Han zat niet lang met zijn handen in het haar. Hij ging zich niet laten naaien en zeker niet door dat wijf en zo rijpte er een idee.
De volgende avond was er crisisberaad bij de voorzitster thuis. Naast de voorzitster en Han waren zijn collega wethouder van de zelfde partij en wat partij notabelen aanwezig. Ook de provinciale voorzitter was uitgenodigd. Han kwam gewapend met een Jumbo boodschappentas met daarin zijn Corruptus dossier. Tot Han zijn verrassing was Lieke, ‘het lijdend voorwerp’ niet aanwezig.
Han veinsde verbazing over de bijeenkomst. Bij het handen schudden zag Han met leedvermaak hoe de provinciale partijvoorzitter aarzelend zijn hand uitstak en daarna aan zijn broek afveegde. Han was klaar voor de strijd.
De voorzitster vertelde haar versie van het verhaal en eindigde met de eis dat Han onmiddellijk al zijn partij functies zou neerleggen. Zonder dat Han om een weerwoord werd gevraagd waren de aanwezigen het helemaal met haar eens. Vervolgens werd er ingegaan op hoe en met welk verhaal Han diende terug te treden. Ze besloten dat het een neutraal verhaal moest zijn. Er mocht niets uitlekken. De partij en de arme onschuldige familie van Han moesten beschermd worden en mochten niet de dupe worden van zijn gedrag. Han luisterde en zei niets. Toen ze het allemaal uitgedokterd hadden keken ze Han aan.
“We nemen aan dat jij dit ook zo wilt?”
“Nou nee,” zei Han en hij begon zijn boodschappen tas uit te pakken. “Weet je nog van de verkoop van het oude gebouwtje van het kinderdagverblijf aan de Steenweg?” vroeg hij aan zijn collega wethouder. Tot zijn genoegen zag Han hoe zijn collega kleurde. “Dat is toen onderhands verkocht, zonder taxatie.”
“Ja dat doen we wel vaker.” Gevolgd door wat zenuwachtig gekuch.
“De koper bleek later je toekomstige schoonzoon te zijn. Ik heb hier een mapje met wat papieren over de verkoop, de verkoopprijs en de winst die je schoonzoon er een half jaar later bij doorverkoop aan een projectontwikkelaar mee gemaakt heeft. Je mag het wel even inkijken als je wilt.” Han keek de tafel rond en zag wat verontruste blikken. Een van de plaatselijke partijprominenten aankijkend.
“Kees weet je nog hoe snel het bestemmingsplan aangepast werd, zodat jij kon uitbreiden?”
“Ja, nou en?”
“Weet je ook nog hoe je concurrent met allerlei regeltjes lastig gevallen werd? Wil je misschien jouw mapje ook even inkijken?”
De tas hoefde niet helemaal uitgepakt te worden. Na nog een voorbeeld werden ze het eens. Han bleef tot de volgende verkiezingen aan als wethouder. Het verhaal van zijn escapade met Lieke verdween in de plaatselijke doofpot van de partij. Die was groot genoeg om er nog wat bij te stoppen.
Han had zijn knopen geteld en zocht toenadering tot Gemeente Belangen. Die zagen hem graag komen. Zo ontstond er een afspraak, dat Han bij de volgende verkiezingen op hun lijst zou komen. Plus dat als er een wethouder geleverd kon worden, dan werd Han dat. Han wist dat een plaatselijke voetbalvereniging een nieuwe voorzitter zocht. Stemmenwinst, dacht hij, toen hij zich meldde dat hij beschikbaar was en graag het voorzitterschap wilde bekleden.
Antje wilde het niet begrijpen. De partij ontrouw. Met Gemeente Belangen was de kans voor haar, om op een dinsdag in september, met een nieuwe hoed over het Binnenhof te paraderen voorgoed verkeken. En wat moest hij nu bij die voetbalclub, hij was al haast nooit thuis. Bovendien voetbalde deze club ook nog eens op zondag.
Han hield zich een tijd gedeisd, de angst om opnieuw betrapt te kunnen worden zat er goed in. Gelukkig heb ik mijn rechterhand nog, dacht hij tijdens een sessie in de badkamer met de deur op slot.
Het eerste dameselftal werd kampioen en dat werd gevierd. Han, de nieuwbakken voorzitter, was er uiteraard bij. Hij hield een toespraak in de volle feestende kantine. Na de toespraak stond hij tevreden met zijn verhaal en met zichzelf aan de bar. Met een zoveelste biertje in de hand raakte hij in gesprek met Keet, de trainster van de dameselftallen. Niet echt Han zijn type, met een stevig gespierd postuur en naar Han zijn mening een veel te grote mond. Ook haar taalgebruik was niet wat hij gewend was. Zijn afkeer van haar harde stem en grove taal verhinderde niet, dat al pratende, zijn blik afdwaalde naar haar forse boezem. Hij stond zich af te vragen hoe die borsten er bloot uit zouden zien, toen Keet midden in haar verhaal stopte en zei, “Han wat flik je me nou? Sta jij daar, terwijl ik tegen je praat, een beetje naar mijn tieten te staren!”
Han schrok, “ Ehh… sorry Keet, excuseer me alsjeblieft.”
“Ha, ha,” zei ze, “Schaam je maar niet, ik ben het gewend dat mannen naar mijn borsten staren en toen ik zelf nog voetbalde kreeg ik er vaak opmerkingen over, ondanks dat ik ze in een sport bh insnoer.”
Han stond met zijn mond vol tanden. Hij wist zo snel niet hoe hij op haar opmerking kon reageren. Dat weerhield Keet er niet van om door te gaan. “Zeg Han, klopt het dat jij gek op de vrouwtjes bent.”
Het sierde Han dat hij nog steeds kon blozen en dat deed hij. Verdorie, dacht hij op zo’n gerucht zit ik niet te wachten.
“Ik ben getrouwd.” Hij probeerde het zo ferm mogelijk te zeggen.
“Ja, ik ook,” zei Keet met een grijns.
“Wil je nog een pilsje Han?”
“Ehhh, ja graag, maar ik ga eerst even naar het toilet.”
Alle toiletten bleken bezet en er stond een wachtrij. Dan maar buiten in de bosjes, dacht Han, het is toch donker.
Hij zag Keet aan de bar staan met twee vers getapte biertjes en op weg naar buiten zwaaide hij naar haar. Han liep om de kantine heen naar de bosjes aan de achterkant. Hij was net bezig zijn gulp open te ritsen toen hij de stem van Keet hoorde.
“Ha ha, een wildplasser.” Han voelde zich betrapt en draaide zich om. “Hoge nood en alles was bezet.”
“Ja, bij de dames ook. Weet je wat, ik heb altijd al brandweervrouw willen worden. Als jij nu doorgaat met wat je van plan was, dan hou ik hem vast om de straal te richten.” Han was compleet verrast, dit was het gekste voorstel dat hij ooit had gehad. Hij dacht even na en of het nu door het bier kwam of het gebrek aan seks van de laatste weken, waarom niet, dacht hij. Hij ritste zijn gulp open en wurmde zijn pik te voorschijn. Hij probeerde te plassen en ondanks zijn volle blaas blokkeerde hij. Keet keek teleurgesteld, “toe, schiet nou op, of ben je verlegen of zo?”
“Als jij je even omdraait lukt het wel.” Keet begon te lachen en draaide zich om. Han perste en de straal kwam op gang.
“Nu ik”, zei Keet, die het hoorde kletteren. Ze duwde zijn hand weg en nam zijn pik vast. Als brandweervrouw bleek ze niet ervaren. Ze richtte de straal niet, ze zwaaide Han zijn pik heen en weer. Het leek meer op een tuinsproeier dan een brandweerspuit.
Er kwam een eind aan de straal en er bleek toch wat ervaring bij Keet. Ze bewoog het slappe geval nog een paar maal heen en weer om de laatste druppels te lozen.
“Nu ik en jij mag kijken.”
Ze stroopte haar broek omlaag en tot zijn verrassing zag hij dat ze een string droeg. Een vrouw met een string, dat was nieuw voor hem. Met haar broek op haar enkels en haar string opzij getrokken hurkte Keet. Tot zijn spijt merkte Han dat het te donker was om haar poes te kunnen zien. Hij hoorde het stromen en het wond hem op. Hij merkte dat zijn pik, die hij nog moest opbergen groeide. Keet was klaar en trok haar broek omhoog. Ze keek naar Han en zei.
“Ik wist het wel, geilpieper. Je geilt op pissende vrouwen.”
Ze stapte naar Han toe en nam zijn groeiende pik vast. “Nu eens zien of ik hem groot genoeg kan laten groeien. Het moet wel de moeite waard zijn.” Ze bewoog zijn voorhuid heen weer en Han zijn pik groeide verder. “Zo, dus dit is het waar de fijne christelijke meneer de vrouwtjes mee verwend?”
“Ik, ehhhh…” Han die normaal niet op zijn mondje was gevallen was nu sprakeloos.
“Je hoeft je niet te schamen hoor, het is best een gezonde flinke jongen. Hier, doe niet zo schuw. Je was geïnteresseerd in mijn tieten en nu mag je ze vastpakken.”
Han legde een hand op een van haar grote borsten. Wat een joekels, te groot om te omvatten, dacht hij. Zijn andere hand kwam tot de ontdekking dat ze haar broek wel opgetrokken, maar niet dicht geritst en vast gemaakt had. Met een hand in haar broek en een onder haar shirt verkende hij haar lichaam. Ze voosden en Han dacht koortsachtig na hoe en waar hij haar kon neuken.
“De “dug out”, zei hij. “Laten we naar de dug out gaan.” Keet stemde in. Ze ritste hun broeken dicht en Keet trok haar shirt omlaag.
Ze liepen achter de kantine langs om uit het zicht van de feestvierders te blijven. Om het veld heen naar de dug out aan de overkant van het veld. Het feestgeruis uit de kantine was hier minder en op wat maanlicht na was het donker. Ze begonnen weer te vrijen en Keet maakte zelf haar broek los terwijl Han haar shirt omhoog deed en haar bh los haakte. Hij wilde die grote borsten nu bloot in zijn handen voelen. Groot waren ze. Grote stevige joekels. Ze pasten bij lange na niet in zijn handen. Terwijl hij haar borsten streelde en zachtjes in haar tepels kneep, maakte Keet zijn broek los. Ze trok zijn broek samen met zijn onderbroek naar beneden. Han liet haar borsten los om haar uit haar broek te helpen.
“Kom,” zei Keet, “we moeten snel zijn voor ze ons missen.” Ze leunde voorover. Han schuifelde met zijn broek op zijn enkels naar de juiste positie. Hij drukte tegen haar billen en zocht met zijn hand de goede opening. Dat bleek niet moeilijk, haar spleet was zeiknat. Hij pakte zijn pik vast en richtte. Als hij er in zit dan naai ik haar, terwijl ik met twee handen haar grote dikke tieten vast houd, dacht hij.
Net op dat moment nam het geluid van de muziek uit de kantine toe, de deur was open gegaan. Han stopte even. Het geluid nam weer af doordat de deur sloot. Niks aan de hand, rokers, dacht Han, die zijn pik opnieuw op haar natte spleet richtte en hem tegen haar schaamlippen aan plaatste. Hij drukte en gleed naar binnen. Op dat moment klonk een kreet.
“Keet! Keet, waar ben je?”
“Verdomme mijn vent,” zei Keet en ze bewoog naar voren, zodat Han uit haar floepte.
“Keet, je bent toch niet met die eikel waar je mee stond te smoezen?”
“Keet, als ik je met die lul betrap dan zwaait er wat!”
Keet trok haar broek omhoog en maakte haar bh weer vast. Han was te verbouwereerd om snel te handelen. Nog steeds met zijn broek op zijn enkels, keek hij naar Keet.
“Snel schiet op” zei ze, “maak dat je weg komt. Laat hem ons alsjeblieft niet samen zien.”
Het drong eindelijk tot Han door dat hij in actie moest komen. Hij trok zijn broek omhoog en sloop de dug out uit. Hij was net onder het hek langs het veld door toen de schijnwerpers aan floepten. Han rende weg over de toeschouwersstrook en de grasrand, naar de sloot tussen het voetbalterrein en de weilanden er achter. Hij hoorde nog iets roepen dat hij niet verstond. Hij liet zich langs het talud naar beneden glijden. Hij twijfelde om zich daar schuil te houden. Of door de sloot om verder te vluchten. Rennende voetstappen en “klootzak, als ik je in mijn poten krijg” maakten dat Han in de sloot sprong.
Hij zakte tot over zijn enkels in de blubber en het water kwam tot zijn middel. Hij ploegde naar de overkant en verloor een schoen. Om zich uit de sloot te trekken greep hij wat planten vast. Hij trok zich omhoog en rende verder door een weiland. Halverwege het weiland realiseerde hij zich twee dingen: de planten die hij vastgegrepen had waren brandnetels en hij werd niet meer achtervolgd. Met een omweg via een nieuwbouwwijk kwam hij terug bij het voetbalveld. Zijn handen en zijn blote voet deden zeer en door de geur en het glibber tussen zijn tenen wist hij dat hij in meerdere koeienvlaaien had getrapt. Zijn jasje hing nog over een stoel in de kantine, gelukkig had hij zijn autosleutels in zijn zak gehouden. Voorzichtig, op zijn hoede om niet gezien te worden, liep hij naar het parkeerterrein bij het voetbalveld. Er kwam wat volk de kantine uit dat naar het parkeerterrein liep. Gebukt achter een auto wachtte Han af. Toen hij niemand zag of hoorde kwam hij te voorschijn. Op een gemeentelijk grasstrookje veegde hij zijn schoen en blote voet schoon. Snel naar de auto, starten, wegrijden en toen waarheen? Zo naar huis? Zijn ouders was ook geen optie. Hij dacht na over zijn smoes.
Half een ‘s nachts reed hij de oprit naar de garage op. Het licht beneden was nog aan. Stil opende hij de garagedeur om stiekem heel zacht via bijkeuken en gang de trap op te komen naar de badkamer. Helaas, Antje wachtte hem op in de gang. Ontstelt keek ze naar zijn verschijning. De natte en onder het kroos zittende broek, zijn smerige overhemd, de ontbrekende schoen en zijn vieze voet. “Waar kom jij..?”
“Ehh ongelukje gehad.”
Achter de rug van Antje waren kind nummer een, twee en drie verschenen. Verdorie, dacht Han, ze zijn nog wakker. Zijn oudste dochter keek net als haar moeder ontstelt, de jongens begonnen te lachen en te zingen “Jan Huigen in de ton.” Antje werd hels, “vooruit naar jullie kamer, schiet op, ik wil met jullie vader praten.” De bezwaren werden overstemd door een met overslaande stem schreeuwende Antje.
De kinderen dropen af naar boven en Han drupte na op de plavuizen in de hal. Antje wachtte tot ze de kamerdeuren boven dicht had horen gaan en toen duwde ze Han naar de keuken en ze deed de deur dicht.
“Ze was er klaar mee,” vertelde ze. “Nee, ze wilde zijn verhaal niet horen. Ze was zijn smoezen zat en of hij dacht dat ze achterlijk was. Ze wilde een scheiding!”
Han sliep die nacht op de bank en hij sliep slecht. Jaren terug had hij willen scheiden en toen had Antje de familie en zelfs de dominee er bij gesleept om een scheiding tegen te houden. Nu twijfelde hij. Als ze doorzette, wat ze gisteravond gezegd had, dan stond hij straks op straat. Antje had er duidelijk al lang over nagedacht. Ze wist zo uit haar hoofd op te sommen wat ze allemaal wilde. Ze had het gemakkelijker andersom kunnen zeggen, door alleen te noemen wat zij vond dat hij mee mocht nemen. Ze trapte nog na, door te zeggen dat hij de pc op zijn werkkamer, die hij volgens haar alleen maar gebruikte om stiekem naar vunzigheid, mee moest nemen.
Eigenlijk beviel het leven van de laatste jaren hem wel. Thuiskomen als zijn eten klaar stond, zijn was werd gedaan, zijn overhemden gestreken, zelfs de tuin hield Antje bij. Ze zorgde voor de kinderen, reed ze heen en weer als het nodig was en ging naar ouderavonden. En voor het gebrek aan seks thuis had hij een prima compensatie gevonden. Neuken buiten de deur zonder verplichtingen en met afwisseling. Hij moest er niet aan denken om nog seks met Antje te hebben. Toen hij tegen de ochtend in slaap viel stond zijn besluit vast, niet scheiden.
Na een ijzige stilte aan de ontbijttafel was Han blij dat hij naar het gemeentehuis kon. Wel was hij schijt-benauwd dat er getuigen waren van zijn nachtelijk avontuur of dat Kaat en die zak van een vent van haar het hadden rondverteld. Hij hoorde niets, hij zag geen besmuikte blikken. Hij haalde later die dag zijn jasje op in de kantine en het enige dat hij hoorde was, dat Keet en die ‘biker’ van haar een enorme ruzie hadden gehad. “Jammer dat je zo vroeg weg was, jij had het misschien kunnen sussen.”
Hij werkte lang door en stelde het naar huis gaan uit. Terecht, zo bleek toen hij thuis kwam. Zijn ingepakte koffer stond klaar. Antje wilde hem niet meer in huis en ze had heel voortvarend de familie al ingelicht. Dat bleek toen Han zijn broers en zusters belde voor tijdelijk onderdak.
“Ze wilden niets meer met hem te maken hebben. Die arme vrouw en die arme kinderen.” Zijn ouders? Dat probeerde hij niet eens, Hij wist wat ze gingen zeggen. Het werd een motel.
In de weken die volgden maakte Han kennis met een ijzeren vastberadenheid van Antje en het bijna gesloten blok van de familie. Alleen zijn jongste broer gaf schoorvoetend toe dat hij hem wel wilde helpen, maar dat hij bang was dat de rest van de familie hem dan ook zou uitstoten. Daarnaast kwam hij tot de ontdekking dat scheiden een dure zaak ging worden.
Na een paar weken motel had Han een afspraak met een plaatselijke aannemer/projectontwikkelaar. “Zeg maar Kees.” Kees had van Han zijn misère gehoord. “Zeg, kerel, dat nieuwe appartementen complex van mij aan de Dreef, daar staat nogal wat leeg. Als jij daar nu eens gaat wonen. Dat is win-win. Ik heb een bewoner er bij en dat trekt andere bewoners aan en jij hebt huisvesting.”
Han zat in de problemen en dat maakte dat zijn geweten wat rekbaar werd. ‘Erst kommt das Fressen und dann die Moral,’ dacht de voormalige leraar Duits. Maar wat, als het uitkomt dat ik gratis woon, dacht hij? Kees kende zijn pappenheimers.
“Weet je wat, we gaan even kijken en als het je bevalt dan denk je er rustig over na.”
Ze werden het eens. Han ging een van de appartementen huren en de huur ging hij keurig iedere maand via de bank betalen. Als ‘gewaardeerde vriend’ kreeg hij een forse huurkorting en die kreeg hij contant terug. De inrichting ging ook voorspoedig. Des te meer omdat een lid van de voetbalclub, een plaatselijk ondernemer met een grote winkel en een langdurige strijd met de gemeente over parkeerplaatsen, een goed idee had. Showroom modellen die als ‘winkeldochters’ het magazijn verstopten, die konden net zo goed tijdelijk bij Han staan.
Langzaam maar zeker kreeg Han zijn leven weer op orde. Het voetbalveld avontuur had hem schichtig gemaakt voor nieuwe seksuele escapades. Dat duurde tot het appartement naast hem in gebruik genomen werd door een vrouw van Han zijn leeftijd. Nieuwsgierig had hij de verhuizing gevolgd en als conclusie getrokken: alleenstaand en goed uitziend. De dagen daarna kwam hij haar een paar maal op straat en in het trappenhuis tegen. Glimlachend zei ze dan vrolijk goedendag. Hoopvol, dacht Han. Tot zijn blijde verrassing belde ze op een avond aan. Ze had een probleem met het mechanisme van het draai-/kiepraam op haar slaapkamer, of de buurman kon helpen? Han ging mee. Op haar slaapkamer demonstreerde ze, hoe het niet lukte. Han ging impulsief kort achter haar staan. Met zijn armen om haar heen en zijn neus in haar haren, demonstreerde hij hoe het moest. Tijdens de demonstratie drukte hij zijn kruis tegen haar billen. Ze sloeg zijn armen opzij.
“Vuile perverse viezerik. Wie denk je wel dat je bent, Don Juan? Nou mooi niet. Ik weet wel wie jij bent. Een van die schijnheilige fijnen hier in de gemeente en nog wethouder ook. Rot op, mijn huis uit.”
Verbouwereerd, stamelde Han wat verontschuldigingen. Tevergeefs. Wat is dit? Dacht hij, ben ik het kwijt of is het gewoon een chagrijnig takkewijf?
Het gemis van de auto begon hem behoorlijk parten te spelen en hij besloot een zo goedkoop mogelijke tweede of derde hands autootje te kopen. Dat werd een zaterdag langs de lokale dealers en handelaren in occasions. De prijzen vielen hem tegen en vooral het geboden comfort. Hij miste de ruime gezinsauto. Zijn Volvo, waar Antje nu met haar magere kont en chagrijnige kop in rijd, dacht hij.
Hij had het al bijna opgegeven toen hij bij een garage aan de rand van het centrum binnenliep. Hij kende de eigenaar niet, wel het conflict dat er speelde met de gemeente over milieuschade. Hij schaamde zich dat hij de afgelopen maanden toegegeven had aan de verleiding van de diverse ‘hulpvaardige’ aanbiedingen. Met de gedachte, gelukkig kennen ze me hier niet, liep hij de showroom in.
Door een man achter een balie werd hij begroet met, “goedemiddag, als dat de wethouder niet is.” Verdorie, dacht Han, herkend. Ik ga niet in op bijzondere aanbiedingen. Rondkijkend, zag hij hem staan. Een 10 jaar oude Volvo, in zijn kleur. “Mooie auto he? Nog geen honderdduizend kilometer gelopen, van eerste eigenaar. Je kende hem vast wel, de oude Janssen, hij was van jullie kerk. De kinderen hebben de auto hier te koop gezet. Ik verdien er niets aan.”
Han draaide nog wat om de auto heen. “Ze willen er vijf duizend voor hebben, maar ik weet zeker dat ze met vier genoegen nemen en dan doe ik er voor jou nog een gratis apeekaatje (keuringsbewijs) bij.” Han vergat zijn goede voornemens en zwichtte.
Zijn seksleven kwijnde en de jacht had hij opgegeven. Het was maanden na het voetbalveld fiasco dat hij in de supermarkt Keet zag lopen. De gedachte aan, wat had kunnen zijn, kwam tegen beter weten in boven. Hij zag haar van achteren, lopend achter een winkelwagen. Aanspreken of niet, hij twijfelde. Keet moet geweten hebben dat hij achter haar liep. Ze droeg een strakke laag op de heupen hangende spijkerbroek en ze wiegde overdreven met haar gat. Daarna keek ze over haar schouder om zeker te zijn dat Han keek. Ze viste achterlangs in haar broek en trok de band van een rode string boven haar spijkerbroek uit. Verdomme, dacht Han, ze loopt me op te geilen. Tussen Keet en Han stond een vrouw met een overvolle kar bij de kassa. Han twijfelde nog even over zijn kar laten staan en achter Keet aan hollen of zijn beurt afwachten. Hij wachtte en tot zijn blijde verrassing stond ze op het parkeerterrein bij haar auto.
“Zo,” zei ze, “volgens mij hebben wij nog iets af te maken.” Het klonk Han als hemelse muziek in de oren. Han ging akkoord met het voorstel van Keet om elkaar de volgende avond op een parkeerterrein langs de Provincialeweg te ontmoeten. “ We zien dan wel waar we heengaan,” had ze gezegd.
De parkeerplaats oprijdend zag Han Keet al staan. Hij parkeerde zijn auto stapte uit en liep naar haar toe. In plaats van te wachten liep ze van hem weg. Han zag ook geen andere auto op het parkeerterrein. Hij vroeg zich af hoe ze gekomen was, toen hij het geluid van naderende zware motorfietsen hoorde. Vier motorrijders zwenkten de parkeerplaats op en stopten in een cirkel om Han heen. Han voelde zich wat angstig worden en dat was terecht. De helmen gingen af en Han herkende, als een van het viertal, de man van Keet.
“Sorry Han, ik moest dit doen,” hoorde hij Keet roepen. Han probeerde nog weg te lopen, tevergeefs. Er werd niet veel gezegd, wel veel geslagen. Het geweld eindigde toen Han kermend op de grond lag. Na een harde trap in zijn kruis door een in motorlaars gestoken voet stapten de mannen weer op. Ze reden weg met het zelfde lawaai als ze gekomen waren. Keet achterop bij haar man, maar dat zag Han niet meer. Hij was blind van de pijn in zijn ballen. Het duurde ruim een kwartier voordat hij in staat was naar zijn auto te kruipen en nog eens een kwartier voordat hij kon rijden. Vertwijfeld vroeg hij zich af, waar hij heen kon gaan. Zijn jongste broer bleef als enige optie over. Claxonnerend bij zijn broer voor de deur, totdat die naar buiten kwam en hem wegbracht naar de eerste hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Twee gekneusde en een gebroken rib, los zittende tanden en een hersenschudding. Gelukkig liet een EEG geen grotere schade zien. De tanden zouden wel weer vastgroeien en de pijn van zijn gekneusde testikels zou langzaam verdwijnen net als het kleurenspectrum van de bloeduitstortingen. Neen, mijnheer diende geen aanklacht in.
Han meldde zich ziek en bleef, tot hij weer toonbaar was, twee weken thuis. Het duurde zes weken tot de pijn in zijn ribben en ballen over was.
De schade aan zijn ego duurde langer. De grote versierder versierde niet meer. Hij werd celibatair. Hij was nog meer celibatair dan een priester. Want ook masturberen deed hij niet meer, op die ene keer na. Weken na de afstraffing, toen zijn ballen niet meer zo zeer deden had hij getest of alles nog werkte.
De gemeente had fors geïnvesteerd in een nieuw automatiseringssysteem. Als afsluiting van het ‘geslaagde’ project met maar dertig procent kosten overschrijding werden de twee verantwoordelijke wethouders en een handjevol betrokken ambtenaren door de leverancier uitgenodigd voor een diner. Han was van de partij. Tegen het einde van de maaltijd fluisterde de projectleider van de leverancier Han in zijn oor.
“Wacht zo nog even met het weggaan. We hebben voor jou en je collega een leuke verrassing.”
Een half uur later zat Han in een schemerachtige ontvangstruimte te staren naar erotische afbeeldingen aan de muur. ‘Rood is de nacht’ heette de tent, volgens het bescheiden bordje aan de weg. Zijn collega bleek hier bekend en werd direct begroet en meegetroond door een jongedame die qua leeftijd zijn dochter kon zijn. De gastvrouw had Han een glas champagne ingeschonken. Ze ging hem zo voorstellen aan een lieve jongedame die hier nog maar kort werkte. ‘Een werkstudente,’ noemde ze haar. Han twijfelde, betaalde liefde? Maar ja, dacht hij, ik hoef het niet zelf te betalen. Ik kan altijd nog nee zeggen en naar huis gaan, hield hij zichzelf voor. Hij schrok op uit zijn gemijmer toen hij iemand de ruimte hoorde binnenkomen. Hij keek op.
“Oom Han!”
“Maartje!”
De oudste dochter van zijn zus. De veelbelovende Wageningen studente, waar in de familie zo vol lof over gesproken werd. Han stormde het pand uit.
Drie jaar later
Han woont weer in zijn ouderlijk huis. Hij is ingetrokken bij de oude Johannes, voor wie hij mantelzorger is. Dat zorgen doet hij naast zijn baan als leraar Duits en bestuurder van een stichting. De door hem zelf opgerichte stichting ‘Hoop, Geloof en Liefde’. De stichting helpt jongeren, die van het ware geloof afdwalen, om de weg terug te vinden naar God. Regelmatig staat Han als lekenprediker op de kansel. Om anderen te behoeden voor de verlokkingen van het kwaad vertelt hij vol vuur over zijn dwalingen en hoe hij de Heer terug vond.
De laatste tijd viel het hem op dat als hij preekte en zijn verhaal vertelde er steeds een vrouw alleen vooraan zat die harder dan de anderen Halleluja riep, zou ze…
Graag uw sterrenwaardering bovenaan en/of reactie onder het verhaal. Of direct contact met mail. Dank u. Liefs My