als een crowd surfer werd ze triomfantelijk door het penistapijt meegetroond, waarbij haar schouders, rug en bekken op een wel zeer bijzondere maar heerlijke manier werden gemasseerd. De nieuwe poliepen deden geen poging om haar opnieuw te penetreren, maar ontweken integendeel Eva’s lichaamsopeningen waaruit het sperma van hun soortgenoten lekte.
In een flits ging haar een licht op: Trappist 1p was niet meer of minder dan een balzak van planetaire proporties bezaaid met wel honderdduizenden of miljoenen geile penissen. Volgens de traditie mocht de eerste verkenner een definitieve naam voor een planeet kiezen. Eva dacht na. Het piemelparadijs? Onmogelijk! In gedachten zag ze al de sekstoeristen in massa toestromen met binnen de kortste keren een zieltogende planeet verzwakt door chlamydia, herpes of erger als gevolg. Nee, het moest veel subtieler. Op het moederschip had Eva de ‘Oostakkerse gedichten’ op haar nachtkastje liggen en er vielen haar enkele versregels uit ‘De regenkoning’ te binnen:
Het verhaal van zijn tanden drong
In alle vrouwen, dwingend
Als een zomerregen, een koperen lente, als een vroegtijdig
Onderaan in hun liezen begraven doorn.
Haar collega astronauten kozen meestal een Engelse naam, zij voelde meer voor het Latijn. ‘Pluviarum rex’, zo zou de planeet voortaan gaan heten!
Plons! Een val in een diepe poel schrikte haar ruw op uit haar overpeinzingen. Het penistapijt had haar ongemerkt naar een vijvertje gevoerd en haar met een wijde boog het water in geworpen. Echt helder was het lauwe, licht kleverige water niet; Eva vermoedde dat het voor het grootste deel uit penisvoorvocht bestond. Maar het bleek ruim afdoende om elk spermaspoor van haar lijf te wissen.
Ze kwam uit het water en ging op haar knieën aan de rand van de poel zitten. Nauwelijks had ze zich voorovergebogen om haar spiegelbeeld beter te bekijken of een poliep begon haar al van achteren te bespringen, zoals Tinus dat pleegde te doen wanneer ze wilden vrijen na een overvloedige maaltijd maar hun volle maag het gewicht van elkaars lichamen niet goed kon verdragen. Tinus gaf haar tijdens het neuken op zijn hondjes vaak een paar klinkende pletsen op haar billen en prees haar als de mooiste kont van het heelal. Niets van dit alles bij deze poliep, die haar spleetje als een stoomhamer bewerkte. Hij neukte haar ruw, diep en snel, heel anders dan de penis die haar zoeven nog ontmaagd had, maar het was precies waar ze op dit ogenblik behoefte aan had. Haar kreun bij de ontlading, nu zonder een penis in haar mond, droeg ditmaal ver en overal waar de geluidsgolf aan kwam rollen richtten verrukte poliepen zich in hun volle lengte op.
De buitenaardse neukstaaf was dit keer niet samen met haar klaar gekomen; hij pompte integendeel lustig in en uit haar gleuf met onverminderde snelheid en kracht. Haar borsten zwiepten heen en weer onder het geweld, terwijl ze haar rug zoveel mogelijk kromde om hem nog beter en dieper te voelen. Ze kwam een tweede keer en hijgde om genade. Als op commando hield de piemel op met stoten maar bleef diep in haar zitten. Ze voelde hem verdikken en haar kutspieren open rekken. En dan kwam het; straal na straal schoot het zaad tegen haar baarmoederwand. Er leek geen einde aan te komen. Half verdoofd liet ze zich op haar zij neervallen en had nog net de tegenwoordigheid van geest om het zaad dat uit haar schede drupte ook rond haar kontgaatje en haar mond te smeren, zodat geen bijkomende penetratie meer te vrezen was. Toen viel ze in een diepe slaap.
Het leek haar of ze uren had geslapen, maar een snelle blik op haar uurwerk leerde haar dat er nauwelijks een half uur was voorbijgegaan. Ze moest opschieten, wilde ze de bemanning van het moederschip niet ongerust maken. Ze waste snel haar schede, ging op haar rug liggen met de benen wijd open en liet zich nog één keer verwennen door één van de penissen van de regenkoning. Het bleek een gentleman poliep, die de spanning bekwaam opbouwde, zonder haar te plagen of te laten hunkeren, maar evenmin zonder overhaasting. Ontspannen streelde ze haar tepels en liet toe dat de geilheid van haar bezit nam. Toen het zover was, kwam ze zachtjes kreunend klaar en de diep in haar kloppende penis van de regenkoning volgde weinige tellen later. Haar vaginaspieren knepen het laatste restje zaad uit het verschrompelende lid voor het uit haar schede gleed.
Nu werd het toch echt tijd om terug te keren. Met de onderhuidse ader als haar gids ondernam ze opnieuw de moeizame tocht door het schaamhaar van Pluviarum Rex tot ze tot haar opluchting het landingsvaartuig, zo te zien onaangetast door silicaten verslindende bacteriën, terugvond op de plaats waar ze het verlaten had. De terugtocht naar het moederschip verliep voorspoedig. Zodra ze uit de magnetische storm kwam seinde ze naar het moederschip; ‘Ik ben ongedeerd en onderweg. Vond slechts één, economisch oninteressante, grassoort; planeet ongetwijfeld biologisch zeer kwetsbaar. Vele kleine kraters waarin bacteriën leven die al het elektronicamateriaal aantasten. Heb daarom geen opnames kunnen maken. Overal zompige grond als na zware regenval: ik heb de planeet daarom Pluviarum Rex genoemd. Kolonisatie af te raden.’
Eens aan boord loste ze weinig meer dan dat. Ze mompelde vaag iets over de eeuwige paarsrode horizon en het keratinerijke gras, en Kapitein Boot, geholpen door de herinnering aan de felle pijn in zijn kruis bij de eerste poging tot landing, had geen moeite met haar aanbeveling om de intergalactische autoriteiten te melden dat kolonisatie van Pluviarum Rex niet aan de orde was. Wel kwam het hem voor dat zijn geliefde sinds haar exploratie van Pluviarum Rex veeleisender werd in bed.
Heer Halewijn
Graag uw sterrenwaardering bovenaan het verhaal of reactie onderaan. Dank u wel. Liefs My